tv-tips'37°2 le matin'
In ‘Betty Blue (37°2 le matin)’ spat de passie van de naakte lijven
Vanavond wordt deze erotische cultclassic uit 1986 uitgezonden. Humo's filmjournalist Erik Stockman liet zijn licht over deze film van Jean-Jacques Beineix schijnen. Licht, camera, minnekoorts!
Canvas, 21.30 uur
Geloof ons, we hebben hard geprobeerd om haar nog heel even buiten de deur te houden – wij zijn nu eenmaal op onze rust gesteld en bovendien is geen enkele man ooit klaar voor een vrouw als zij - maar nu is er geen houden meer aan. Op haar karmozijnen muiltjes, met haar vuurroodgestifte lippen, en met die oorringen van haar waar je een arm kunt doorsteken en die goedkope, in één of ander lunapark opgeviste roze plastic armbanden rond haar polsen, komt ze als een furie de erotische cultclassicsfranchise binnenstormen: Betty (Béatrice Dalle), het hoofdpersonage uit ‘37°2 le matin’, ook wel gekend als ‘Betty Blue’, ook wel gekend als één van de grote liefdesverhalen uit de cinema. In de eerste scène zien we Zorg (Jean-Hugues Anglade), een klusjesman die zich in een afgebladderd huisje nabij het strand ophoudt, en Betty hijgend en kermend de good old in and out bedrijven. ‘We kenden elkaar een week,’ zo vertelt Zorg in de voice-over. ‘We neukten elke nacht. Maar het weerbericht voorspelde storm.’
De passie spat van hun naakte lijven, maar het sombere timbre van de vertelstem – de stem van een man die een overlijdensbericht voorleest – laat onmiddellijk doorschemeren dat er narigheid op til is. Hun relatie sist heftig – ze drinken champagne rechtstreeks uit de fles, schenken roséwijn in gigantische colaglazen, gaan loos op jazzplaten, en rampetampen tot de vonken ervan af vliegen. En och, dat Betty zich af en toe ietwat té heftig gedraagt - het tafelblad vrijmaken door alle glazen en borden op de vloer te smijten, de gewoonte om elke deur loeiend hard achter zich dicht te slaan, zomaar haar jurkje opheffen en haar ondergewas aan de mannen tonen, het huisje in brand steken - lijkt bij de amour fou te horen; want wie verliefd is verliest zijn bezinning en gedraagt zich als een dronkelap of als een gek.
Hun liefde is – om de personages maar eens te citeren – ‘dy, het is na, het is miet, het is dynamiet!’; en Betty is een turbo op een snelweg die gemaakt is voor Diesels; ze gaat 180 km/u op een weg waar je maar 45 mag; ze is een bloedmooie bolide die fullspeed door de bebouwde kom van Zorgs leven scheurt. Maar gaandeweg sluipt er toch iets onheilspellends haar gedrag binnen, en wanneer ze tijdens een ruzie in een restaurant een vork in iemands bovenarm plant begint het ons te dagen dat ze, nou ja, gewoonweg knetter is. Ook in de tweede helft van de film valt er nog hard te lachen met de dolle dynamiek tussen die twee - Zorg die aan het doodsbed van de moeder van een vriend rechtstaand in slaap valt; de poedelnaakte Zorg die met behulp van een bezemsteel een slaapfauteuil tracht open te wrikken. Maar ook Zorg begint doorheen de verblinding van de liefde stilaan te beseffen dat het een ongeleid projectiel is dat zijn leven is binnengeknald. ‘Je t’aime’, zegt Betty nog wel, maar eigenlijk is ze op dat moment al ver weg, afgesneden van de wereld, op een plek waar ze alleen nog maar de stemmen in haar hoofd hoort. Borderline, zo noemen ze zo iemand, naar ‘t schijnt.
Wat begint als een hoogmis van hitsigheid, eindigt aldus in een tranendal. Het mooie aan de liefdesgeschiedenis van Zorg en Betty is dat zij het beste is dat hem ooit is overkomen; maar het tragische is dat hij haar niet kan redden. Misschien staat dit ons vroeg of laat allemaal te wachten; misschien is de liefde, wanneer alles gezegd en gedaan is, effectief alleen maar een bron van treurnis; misschien komen we vroeg of laat allemaal tot het besef dat de passie en de euforie en de minnekoorts die koppels in het begin van een romance beleven, eigenlijk slechts iets kortstondigs is. Maar nu nog niet; nu laten we ons nog even meeslepen door onze hartstochten. Laten we de colaglazen in duizend stukken slaan en de huisraad door het raam naar buiten smijten, laten we champagne uit de fles drinken en onze lippen vuurrood verven, en laten we ons overgeven aan de liefde tot de vonken er vanaf vliegen.