televisie★★★★½
‘Het Scheldepeloton’ op Canvas was hartverscheurende televisie over de romantiek en het risico van de koers
‘Ge moet niet kijken, ik kom toch niet in beeld. Het is geen etappe voor sprinters.’ Zo had Wouter Weylandt aan zijn familie laten weten voor de start van de noodlottige rit in de Giro van 2011, enkele uren voor hij zwaar ten val kwam in een afdaling en overleed.
De naasten van Wouter hadden zijn advies opgevolgd, wat de schok van de vreselijke gebeurtenis zo mogelijk nog groter had gemaakt, vertelden ze in de laatste aflevering van ‘Het Scheldepeloton’. Zijn echtgenote An-Sophie was inkopen aan het doen ter voorbereiding van de nakende geboorte van hun eerste kind toen ze het telefoontje kreeg, zijn vader had – ‘omdat het zo’n prachtig weer was’ – zijn moeder ’s middags als verrassing opgehaald op haar werk om te gaan lunchen in een nabijgelegen restaurant. Nadien had hij haar weer afgezet en was naar huis gereden: ‘De televisie stond op, ik ging zitten en hij lag daar. Het einde van onze mooie dag.’
Ook voor zijn tweede familie, de vrienden met wie Wouter van bij het begin van zijn carrière samen had gefietst, was de val een immense klap. Iljo Keisse verloor, na de dood van Dimitri De Fauw in 2009, in een paar jaar tijd twee van zijn beste vrienden en gaf grif toe dat hij sindsdien nooit nog dat soort vriendschap heeft gekend. En Bert De Backer vertelde hoe hij in een latere editie van de Giro moederziel alleen en huilend over de top van de Mortirolo, een berg die hij vaak samen met Wouter had beklommen, was gekomen. Ook nu nog kon de man nauwelijks over zijn gestorven kompaan vertellen zonder tranen in de ogen te krijgen: De Backer mag dan als profwielrenner slechts één keer als eerste zijn gefinisht – bij de Grote Prijs Jef Scherens in 2013 – hij was de afgelopen jaren duidelijk wel één van de schoonste mensen die in het peloton hebben rondgereden.
Door een speling van het lot kwam de laatste aflevering van ‘Het Scheldepeloton’ op het scherm daags na de laatste wedstrijd van De Backer, die in Parijs-Roubaix afscheid nam van het wielrennen. Die timing legde zo toevallig ook de wat dubbelzinnige houding bloot die veel fans – en ergens ook de renners zelf – hebben tegenover hun geliefde sport. ‘Het Scheldepeloton’ heeft week na week getoond hoe gevaarlijk wielrennen kan zijn en welke vreselijke tol dat groepje van vijf jonge kerels dat samen langs de Schelde ging fietsen in de afgelopen jaren heeft betaald. Maar wanneer Parijs-Roubaix plaatsvindt in helse, kletsnatte en dus erg penibele omstandigheden, kruipen we handenwrijvend voor de tv en vertellen de renners achteraf hoe mooi de wedstrijd was.
Waarom vinden we het gevaar de ene keer onverantwoord en de andere keer een bron van heroïek? Het is een lastige vraag, een waar ook ‘Het Scheldepeloton’ geen antwoord op heeft kunnen geven. Maar de reeks is er wel in geslaagd om van op dat punt waar romantiek en risico samenkomen zes afleveringen lang erg mooie, ontroerende en bijwijlen hartverscheurende televisie te brengen.