televisie★★½☆☆
In de jury van ‘The Greatest Dancer van Vlaanderen’ zaten twee internationale choreografes, én Niels Destadsbader: ‘hij werkt soms met dansers’, was het excuus
De blitzkrieg blijft de beste verdediging, kon je vaststellen toen Siska Schoeters de onvermijdelijke critici van ‘The Greatest Dancer van Vlaanderen’ a priori omver mitrailleerde in de krant. ‘Ik kan nu al perfect voorspellen welke journalist wat zal schrijven’, zei ze, een gelegenheidsmedium. ‘Gesproken als iemand die ‘Zomerhit’ gepresenteerd heeft’, dacht ik dan weer, want ik heb er net stilaan een handje van weg om perfect te voorspellen welke schermgezichten straks in welke programma’s zullen opdraven. Ik zou nog vergeten dat ik haar best hoog heb zitten.
Er werd in de aanloop ook net iets te graag vermeld dat ‘The Greatest Dancer’ van oorsprong een BBC-product is, vond ik. Als gidsland heeft Engeland de laatste tijd dan ook jammerlijk in aanzien ingeboet. Dat in feite de notoire gladjakker Simon Cowell de ware bezieler is van ‘The Greatest Dancer’, werd naar mijn gevoel al minder opgerakeld. Dat de BBC er na twee jaargangen alweer de stekker uittrok al helemaal. De reden voor dat opdoeken kan ik wel raden, want aan ‘The Greatest Dancer van Vlaanderen’ is bij benadering niets origineel, noch de kromspraak in de titel, die van de weeromstuit ‘The Voice van Vlaanderen’ nog lekker zou doen bekken, noch het studiogedeelte, dat tegelijk doet denken aan ‘Belgium’s Got Talent’. De stoelen uit ‘The Voice’ waren ook gejat, maar zijn nu een spiegel: danst een kandidaat op niveau, dan schuift dat ding open en wordt hij of zij blootgesteld aan het bijzonder veelkoppige publiek. ‘The Greatest Dancer’ was immers de grootste danscompetitie ooit, vernam je aan het begin: de nieuwste manche in een wapenwedloop waarvan nog moet blijken of er aan de meet wel sprake zal zijn van winnaars.
Lees ook: Siska Schoeters en Aster Nzeyimana: ‘Met de hand op het hart: in ‘The Greatest Dancer’ zijn de emotionele momenten oprécht emotioneel’
Òf de spiegel openging, lag volledig in handen van het publiek, waarvan minstens driekwart hun gunst moest laten blijken. ‘Het publiek heeft altijd gelijk’, oreerde jurylid Niels Destadsbader. Zal hij wel zeggen. Om dat democratische aspect in de verf te zetten, werden bepaalde ingezetenen van het publiek ook behangen met een microfoon, teneinde de vox populi te registreren tijdens verzuchtingen als ‘Daar zit héél veel gevoel in’, ‘Dàt zal wel aanslaan!’, of zelfs ‘Stel je voor dat die hier iets breekt’. ‘The Greatest Dancer’ zou dan ook meer op een verhalend karakter bogen dan de vele, véle vormvarianten, was ons beloofd. Alsof in programma’s als dit al niet genoeg afgeluld wordt tussen twee charlestons door. En voor de rest maar staande ovaties geven natuurlijk, dat spreekt. Ook onder de deelnemers zag je de democratische gedachte gloren. Iédereen mocht meedoen: jonge kinderen, de gebruikelijke danspelotons die een bus moesten charteren om ter plaatse te geraken, boekhouders van middelbare leeftijd, zelfs zestigers die zich tijdens het salsadansen ook echt in het Spaans uitdrukken. Nu ja, voor die twee laatsten bleef de spiegel wel onverbiddelijk potdicht. Ze kunnen nog altijd aanlopen bij de CD&V, want naar verluidt zijn ze daar op zoek naar zulke lui voor de kieslijsten.
Dat trucje met de spiegel, waarvoor ze in het Engels het kiene woordje ‘gimmick’ hebben bedacht, was natuurlijk van ondergeschikt belang aan het effect dat ermee gesorteerd werd. Zoals elk programma van dergelijke pluimage is ‘The Greatest Dancer’, meer dan onontgonnen danstalent, dan ook uit op emotie. Tranen liefst, of zulke gebeurlijke wateroverlast nu het gevolg is van ontroering, teleurstelling, of desnoods een tapdansschoen die in de coulissen op je tenen is komen staan. Bij de smadelijke nederlaag van de salsadansende zestiger was het Niels Destadsbader zélf die een traantje plengde vanuit de jury, want ofschoon het beslissingsrecht voorlopig voor het volle pond in handen is van het gepeupel, zat er centraal in de studio toch nog een jury werkloos te wezen. Naast Destadsbader zetelden daarin Laurien Decibel en Annabelle Lopez Ochoa, choreografes die zodanig internationaal doorgebroken waren dat ik als Belg al geen benul meer had van wie ze waren. Destadsbaders expertise was daarentegen minder eenduidig. ‘Hij werkt soms met dansers’, was het excuus, waarna ik het gevoel niet langer de baas kon dat Niels Destadsbader zoals wel meer CEO’s vooral kwam om goedkope werkkrachten op te scharrelen. Laat ik ook maar niet voorbijgaan aan de rol van Aster Nzeyimana, al langer zwoegende om het zware juk van de sportjournalistiek van zich af te werpen. In dit programma dacht ik ‘m aan de zijde van Schoeters zelfs even gezien te hebben terwijl hij de héle journalistiek ver achter zich liet, of toch die schaarse gunstige kwaliteiten die je daar nog mee in verband brengt.
Vorige week vroeg Humo nog wat hét verschil was tussen ‘The Greatest Dancer’, een programma van de openbare omroep, en de varianten bij de commerciële concurrentie. Zìj zouden niet onderbroken worden door reclame, antwoordde Schoeters. Veel meer moest je inderdaad niet willen in de eerste aflevering. Niet zo gek lang geleden mocht je daar nog iets van vinden - vooral als je zelf toevallig werkte bij de VRT. ‘Laat ze boenwas vreten’, is wat mij betreft dan ook een te weinig gehoorde repliek als iemand in glitterjas de mond vol heeft van een vermeend gebrek aan shiny floors bij een openbare omroep. In het Engels klinkt het nòg beter.
Lees ook: De eerste afvaller! Herman ‘Skiwi’ Verbruggen: ‘Het eindigde met blèten in de auto’
In de eerste aflevering van ‘The Masked Singer’ werd Angèle alweer drie keer genoemd ★★☆☆☆