film★☆☆☆☆
In het tenenkrullende ‘Blood and Honey’ is Winnie de Poeh plots een moordzuchtige bouwvakker
Wat gebeurt er wanneer de auteursrechten van een iconisch boek als ‘Winnie de Poeh’ plots in het openbaar domein vallen? Poeh en co. die hun aaibaarheidsfactor op nul zetten en aan het moorden slaan, blijkbaar. En ja, u hoort het goed: dat is het geluid van A.A. Milne die zich in zijn graf omdraait.
Regisseur Rhys Frake-Waterfield heeft met zijn langspeelfilmdebuut meteen enkele gevoelige snaren geraakt. ‘Hoe durf je van het schattige beertje uit onze jeugd een bloeddorstig monster te maken?!’, klinkt het uit alle hoeken van de wereld. Er zijn doodsbedreigingen naar zijn hoofd geslingerd, petities gestart, politie gebeld, maar ondertussen bracht de film al meer dan het tienvoudige van zijn budget op. Frake-Waterfield grapte trouwens al dat hij met deze film ‘de kindertijd van zeven miljard mensen zou afpakken’. Je mag de ‘kinder-’ gerust laten vallen.
‘Blood and Honey’ begint met een animatie over de jonge Christoffer die onze geliefde diertjes Poeh, Knorretje, Tijgetje, Iejoor en Uil ontdekt in het Honderd Bunderbos. Ze raken bevriend en Christoffer brengt hen elke dag eten, tot hij gaat studeren. Dan slaat het noodlot toe: het is winter, onze vriendjes zitten zonder eten, en Iejoor moet eraan geloven. De eens onschuldige beestjes hebben de smaak voor bloed en wraak te pakken. Jaren later neemt een onwetende Christoffer zijn vrouw Mary mee naar de plek van zijn jeugd om haar voor te stellen aan zijn kompanen, maar ze ontdekken al snel dat er iets niet klopt. Mary mag het – sorry, spoilers – bekopen met haar leven, Christoffer wordt het nieuwe martelspeeltje van Poeh. Maar dan dient een verse lading mensenvlees zich aan: een groepje meiden van vage leeftijd en holle persoonlijkheden trekken er even op uit en kiezen het moordbos, want hoe zou het ook. We moeten een slasher maken, mensen!
Lees ook:
Ook in het vierde seizoen is ‘You’ nog altijd een beetje ‘The Masked Singer’ onder de Netflix-series ★★☆☆☆
Goeie ouwe actiecinema en indommelen met Tom Hankzzz: de films die u (niet) in de bioscoop moet zien
Er valt weinig goeds te zeggen, maar we beginnen met een positieve noot: we hebben ons toch enkele keren smakelijk vermaakt. De ene scène waarin ons hoofdpersonage Maria een bloederige ‘Get out’ leest op de glazen deur van hun afgehuurde blokhutje, en doodserieus ‘De persoon die ons achternazit, heeft dat waarschijnlijk geschreven’ mijmert. Zowat elk moment met Knorretje die tevreden knort bij het zien van zijn slachtoffers. Een van de laatste grote bloedbaden in de film, waar vier rednecks Poeh omsingelen en we plots in een ‘Monty Python’-achtige sketch zitten (‘Het is geen beer, maar het is ook geen man!’). De scène waar de generiek spannende muziek plaatsmaakt voor een sentimenteel deuntje en twee personages elkaar de liefde verklaren, luttele seconden voor Knorretje een van hen in het zwembad duwt en haar na een onbedoeld komische ‘achtervolging’ de kop inslaat.
Het meest angstaanjagende aan de film zijn net dát soort momenten: vlugge melodramatische woordenwisselingen waarvan we spontaan ineenkrimpen, maar die toch o-zo-serieus worden genomen. Nochtans had ‘Blood and Honey’ zich perfect geleend aan het horrorkomediegenre. Een gele half-beer-half-bouwvakker die een ravage aanricht schrééuwt camp. Of een paar meta-grapjes het script hadden gered, valt natuurlijk te betwijfelen, maar slechter kon het in ieder geval niet worden. Misschien de volgende keer even ChatGPT raadplegen? Of was dat met een budget van 100.000 dollar al eens gebeurd?
Toch een lichtpuntje: de speeltijd duikt net onder de 90 minuten, dus het plot – voor zover er een is – neemt genoeg vaart. Vrij vertaald: er worden weinig minuten verkwist aan nog maar enige vorm van intelligente storytelling of karakterontwikkeling, maar in plaats daarvan krijgen we wel genoeg bloed op ons bord. Wie het enkel en alleen om kills te doen is en geen spontane allergische reactie krijgt van barslecht acteerwerk, kan nog aan zijn trekken komen. Dan neem je de iMovie-achtige special effects er maar bij.
Toegegeven: we stapten de zaal binnen met wel heel lage verwachtingen. Maar ergens hoopten we op een so bad it’s good-film. Een cultklassieker in de maak. Helaas bleef het bij een so bad it’s bad. En als deze prent jouw kindertijd niet heeft verpest, dan probeert Frake-Waterfield het ongetwijfeld nog maar eens met zijn sequel én de opkomende Bambi- en Peter Pan-horrorfilms. Hij wil een soort Marvel Cinematic Universe opbouwen, maar dan met bloeddorstige sprookjes en een stuk bescheidener budget. Dat is pas échte horror!
Nu op Humo:
Helmut Lotti: ‘Mijn eerste vrouw en ik hebben elkaar heel erg beschadigd. Het roepen, het schelden: dat krijg je nooit uitgewist’
Al onze tv-recensies lees je hier
Violet Braeckman: ‘Ik ben heel graag vrouw, al word je daar soms ook op afgestraft. Door piemels in je dm’s te krijgen, bijvoorbeeld’