De klasAn Lemmens, Dieter Coppens en Kamal Kharmach
‘Het is afschuwelijk hoe we leerkrachten behandelen’
Scholen open, scholen dicht, ramen open, mondmasker verplicht: ook onze scholieren beleven het vreemdste jaar van hun leven. Het nieuwe seizoen van De klas had op geen beter moment kunnen komen. Want de Woestijnvis-reeks, die elke week een andere bekende in het knelpuntberoep van leerkracht dwingt, is toch vooral een handig vehikel om te peilen naar de gevoelens, gedachten en natte dromen van onze 16-jarige jongens en meisjes. We spraken met drie gelegenheidsleerkrachten.
AN LEMMENS: ‘VIJF LAGEN ONDERGOED’
The Voice-presentatrice An Lemmens onderhield haar gelegenheidsklasje over ‘opkomen voor je idealen’. Een thema dat haar op het lijf geschreven is: net omdat ze zelf graag opkomt voor haar idealen, had ze ei zo na niet meegedaan.
An Lemmens: “Ik heb de opnames laten uitstellen, omdat ik het niet kunnen vond dat wij urenlang in een klas zouden gaan zitten zonder mondmaskers. Die jongeren moeten er op school constant een dragen: dan gaan we toch niet ineens een uitzondering maken omdat het voor tv is? Uiteindelijk hebben de makers en ik een compromis gevonden: iedereen werd vooraf getest, de cameraploeg incluis, en de mondmaskers gingen pas af op het moment dat we allemaal op onze plaatsen zaten. Ik stond er ook op om alle ramen open te laten, ook al was het december. Vijf lagen thermisch ondergoed had ik aan, plus een dikke trui. Ik moet er honderd kilo zwaarder hebben uitgezien dan ik ben.”
HUMO Hoe is het meegevallen?
AN LEMMENS “Heel goed. Al was ik op het einde van de dag pompaf. Onmetelijk veel respect voor wat echte leraars dag in, dag uit moeten doen.
“Vooraf was ik bang dat die jongeren niet geïnteresseerd zouden zijn in wat ik te vertellen had – ’t zijn per slot pubers – maar ik was aangenaam verrast over hun enthousiasme en beleefdheid. Ik zou het in hun plaats veel meer hebben uitgehangen, vrees ik. Al hebben we het wel gehad over onderwerpen die hen aanbelangen: gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen, lgbtq, racisme, opkomen voor je recht om uit te gaan – in niet-coronatijden dan. Eigenlijk vonden die jongeren van zichzelf dat ze niet geëngageerd waren: ‘Wij doen toch niets speciaals?’ Maar toen ik doorvroeg, kwamen er verhalen van meisjes die meehielpen met voedselbedeling, of die gingen voorlezen aan kleine kinderen. Fijn om hun een pluim te geven: ‘Je bent wél met iets goeds bezig.’”
HUMO Jijzelf zet je al jaren in voor dierenwelzijn.
LEMMENS “Ja, maar bijvoorbeeld ook voor de ALS-Liga. En ik draag uiteraard mijn steentje bij waar ik kan, zoals aan de vaccinatiecampagne tegen covid, iets waar niet iedereen even blij mee lijkt te zijn – ik heb veel bagger over me heen gekregen nadat ik op vraag van mijn gemeente een informatiefilmpje had opgenomen in het lokale vaccinatiecentrum. Ik krijg veel tegenwind, maar dat sterkt me juist in de overtuiging dat het goed is dat iemand die tegenwind opvangt, en zijn stem laat horen.”
HUMO Heb je het ook in de klas over corona gehad?
LEMMENS “We zijn de les daar zelfs mee begonnen. Mijn leerlingen vonden de maatregelen unaniem ‘kut’, maar ze snapten waarom ze er waren, en wilden zich er per se aan houden. Fijn ook om te horen dat ze er vrienden of klasgenoten op durfden aan te spreken wanneer ze online zagen dat die een feestje aan het bouwen waren of met te veel bij elkaar zaten. Dat is óók opkomen voor je idealen, hè?”
HUMO Zou jij dat als 16-jarige ook hebben gedaan, denk je?
LEMMENS “Ik kan dat moeilijk inschatten. Alleszins verbaas ik me er zelf over dat ik nu iemand ben die zich strikter dan strikt aan de regels houdt. Overal waar ik kom, speel ik voor coronapolitie: ik wijs mensen erop dat het mondmasker ook over de neus moet, dat een halve meter géén anderhalve meter is, dat in een bak snoep graaien nu niet meteen coronaproof is. Ook dan krijg ik weleens met kwade reacties te maken, maar dat schrikt me niet af.
“Maar wat had ik als 16-jarige gedaan? Misschien had ik wel gezegd: ‘Foert met jullie regels’, misschien ook niet. Ik kwam vaak in opstand tegen de regels, maar alleen als het regels waren waarvan ik het nut niet inzag. In dit geval lijkt het nut me klaar en duidelijk.”
HUMO Hoe moet ik me de 16-jarige scholier An Lemmens voorstellen?
LEMMENS “Als iemand die dik tegen haar zin naar school ging, en een ontzettend grote mond kon opzetten. Wat ik niet per se negatief bedoel: ik stelde gewoon heel veel in vraag, omdat ik altijd alles wilde wéten. Kregen we voor wiskunde axioma’s te leren, dan was ik degene die vroeg: ‘Maar vanwaar kómt dat axioma?’ Ik kon het niet verdragen als de leraar dan antwoordde: ‘Het is nu zo. Leer het gewoon vanbuiten.’ Dan maakte ik mijn ongenoegen duidelijk. (lacht) En in de les geschiedenis, één van mijn favoriete vakken, onderbrak ik de leerkracht constant om vragen te stellen. Voor hem kwam dat ongetwijfeld over alsof ik zijn les verstoorde, terwijl ik gewoon precies wilde weten hoe het zat.
“Ach, op die leeftijd denk je dat je al heel volwassen bent, hè? Maar toen ik voor die 16-jarigen in de klas stond, dacht ik geregeld: o, die lieve kleine patatjes!”
DIETER COPPENS: ‘STIJF IN HET GELID’
Zijn goedbedoelde vermommingsact sorteerde niet het gewenste effect (‘En ik die dacht dat jullie me niet zouden herkennen met die pet en dat mondmasker!’), maar voorts bracht gelegenheidsleraar Dieter Coppens het er naar eigen zeggen verrassend goed van af in zijn les over het actuele thema ‘vriendschap in tijden van corona’.
Dieter Coppens: “Misschien raar voor iemand die vaak op tv komt, maar ik sta niet graag voor een groep: zó klein voel ik me dan. Je kunt je dus wel voorstellen hoe zenuwachtig ik was om een groep scholieren toe te spreken die ik niet kende. Maar uiteindelijk is het goed meegevallen, wat therapeutisch heeft gewerkt: ik wéét nu dat ik niet per se duizend doden hoef te sterven in zo’n situatie. (lacht) Wel vreesde ik een beetje dat het onderwerp passé zou zijn op het moment van uitzending – de opnames dateren van eind vorig schooljaar. Maar we zitten nog steeds in hetzelfde schuitje, hè?”
HUMO Wat wilde je die jongeren bijbrengen?
COPPENS “Weinig tot niets. (lacht) Ik wilde vooral veel van hén te horen krijgen: hoe het met hen gesteld was, wat ze misten in deze coronatijd. Dat bleek vooral fysiek contact te zijn: al die onlinegesprekken, dat is het toch niet. Het viel me ook op hoe geduldig ze omgingen met het feit dat ze hun leven in pauzestand hebben moeten zetten. Op die leeftijd wil je uitgaan en je vrienden zien, maar dat gaat nu allemaal niet. Om nog te zwijgen van de klassieke mijlpalen die hun worden ontnomen, zoals het 100 dagenfeest en de schoolreizen naar het buitenland.”
HUMO Hoe gaan je eigen kinderen daarmee om?
COPPENS “Verrassend goed. Ik klaag thuis soms over de lockdown: ‘Verdikke mannekes, hoe leuk zou het zijn om nog eens vrienden te kunnen uitnodigen.’ Dan komt de oudste met de repliek: ‘Voor jou valt dat allemaal nog mee. Ík ben maar één keer 16, hè?’ En zo is het: het vrije leven dat je ervaart op je 16de, dat maak je later in je leven nooit meer mee. Chapeau voor haar dat ze er desondanks in slaagt om zich zonder klagen aan de coronaregels te houden.”
HUMO Er zit meer dan een kwarteeuw tussen jou en de jongeren aan wie je les hebt gegeven. Is de gemiddelde Vlaamse scholier in die tijd erg veranderd?
COPPENS “Ja, ik vond hen opvallend mondig. Misschien zijn ze zo niet in de klas bij hun echte leerkrachten, maar toch: ik heb niet het gevoel dat wij indertijd zo open waren. Er wordt vaak negatief gesproken over de jeugd van tegenwoordig, maar ik ging naar huis met een positief gevoel.”
HUMO Wat voor een scholier was je zelf?
COPPENS “In wezen een heel brave.”
HUMO In wezen?
COPPENS “Welja, ik heb een piepklein beetje gerebelleerd. (lacht) Ik zat op een college, en om de goede naam van de school niet in gevaar te brengen, mochten de jongens geen lang haar hebben. Mijn vrienden en ik – stoere rockers, of dat dachten we toch – vonden dat discriminerend, en hebben de directeur na veel vijven en zessen zover gekregen dat we ’t in een staart mochten dragen. De week erop werd ik bij de onderdirecteur ontboden, een fervent tegenstander van het nieuwe beleid: ‘Coppens, uw staart los.’ De regel was namelijk dat je haar maar tot aan je schouders mocht komen, en hij dacht: ik heb ’m liggen. Maar omdat ik m’n haar al een tijd niet meer gewassen had, bleef die staart stijf in het gelid staan toen ik er het elastiekje afdeed. Nog één keer de ergernis in de ogen van meneer Tiré zien: ik zou er een lief ding voor over hebben.”
HUMO Hoe had jij zelf de lockdown overleefd, mocht je nu 16 zijn?
COPPENS “Ik denk dat ik veel in het bos zou hebben zitten loeren naar vogeltjes. Wat ik vroeger zo vervelend vond aan de school, is dat je een hele dag lang in een bankje moest zitten, en zomaar moest slikken wat je werd opgelepeld. En vaak moest je na de uren ook nog eens huiswerk maken: wat een miserie! Wat ik het liefst deed, kon dus enkel in de weekends: op vrijdagavond nam ik met vrienden weleens de trein naar de Ardennen, om daar ergens op goed geluk een bos in te stappen op zoek naar everzwijnen en herten – ’s nachts sliepen we ergens onder een afdak, perfect coronaproof. (lacht) Ik heb ook altijd graag en veel gelift: op die manier raakte ik in gesprek met mensen die ik anders nooit zou spreken. Ik ondervroeg die mensen dan over wat ze deden in het leven: daar leer je veel van, hoor. Het is toch boeiend om met een man te spreken die bijvoorbeeld de consistentie van de mayonaise bij de Quick controleert? Ook al om te beseffen wat je later vooral níét wilt doen. (lacht)”
HUMO Waar is de tijd dat mensen nog liftten?
COPPENS “Daar zeg je zoiets. We hebben tegenwoordig te veel angst voor elkaar, denk ik. In de tijd dat ik het deed, waren er al niet veel lifters meer, terwijl het toch geweldig goed werkte. En wat je soms niet tegenkwam! Ik herinner me dat ik met Jay, een Engelse student met wie ik nog een kot had gedeeld op Erasmus in Finland, eens op een zomerse namiddag op de Ring van Antwerpen heb staan liften, met als einddoel het zuiden van Frankrijk. We werden opgepikt door een dame die ons meenam naar Luxemburg, waar ze woonde. ‘Je mag vanavond bij ons blijven slapen’, zei ze. ‘En morgen zet ik jullie aan een grote parking aan de snelweg af.’ Die vrouw bleek in een klein kasteeltje te wonen met een prachtig zwembad in de tuin van waaruit je over de heuvels keek. Terwijl ze voor ons aan het koken was, kwam haar dochter thuis – een oogverblindende schoonheid – en die avond zaten we daar aan een prachtig gedekte tafel succulente zalm te eten en voortreffelijke wijn te drinken. Dat is de universiteit van het leven, hè? Stukken leuker én leerzamer dan de schoolbanken.”
KAMAL KHARMACH: ‘SPRINTEN ALS BOLT’
Voor een verrassing van formaat zorgt Kamal Kharmach. We hadden van hem een les boekhoudkunde of ondernemerszin verwacht. Maar kijk, de presentator van Andermans zaken zal het met de jongeren hebben over hun toekomst en hoe die zich als een rode loper voor hen uitrolt.
Kamal Kharmach: “Allemaal de schuld van Tom Waes: hij gaf in het vorige seizoen van De klas al een les over geld. Ik snap het wel: Tom Waes heeft vast meer geld dan ik. Alleen weet ik beter wat je ermee moet doen. (lacht)
“Geen idee hoe we op het thema toekomst zijn gekomen. Misschien dachten de makers: die Kamal komt van niks en kijk eens wat hij heeft bereikt. Maar zelf vind ik helemaal niet dat ik zoveel heb bereikt. Mijn ouders zijn van een ander land naar hier gekomen om hun kinderen een betere toekomst te gunnen. Zíj hebben pas veel bereikt, ook al ziet de samenleving dat niet zo. Het is in elk geval een heftige aflevering geworden.”
HUMO Voor je leerlingen?
KHARMACH “Eerder voor mezelf. Niet dat ik tijdens de opnames ben ingestort – dat klinkt te dramatisch – maar ik ben wel beginnen te huilen als een kind. Die jongeren horen praten over hoe ze zichzelf in de toekomst zien, katapulteerde me terug naar mijn eigen jeugd en de verwachtingen die ik toen had. Of beter: het gebrek eraan. In de inleiding van mijn thesis heb ik ooit geschreven: ‘Volgens de statistieken die ik de voorbije jaren aan de universiteit heb bestudeerd, zou ik hier niet mogen zitten.’ Als ik de statistieken mocht geloven, dan was het summum van wat ik mocht verwachten, als kansarme Marokkaan uit Borgerhout, een simpele bureaujob. Ik mocht al dankbaar zijn dat ik geen zware arbeid moest verrichten, waarmee ik mijn rug krom werkte. Nu, mijn rug ís gekraakt, maar dan eerder onder mijn gewicht, niet mijn afkomst.”
HUMO Mag een jongen uit Borgerhout vandaag meer van het leven verwachten?
KHARMACH “Het is niet zo hard veranderd als ik lange tijd dacht. Zo zat er in De klas een meisje dat maar geen studentenjob vond. Je kon niet anders dan vermoeden dat haar buitenlandse naam daar voor iets tussen zat: ze was intelligent en welbespraakt, maar ze was zelfs nog nooit op gesprek gemogen. Toen dat meisje dan ook nog eens de schuld bij zichzelf zocht – ‘Het zal wel aan mij liggen’ – brak mijn hart. We zijn zoveel talent aan het verspillen. Ik zag het destijds gebeuren bij mijn drarries uit Borgerhout, en vandaag gebeurt het nog steeds. Die gasten moeten al kunnen sprinten als Usain Bolt om hun achterstand in het leven weg te werken. Dat besef was heftig. Zeker omdat ik nu zelf een dochter heb: ik wil niet dat zij zoiets meemaakt.”
HUMO Jij hebt als tiener nog bij H&M gewerkt.
KHARMACH “De eerste dag dat ze me de kassa lieten doen, ontbrak er opeens 400 euro. Terwijl ik alles moest uittrekken – jas, rugzak – zei één van de bazen: ‘Zie je wel, we hadden hem nooit mogen aannemen.’ Op dat moment kwam een collega binnen met het bakje geld dat ze was vergeten te tellen. Mysterie opgelost, maar de snelheid waarmee ze tot die conclusie kwamen – ‘Zijn soort mogen we niet vertrouwen’ – was zo pijnlijk dat ik ontslag heb genomen. Nog een geluk dat ik in die tijd vooral bezig was met mijn onzekerheden over mijn gewicht. Ik zag alles in die context: ik zal nooit een job vinden als garagist, want ik pas niet onder een auto. Niet: ik krijg die job niet omdat ik bruin ben. In mijn hoofd was ik een superdikke, blanke mens. Ik ben pas Marokkaan geworden toen ik drastisch ben afgevallen.”
HUMO Wat ziet de jeugd van nu zichzelf later worden?
KHARMACH “Slechts één leerling zei: ‘Ik wil hetzelfde gaan doen als mijn vader.’ Terwijl dat vroeger toch de norm was. Vroeger zeiden je ouders wat je moest doen. In zekere zin was dat makkelijk. Ook voor mijn ouders was het duidelijk: ze wilden dat ik materieel succesvol werd. Mijn generatie Marokkanen heeft nog het karakter van de babyboomers: materieel succes beschouwen we als het hoogst haalbare. Maar voor de jongeren van vandaag is veel geld verdienen niet meer speciaal, dus willen ze allemaal influencer of YouTuber worden. De enige leidraad die ze van hun ouders krijgen, is: ‘Doe maar iets waar je gelukkig van wordt.’ Maar gelukkig zijn is één van de moeilijkste dingen om te bereiken. Dat nastreven is de hel.”
HUMO Werd jij op het strenge Xaveriuscollege beter begeleid bij je toekomstplannen?
KHARMACH “Ik was niet op mijn mondje gevallen, waardoor ik al snel wist: ik heb een publiek nodig. Maar ik dacht eerder aan iets klassieks, zoals leerkracht, advocaat of bedrijfsleider. Stilletjes droomde ik er wel van de volgende Geert Hoste te worden. Dat ik nu de eindejaarsconference mag doen, voelt alsof ik mijn prinsessendroom heb waargemaakt. Ik ben de Meghan Markle van de comedy.”
HUMO We durven het weleens vergeten, maar naast je televisiewerk geef je nog altijd les aan de hogeschool. Gaan je studenten erg gebukt onder corona?
KHARMACH “Ik heb al veel eerstejaarsstudenten huilend aan de lijn gehad. Omdat ze de leerstof niet begrepen, of omdat ze met vragen zaten, maar niet wisten hoe ze die moesten stellen. Ze zijn helemaal op zichzelf aangewezen. Die leerstof halen ze straks wel in, maar het allerergste: ze missen nu zoveel ervaringen. Gedumpt worden, bij een groepje coole eerstejaars proberen te horen, roddelen over een medestudent: dat gaat niet via Zoom. Als ik nu in mijn eerste jaar had gezeten, had ik een sabbatjaar ingelast.”
HUMO Had jij als jongere braaf de regels gevolgd?
KHARMACH “Los van de ellende en de schrik voor corona zou ik blij zijn geweest om thuis les te volgen in mijn pyjama. Ik kon toch niet in mijn kleren, dus dat scheelde. Ik moet één van de weinige mensen zijn die zoomen fantastisch vindt. Ik doe nu twee keer zoveel meetings op een dag. Complexe onderhandelingen voeren in mijn pyjamabroek? Zalig! Alleen mis ik het sociale leven. Ik mis rondlummelen en terrasjes doen. Wij kunnen ons niet inbeelden wat dat met die jonge gasten doet. Ik snap zo goed dat ze met z’n allen in een park gaan zitten, zodra de zon wat schijnt. Dat sommige virologen dat een dikke middelvinger naar de samenleving noemen, nadat de jongeren al een jaar braaf in de pas hebben gelopen, maakt me boos.”
HUMO Zie jij een verschil tussen jouw studenten en hoe je zelf was op die leeftijd?
KHARMACH “De hiërarchie is weg. Voor mijn studenten ben ik hun maat. Niet echt, natuurlijk. Maar het komt er wel op neer. Voor mij is dat prima: ik voel me niet verheven boven hen.”
HUMO Ben jij populair als leerkracht?
KHARMACH “Ik ben sowieso atypisch, omdat ik op tv kom. Dat hun prof economie een programma presenteert, vinden mijn studenten zalig. En in mijn lessen schuw ik uitdrukkingen als ‘what the fuck is dees?’ niet. Al merk ik wel dat ik ouder begin te worden en hun taaltje niet meer onder de knie heb. In mijn les van daarnet zei ik: ‘Als je nog een vraag hebt over de leerstof, dan mag je die in mijn DM’s sliden.’ De hele klas wees me er fijntjes op dat die uitdrukking toch een iets andere connotatie heeft dan ik dacht. Straks begin ik nog als den bompi te klinken. (lacht)”
HUMO Ging jij vroeger vaak in discussie met je leraars?
KHARMACH “Absoluut. Ik zat als puber met veel vragen over religie en het leven. Dan stuurde ik daar een tekst over naar de directeur, die me ’s middags op zijn bureau uitnodigde om een fijn potje te filosoferen.”
HUMO Dat vonden je klasgenoten niet vreemd?
KHARMACH “Ach, Kamal doet dat soort dingen, zo dachten ze op school over mij. Voorzitter worden van de leerlingenraad? Een festival uit de grond stampen? ‘Da’s iets voor Kamal.’”
HUMO Je hebt al vaker gezegd dat je het niet erg zou vinden om weer voltijds te gaan lesgeven, als het televisiewerk ooit opdroogt.
KHARMACH “Ik geef ongelooflijk graag les. Het is alleen jammer dat het zo weinig betaalt. Als ik morgen stinkend rijk zou zijn, dan stop ik met tv, geef ik alleen nog les, en doe ik af en toe een comedyshow, voor de fun. Het beroep van leerkracht is zo ondergewaardeerd. Ik had nooit gedacht dat ik Ben Weyts een compliment zou geven, maar ik ben blij met zijn hervorming van de vaste benoemingen. Het is afschuwelijk hoe wij onze leerkrachten behandelen. En dat zeg ik niet omdat ik zelf lesgeef, want ik zit in de meest comfortabele positie: ik ben docent aan de hogeschool en een vakidioot. Maar voor leraars op de lagere en middelbare school is het ploeteren. Door corona en de eerste lockdown zijn ouders nu wel gaan beseffen hoe slopend het is om elke dag les te geven aan hun kroost. We kunnen maar beter dit moment grijpen om het vak van leerkracht weer het respect te geven dat het verdient.”