De 7 HoofdzondenElisabet ('De mol')
‘Ik heb me altijd weggehouden van ziekenhuisaffaires, maar je hoort en je ziet wel wat’
Tijdens haar meer dan memorabele passage in ‘De mol’ zag u haar vooral streng fronsen – steeds klaar om de groep erop te wijzen welke proeven ze zeker níét zou doen – maar nu ze haar vacht heeft afgeworpen, straalt spoedarts Elisabet Haesevoets (33) als de door het Vietnamese wolkendek brekende lentezon. Goedlachs of niet, na drie weken liegen en bedriegen dringt een biecht zich op: de 7 Hoofdzonden!
Het nest van de mol ligt in Edegem, waar Elisabet nog altijd lichtjes groggy van haar avontuur ligt te bekomen. Wanneer ik haar tref, heeft ze de vorige nacht nog tot laat op de boot van Gert Verhulst gezeten. Maar ze vertelt vol animo, gepassioneerd en enthousiast: de zotste Elisabet die u in ‘De mol’ zag, is nog niet half zo charmant als de echte.
HOOGMOED
ELISABET HAESEVOETS «De eerste dagen heb ik wel wat gehuild omdat ik niet wist of ik het wel zou kunnen. En als iemand vroeg wat er scheelde, moest ik zeggen: ‘Ik mis mijn kindjes.’ Waarop veel mensen: ‘Dat kan de mol niet zijn, het schaap.’ (lacht) Daarna heb ik mezelf voor het gemak maar in de rol geduwd van de brave zeur die niets durfde. Eigenlijk niks voor mij, want voor de meeste proeven was ik liever voluit gegaan. Normaal neem ik ook graag mensen in vertrouwen, maar dat kon ik niet maken als mol. Ik heb er dus voor gekozen om iemand te spelen die haar grenzen goed bewaakt: ‘Je moet niet dichterbij komen, het is een spel en ik ben hier niet om vriendjes te maken.’ Met alle gevolgen van dien. Bij sommige beslissingen voelde ik de groep denken: wat is dat voor een trut? (lacht) En op dat moment wéét je al welke Twitter-reacties je zult krijgen.»
HUMO ‘Ik hoop dat ik nu niet als een hautaine bitch overkom,’ zei je na je ontmaskering.
HAESEVOETS «Wat ze allemaal over mij geschreven hebben op sociale media... Ik heb mij dat écht aangetrokken, ook al speelde ik een rol. Ik heb de grote fout gemaakt om alle Twitter-reacties te lezen. Intussen heb ik mijn account verwijderd, maar daarvoor had ik de nóg grotere fout gemaakt om tegen het advies van iedereen in op één van die berichten te reageren (lacht). Ik pikte de grofste Twitteraar eruit: ‘Bedankt voor de tweets. Ik zal ze aan de ploeg laten lezen, misschien kunnen ze me er nog uit knippen, zodat ge niet op mijn irritante kop moet kijken.’ Stom misschien, maar hey, waarom moet ik zomaar op mijn kop laten kakken?»
HUMO Ben je soms bang dat de mensen het beeld dat ze van je hebben, niet meer kunnen bijstellen?
HAESEVOETS «Héél bang. Op een bepaald moment voelde ik me rot. Het was de eerste keer dat de kandidaat die uiteindelijk de mol bleek te zijn, online werd gebasht. Ik voelde mij verantwoordelijk voor het slagen van het programma. En ik dacht: als niemand mij leuk vindt, heb ik sowieso al gefaald.
»Als kandidaat zou ik jovialer geweest zijn, maar ik zou het spel wel gespééld hebben. Toen Eva de kans had om terug te keren, was ik de eerste die zei: ‘Dat wil ik niet.’ Als kandidaat had ik hetzelfde gedaan. Soms liet ik me ook weleens gaan. Kaat zei tijdens die proef: ‘We zijn toch allemaal vrienden?’ Waarop ik: ‘’t Is door zulke redeneringen dat vrouwen niet ver komen in het spel.’ Achteraf dacht ik: fóéi, Elisabet, jij giftige bitch! (lacht)»
HUMO Sta je sterker in je schoenen na ‘De mol’?
HAESEVOETS «Ik denk het wel. Al heb ik daar in Vietnam – en achteraf – wel zwaar aan mezelf getwijfeld: ‘Ik ben een nietsnut, ik heb het daar helemaal fout doen lopen en ik ga nu als eeuwige mislukkeling de geschiedenis in.’
»Ik ben veel kritischer voor mezelf dan voor andere mensen, veel té kritisch eigenlijk, en ik leg de lat heel hoog. Als ik mezelf op tv zie, denk ik vooral: ik ben niet goed genoeg, en ik ben lelijk. Hoe ligt mijn haar nu! Jakkes, die vetkwab! Ik ging zelfs bewust op zoek naar mensen die er online opmerkingen over zouden maken, maar niemand heeft er iets over gezegd. Misschien was het dan toch niet zo erg?»
HUMO Hoe ijdel ben jij?
HAESEVOETS «IJdel. Ik wil er graag altijd goed uitzien, mijn kleren moeten bij elkaar passen... Ik vind zelfs dat ik té veel belang hecht aan uiterlijke schijn. Soms kan ik me echt slecht voelen over mijn looks. Ergens weet ik dan wel: ‘Komaan, Elisabet, er zijn belangrijker dingen!’»
HUMO Een spoedarts moet sowieso een perfectionist zijn, zeker?
HAESEVOETS «Het is een job waarvoor je alleszins gemaakt moet zijn. Je moet ertegen kunnen dat je soms machteloos staat. Mijn job was mijn grootste voorbereiding op ‘De mol’: bij een reanimatie of bij iemand die zich in kritieke toestand bevindt, moet je snel kunnen denken, kalm blijven in je hoofd én in je handelingen.
»De eerste drie jaar van de richting geneeskunde heb ik in Limburg gestudeerd, daarna heb ik mijn studie afgerond in Leuven. Vervolgens heb ik me in urgentiegeneeskunde gespecialiseerd. Als je spoedarts wilt worden, moet je nóg zes jaar studeren – het is de langste specialisatie, naast die voor chirurg of hartchirurg. Toen ik meedeed aan ‘De mol’, was ik nog maar drie maanden afgestudeerd: ik had intussen ook twee kindjes gekregen, dus bij mij heeft die studie nóg langer geduurd (lacht).»
HUMO Wilde je altijd al spoedarts worden?
HAESEVOETS «Ik was eerst begonnen aan de specialisatie pathologische ontleedkunde: dan moet je op microscopisch niveau naar kankercellen speuren. Heel interessant, tot ik begon als assistente en ik veel te vaak en te lang op mijn krent moest blijven zitten. Dat ging niet zo goed (lacht). Op tv zie je dat wel: als halve hyperkineet heb ik actie nodig. Geef mij een job van negen tot vijf en ik word zot.
»Even heb ik overwogen om te stoppen met geneeskunde, tot iemand urgentiegeneeskunde suggereerde. Ik kwam daar aan in die zware richting, als klein blond meisje. De proffen waren sceptisch: ‘Je zult je moeten bewijzen.’ Maar in mijn proefperiode merkte ik, tegen mijn eigen verwachtingen in, dat ik zelfs in de stresserendste situaties erg rustig bleef. Dat is de aard van het beestje, denk ik, dat kun je niet aanleren.»
HUMO Urgentiegeneeskunde is heel uitgebreid: je moet zowat alle takken van de geneeskunde kennen.
HAESEVOETS «Ideaal, want ik heb nood aan uitdaging. Chirurgie, bijvoorbeeld, lijkt me wel fijn en ik ben er handig genoeg voor, maar elke dag een buik opensnijden om er een appendix of een galblaas uit te halen? Niet genoeg variatie naar mijn zin (lacht). Spoedartsen zien kindjes, mensen die doodziek zijn of een gebroken voet hebben, zwangere vrouwen... En je bent altijd een soort detective, hè: je moet snel kunnen achterhalen wat er mis is.»
HUMO Er zit dus ook drama en spektakel in.
HAESEVOETS «Eigenlijk wel. Vroeger zat het drama in mijn leven, nu haal ik de adrenaline uit mijn job (lacht).»
HUMO Je bent tijdens je studie vanuit het ‘bescheiden’ Limburg naar het ‘arrogante’ Antwerpen verhuisd. Klopt er iets van dat cliché?
HAESEVOETS «Volgens mij toch een beetje. Ik heb het gevoel dat de patiënten, verpleegkundigen en dokters in Limburg wat vriendelijker zijn. Antwerpenaren zijn botter, en naar mijn aanvoelen ook heel direct. Ik hou wel van die mentaliteit. Ook al omdat ik hier mijn man heb leren kennen. Hij is radioloog.»
HUMO Dokters vissen graag in de eigen poel, hè?
HAESEVOETS (lacht) «Waar moet je anders een man gaan zoeken? Je klopt weken van 80 of 90 uur, je komt niet buiten, je kunt niet op stap gaan... Met alle geluk van de wereld ben ik een schat van een man tegengekomen.»
HUMO ‘Nooit, maar dan ook nooit liet Elisabet een steek vallen,’ zei Axel. Wat is het mooiste compliment dat je al hebt gekregen over je prestatie?
HAESEVOETS «Gilles De Coster postte onlangs een lange tekst over mij en mijn toch wel moeilijke taak, en dat heeft me erg gecharmeerd. De makers hadden mij ook een kaartje gegeven: ‘We hebben heel veel gevraagd van jou, Elisabet, maar we hebben nog veel meer teruggekregen.’ Dat vond ik héél mooi.»
HUMO Nu ben je toch trots op wat je hebt verwezenlijkt?
HAESEVOETS «Het begint te komen. Ik besef het nog niet zo goed, maar ik heb ook zo lang in een bubbel gezeten.»
TRAAGHEID
HAESEVOETS «Het mag vooruitgaan. Als ik op de fiets zit, dan cróss ik, en traag wandelen kan ik ook al niet (lacht). Maar ik kan wél lui zijn. Als ik ’s avonds thuiskom na een zware werkdag, dan gooi ik mij in deze zetel en dan kom ik er niet meer uit.»
HUMO Dat lukt jou dus wel, als spoedarts?
HAESEVOETS «Ik heb wisselende uren, en tegenwoordig werk ik minder dan vroeger. Met dat hele molgebeuren en mijn verlangen naar een derde kindje heb ik het afgebouwd. Nu werk ik per week meestal maar één shift van 24 uur af: zo ben ik er ineens vanaf. Een luxeregeling, hè? Het kan soms wel extreem zwaar zijn. Als je net in je bed ligt, en er komt een patiënt aankloppen omdat hij een schrammetje heeft... Je zult wel merken dat de hoofdzonde woede bij mij past, ook al zal ik het nooit laten merken aan patiënten (lacht).»
HUMO Was jij een ijverige student?
HAESEVOETS «Als ik een examen had, wist ik vooral perfect wanneer ik genoeg had gestudeerd, en dan dacht ik telkens: ‘Het zal wel lukken.’ Maar een tijdlang heb ik ook met faalangst geworsteld. Dan deed ik niet voluit mijn best omdat ik het niet dúrfde. Als ik keihard mijn best zou doen en nóg slechte punten zou hebben, wat zou dat zeggen over mij? Geschift, hè? Vroeger had ik een erg laag zelfbeeld. En dan kom je ook de foute partners tegen, die dat zelfbeeld bevestigen.»
HUMO Hoelang ben je samen met je man?
HAESEVOETS «Zes jaar. We hadden wel een valse start genomen: ik kwam uit één van die slechte relaties – mét faalangst en bindingsangst en de hele reutemeteut – en opeens kwam ik de perfecte man tegen! Ik dacht: wat is dat nu? Dat kan toch niet? Ik had al zoveel ellende meegemaakt dat ik er niet meer in geloofde. Daarom heb ik hem eerst op een afstand gehouden, waarop we goede vrienden werden. En toen zijn we toch iets begonnen: die vriendschap bleek de ideale basis (glundert).»
HUMO Heeft hij ook je faalangst helpen overwinnen?
HAESEVOETS «Zeker en vast. Mijn man heeft mij gemaakt tot wie ik nu ben. Hij verdient een standbeeld, echt waar (lacht). In mijn vroegere relaties zocht ik vooral naar bevestiging. Als je je niet goed in je vel voelt, wil je vooral door ánderen graag gezien worden. Maar dat is onmogelijk: dan put je jezelf alleen maar uit, en op den duur herken je jezelf niet meer in de spiegel. Een wijze les: je moet jezelf graag zien voor je een ander graag kunt zien. Het klinkt klef, maar het is écht zo.»
HUMO 5 procent van de ziekenhuisartsen kampt met een burn-out. Heb jij er ooit dicht bij gezeten?
HAESEVOETS «Nee, daar pas ik wel voor op. Sinds ik mijn uren heb afgebouwd, verdien ik minder, maar is de balans tussen leven en werk veel beter – héél belangrijk. Ik hou mijn hart vast voor de jonge artsen die kleine kindjes hebben en 60 uur per week werken... Dat hou je vol tot op een bepaald moment, maar dan? Dan zijn je kinderen 10 jaar en ken je ze niet. Ik waak erover dat mij dat niet overkomt: als je op je sterfbed ligt, staat je carrière niet naast je, maar je familie.»
WOEDE
HAESEVOETS «Er is niet veel nodig om mij kwaad te maken. Het volstaat al dat dingen niet lopen zoals ik ze in mijn hoofd had (lacht). Ik ben op het vervelende af perfectionistisch. Soms maak ik nauwkeurig een koffer, de kleren op kleur gesorteerd en mooi in vakjes. Maar als ik op de bestemming zie dat mijn man er vlug nog een deo of een onderbroek bij heeft gegooid, dan kan ik daar echt niet mee lachen. Ik ben er al beter in geworden, maar ik kan zó ontploffen, ook al meen ik het niet echt. Na twee minuten is het voorbij. Tegen mijn man kan ik alleen maar zeggen: deal with it (lacht).»
HUMO Ben jij soms een kwade mama?
HAESEVOETS «Ik vind mezelf echt geen strenge mama, ik denk zelfs dat ik te laks ben. Mijn oudste is 2,5 jaar en tast al een tijdje de grenzen af, en toch probeer ik altijd lief te blijven. Niet dat hij zich daar iets van aantrekt. (Schudt het hoofd) Echt, een kind opvoeden is de moeilijkste taak in je leven, de mol spelen is er peanuts bij.»
HUMO Bij welke nieuwsfeiten gaat jouw water koken?
HAESEVOETS «Ik ben héél gevoelig, en als ik al die miserie zie, dan kan me dat stevig door elkaar schudden. Het nieuws over Julie Van Espen enkele dagen geleden: zo erg, zo zinloos. Wat die familie moet doorstaan, dáár word ik kwaad van. En intussen dartel ik door de actuaprogramma’s: ‘Jeej, ik ben de mol!’ (Blaast) Daar voel ik me niet top bij.
»Zelf heb ik nog nooit iemand verloren. Vlak na mijn terugkeer uit Vietnam is mijn opa wel gestorven, maar hij was in de 90 en heeft een prachtig leven gehad. En dan nog heb ik het er moeilijk mee. Loslaten is zoiets onwerkelijks. Ineens stopt het. Zijn lichaam is weg, oké, maar mijn opa, waar is díé naartoe? Daarom probeer ik er bewust bij stil te staan: ‘Zorg maar dat je op het einde van de rit fier kunt zijn, Elisabet.’»
ONKUISHEID
HUMO Wat herinner je je nog van je eerste kus?
HAESEVOETS «Vooral dat ik die ver-schrik-ke-lijk vond (schatert). Ik zat in het vijfde middelbaar en we waren op schoolreis. Tijdens de terugrit zat een jongen honderduit te vertellen over golf. Oersaai, maar ik moest doen alsof ik het allemaal interessant vond. Terug aan de school moesten we samen naar onze fietsen wandelen, en daar wilde ik hem een kus op de wang geven, maar nee hoor: bám! Ik dacht vooral: ‘O, nee! Had dat fíjn moeten zijn?’ (lacht) Hij heeft me achteraf meteen gebeld op de telefoon thuis – ik had nog geen gsm – en toen heb ik hem gedumpt. Damn, zo erg.»
HUMO Je was er niet vroeg bij.
HAESEVOETS «Helemaal niet! Ik was lang gewoon niet geïnteresseerd in jongens. Mijn eerste echte lief had ik pas aan de universiteit, toen ik 19 was. Ik was een laatbloeier, en daar heb ik nooit spijt van gehad. Thuis werd het ook altijd ‘gepromoot’ om het op dat vlak rustig aan te doen.»
HUMO Kon je er makkelijk over seksualiteit praten?
HAESEVOETS «Nee. Het zou nu nog steeds een moeilijk thema zijn, denk ik. Er werd gewoon nooit over gebabbeld. Neem nu anticonceptie. Op een bepaald moment had ik een excuus bedacht – een stollingsstoornis – om toch maar de pil te kunnen nemen: ik denk dat mijn mama goed genoeg wist waarvoor het diende, maar dat werd niet uitgesproken (lacht).»
HUMO Vond je dat erg?
HAESEVOETS «Achteraf gezien misschien wel. Ik wil het later alleszins zeker wél bespreken met mijn zonen. Ik heb mijn eigen weg moeten zoeken op het slagveld der relaties, en dat had eigenlijk niet gehoeven.»
HUMO Je bent op jonge leeftijd in een aantal slechte relaties gesukkeld. Misschien had dat er toch iets mee te maken?
HAESEVOETS «Dat denk ik wel. Ik heb relaties gehad waarin ik over m’n grenzen liet lopen. Maar ik wist niet beter! Ik had wel het gelukkige huwelijk van mijn ouders als referentiepunt, maar toch dacht ik: zij hebben gewoon geluk gehad. Of: het ligt waarschijnlijk aan mij. (Haalt haar schouders op) Uiteindelijk is het wel goed gekomen: ik heb veel geleerd, met véél vallen en opstaan.»
HUMO Hoe wild waren jouw wilde jaren?
HAESEVOETS «Mijn studententijd was wel, euh, leuk (lacht). Ik was een serial dater: ik sprong van de ene relatie in de andere, om niet alleen te zijn. Uit onzekerheid, hè: in een relatie ben je met zijn tweeën, en anders ben je maar alleen met je gedachten... Nu, is dat wild? Ik heb geen uitspattingen beleefd of zo.»
HUMO Ziekenhuizen staan bekend als een flirterige omgeving.
HAESEVOETS «Ze zeggen dat, hè (lacht). Een ziekenhuis is een plek waar mannen en vrouwen in shifts met elkaar werken. In een ander bedrijf zal er ook wel wat gebeuren, maar in een ziekenhuis zijn er meer kansen toe. Vroeger had je ook de mannelijke dokter die op een piëdestal stond, en de verpleegsters daaronder. Dat is nu minder het geval, maar er is nog altijd te weinig gelijkheid. En macht erotiseert, hè. Zelf heb ik me altijd weggehouden van zulke affaires, maar je hoort en je ziet wel wat.
»Zolang ze er niemand kwaad mee doen, mogen vrijgezellen doen wat ze willen. Maar soms zie ik dingen gebeuren en denk ik: ga toch eens na wat je allemaal kunt verliezen! Oké, je kunt in je huwelijk gevoelens krijgen voor een ander. Maar dan moet je jezelf afvragen: hoe komt dat? Werk dan aan je huwelijk! En zoek de problemen niet op. ‘Die collega is zo fijn, straks gaan we naar een afterworkparty!’ Níét doen! Iedereen is op een bepaald moment en in een bepaalde setting te verleiden, maar je moet de kat niet bij de melk zetten. Alcohol of niet, ik zou mijn man niet kunnen bedriegen. Ik zou mezelf niet meer kunnen aankijken in de spiegel.»
HUMO Ben jij een romantisch meisje?
HAESEVOETS «Toch wel, ja. Af en toe een kaartje schrijven, of een lief briefje... Daarin heb ik mijn man moeten opvoeden, maar tegenwoordig doet hij het héél goed. Ik geloof in het lot: het moest zo zijn dat ik hem ben tegengekomen. Als ik mijn andere specialisatie had voortgezet, dan had ik hem nooit leren kennen – en God weet waar ik dan was beland (lacht).»
HUMO Romantiek met twee kinderen: is dat mogelijk?
HAESEVOETS «Aan een relatie moet je sowieso werken. Met twee kinderen wordt het moeilijk, maar dan komt het erop aan om op tijd te zeggen: ‘Nu is het aan ons.’ Je ziet vaak dat ouders zich onbewust in de kinderen verliezen, en ik waak erover dat dat bij ons niet gebeurt.»
JALOEZIE
HUMO Wat vind jij onkuis binnen een relatie?
HAESEVOETS «Ik zit met mijn man volledig op dezelfde lijn. Kussen of zelfs schuren doe je niet. De stelregel is: ‘Als ik niet zou willen dat hij iets doet, dan doe ik het zelf ook niet.’ Ik zou er eerlijk gezegd al moeite mee hebben als hij flirterige sms’jes stuurde naar een vriendin. Ik ben best jaloers, ja.
»Ik draag nog de littekens van vroeger: ik heb toen mensen vertrouwd die niet te vertrouwen waren, en mijn buikgevoel te vaak genegeerd. Ik heb eens een vriend gehad die plots een bericht kreeg en zijn gsm paniekerig weglegde. Ik zei: ‘Ofwel laat je nu die sms zien, ofwel mag je je koffer pakken.’ Hij heeft beide gedaan (lacht).
»Omdat ik mijn geloof in trouw en in relaties helemaal kwijt was, heeft mijn man in het begin afgezien met mij, hoor. Ik was bezitterig en checkte voortdurend zijn gsm. Ik hoop dat er intussen hoogstens een charmante portie gezonde jaloezie overblijft.»
HUMO Wat als je man in jouw plaats aan ‘De mol’ had meegedaan?
HAESEVOETS «Ik weet niet of ik het hem zo makkelijk had gegund. Of nee, ik weet niet of ik het had aangekund. Want dan begint mijn molentje te draaien: ‘In die groep zal er wel een heel knappe en een heel toffe tussen zitten: o, nee! Straks ben ik hem kwijt!’
»Ik herinner me nog zijn vrijgezellenavond: ik was al máánden vooraf aan het stressen. ’s Morgens stuurde hij me een berichtje: ‘Mijn gsm is kapot, je kunt me niet bereiken.’ Ik heb toen berichtjes naar zijn broer gestuurd: ‘Hebben jullie al ontbeten?’ ‘Jaja, we hebben ontbeten.’ Héél zielig (lacht). Dat heb ik een paar uur volgehouden, tot ik geen reactie meer kreeg. Ik dacht: ik ga me niet laten kennen en ik ga slapen. Maar tegen halfvijf merkte ik dat ze nog altijd niet thuis waren. Ik wist het zeker: er is iets gebeurd! Die mannen zijn naar een hoerenkot gegaan! Straks loopt hier nog een kleine rond, één die niet van mij is! (lacht) Zo maalt dat in mijn hoofd, hè! Ik heb hem toen zestien keer proberen te bellen, voor iemand oppakte (imiteert vlekkeloos dronken gewauwel): ‘Hallóóó?!’ Ik riep: ‘Michaël, godverdomme, wij gaan níét trouwen!’ En niet veel later: ‘Sorry, schatje, ik heb een beetje overgereageerd.’ (Houdt haar handen voor haar gezicht) Elisabet toch!»
HUMO Op voorhand had je woede aangeduid als de hoofdzonde die het best bij je zou passen, maar jaloezie is toch een betere keuze.
HAESEVOETS «Die onzekerheid, hè, altijd maar die onzekerheid. De angst om alles te verliezen, en het besef dat het snel kan gaan. Stel dat mijn man ooit zegt: ‘Gisteren was je er niet, en ik ben vreemdgegaan.’ Ik zou mij daar niet overheen kunnen zetten.
»Voor alle duidelijkheid: ik ben alleen jaloers in relaties, op andere vlakken gun ik iedereen alles. (Denkt na) Behalve als ik vrouwen met een schoon sacoche zie lopen: dan móét ik die ook hebben.»
HEBZUCHT
HAESEVOETS «Het zou makkelijk zijn om te zeggen dat ik geen luxe nodig heb. Maar het went snel, en ik heb het wel graag. Maar ik zou nooit iets kopen om mijn status te onderhouden, en ik zal mij nooit beter voelen dan een ander omdat ik een bepaald merk wél heb. Als ik schoenen, kledij of sacochen koop, dan maakt het mij niet uit of die duur zijn of niet, ik moet het gewoon mooi vinden. Maar ik slaag er wel meestal in om er de duurdere dingen uit te pikken (lacht).
»Op het middelbaar in Hasselt was status en ‘de juiste kleren’ wél een heikel punt. Ik weet nog dat ik in de eerste turnles werd uitgelachen omdat ik onder mijn uniformrokje niet de juiste sokken aanhad. Er stonden geen paardjes op: ‘Je moet wel Ralph Lauren hebben, hè.’ Toen ik aan mijn ouders die chique kousen vroeg, zeiden ze: ‘Wij moeten drie kinderen kleden én door de unief loodsen: weet jij wel wat dat kost?’ Als puber was ik daar kwaad om, want ik wilde erbij horen. Dat heb ik overgehouden van mijn middelbaar: het hooghouden van de uiterlijke schijn. Belachelijk.»
HUMO Hoeveel sacochen liggen er in je kast?
HAESEVOETS «Te weinig, ik moet er nog véél meer kopen! (lacht) Mijn man zegt altijd: ‘Hoe kun je daar nu zoveel geld aan uitgeven?’ Maar bij mannen gaat het om auto’s: wat is een klein sacocheke daartegenover?»
HUMO Wat is je dierbaarste bezit?
HAESEVOETS «Mijn trouwring. Als ik die aanheb, voel ik me sterker. Jammer genoeg heb ik ’m niet kunnen meenemen naar Vietnam: als ik die was kwijtgespeeld tijdens een proef, dan had ik het mezelf nooit vergeven. Die heeft een te grote emotionele waarde.»
GULZIGHEID
HUMO De makers van ‘De mol’ zeiden in Humo: ‘Onze grootste angst is een mol die zich bedrinkt.’ Heb jij ze doen beven?
HAESEVOETS «Neuh. Op tv lijkt het alsof ik in die proef met het diner het ene glas wijn na het andere achteroversla, maar dat waren telkens héél kleine glaasjes (lacht). Ik was hoogstens een beetje tipsy. En zelfs met een glaasje te veel op zal ik me niet snel verspreken.»
HUMO Een goede dronkaard.
HAESEVOETS «Alleszins een happy drunk! Ik heb me in Vietnam niet ingehouden, maar ik heb me uitstekend gedragen.»
HUMO Dokters heten gevoelig te zijn voor verslavingen: ze hebben toegang tot voorschriften en drinken bovengemiddeld veel.
HAESEVOETS «Dokter zijn is geen job, maar een levenswijze. Je denkt eerst aan anderen en dan pas aan jezelf. Dat is veeleisend. Ik begrijp dus wel de reflex om even alles te willen vergeten, al was het maar om dat brein, dat non-stop bezig is, even het zwijgen op te leggen. Vandaar die gevoeligheid voor verslavingen, denk ik.»
HUMO En jijzelf?
HAESEVOETS (meteen) «Ik ben zéker vatbaar voor verslavingen. Zelfs bij eten of sporten heb ik de neiging om te overdrijven. Zo zal ik nooit experimenteren met harddrugs: ik wéét dat ik er mogelijk mee weg zou zijn. Veel mensen hebben weleens cocaïne geproefd, maar ik wil dat niet opzoeken. Wat als je er plezier aan beleeft en verslaafd wordt? Nee, dank u.»
HUMO Je onzekerheid is een rode draad in dit gesprek. Wil dat zeggen dat jij je kunt verliezen in diëten en gezondheidsrages?
HAESEVOETS «In de periode dat ik mij minder goed voelde, heb ik een eetstoornis gehad. Dat ligt nu achter mij, maar ik kan me zeker verliezen in diëten, ja. De foto’s van die modellen in de boekjes komen hard aan als je een jong meisje bent. Ik ben heel klein en ik zal nooit van die benen hebben. Ik begon te denken: ik kan alleen maar gelukkig worden als ik slank ben. Veel vrouwen zullen zich daar wel in herkennen.»
HUMO Ik zou zeggen: je bent toch mooi?
HAESEVOETS «Het is ook een manier om controle te hebben over de dingen die rondom je gebeuren. Je eigen lichaam heb je in de hand en je kunt er andere dingen door vergeten. Het is een heel complex gegeven. Het komt veel meer voor dan je denkt, zelfs bij mensen van wie je het niet zou verwachten. Laatst had ik nog een meisje van in de 20 dat niet groter dan 1 meter 52 was. Ze hadden haar gezegd dat ze te klein was om verpleegster te worden: wát een zever! Ze stuurde me een berichtje: ‘Ik voel me al mijn hele leven slecht, maar als ik jou zie, dan kijk ik echt naar je op.’ Ik geloofde mijn oren niet en heb toen even met haar gechat om haar een hart onder de riem te steken.»
HUMO Laatste vraag: sommige kandidaten vinden ‘De mol’ de mooiste ervaring van hun leven.
HAESEVOETS «’De mol’ komt zeker in mijn top vijf, misschien zelfs mijn top drie! Maar de mooiste momenten blijven toch mijn huwelijksaanzoek en de geboorte van mijn kindjes. En ook: het moment waarop ik weer zwanger was. Ik had na tien weken een miskraam gehad – dat komt vaak voor, maar ik was er niet goed van – en toen het opnieuw zover was, was ik in de hemel.
»Zo was het ook bij de finale van ‘De mol’. Pakweg vijftien jaar geleden voelde ik mezelf zoveel minder dan al de rest. En nu denk ik: ik ben getrouwd, ik heb twee prachtige zonen én ik ben de mol geweest. Wie had dat ooit gedacht? Alle miserie ligt achter mij, ik ben gewoon gelukkig.»