Televisie★★★☆☆
In ‘The Guilty’ op Netflix bezondigt Jake Gyllenhaal zich aan pijnlijke overacting
Toen in april bekend werd gemaakt dat Leonardo DiCaprio’s productiehuis Appian Ways de rechten op de Engelstalige remake van het Deense meesterwerkje ‘Drunk’ had binnengehaald, weerklonk op de sociale media onmiddellijk het even voorspelbare als onvermijdelijke gefoeter en geknor: ‘Overbodig! Waarom een remake maken van iets dat goed is? De Amerikanen moeten maar ondertitels leren lezen en naar de originele film kijken!’ Regisseur Thomas Vinterberg reageerde milder: ‘Leonardo is een geweldige acteur die altijd interessante dingen doet. Ik kijk uit naar de remake’.
Zo is dat maar net, Thomas: op z’n minst zal het gewoon leuk zijn om te zien of Leo net als Mads Mikkelsen onder het grommen van ‘Rrrhaaaah!’ vier of vijf loodzware Sazerac-cocktails naar binnen zal kappen. Of zal Leo zich, gezien de strengere Amerikaanse alcoholwetten, beperken tot één of twee slokjes Budweiser? Laat die remake dus maar komen: het zal ons benieuwen wat de Amerikanen met het basismateriaal gaan aanvangen. En kijk, dat is nu exáct wat wij ook dachten toen ons ter ore kwam dat Netflix zou uitpakken met een remake van een andere bewierookt Deens drama, het uit 2018 daterende ‘Den skyldige’. Ook in dit geval kun je stellen dat zo’n remake volstrekt onnodig is, en dat Netflix evengoed de originele film had kunnen programmeren, maar hey, wat er is nu eigenlijk verkeerd aan een nieuwe bewerking van een reeds gekend deuntje?
Wanneer Julia Stone een cover maakt van ‘Beds Are Burning’ gaan we toch ook niet beginnen te leuteren? Kijk trouwens eens naar die namen: Jake Gyllenhaal (die ironisch genoeg ook belangstelling toonde voor een remake van ‘Drunk’) speelt de hoofdrol, de gedegen actieregisseur Antoine Fuqua (‘The Equalizer’, ‘Olympus Has Fallen’ ‘Training Day’) stond achter de camera en het script komt uit de pen van ‘True Detective’-showrunner Nic Pizzolatto. Met al dat talent op de generiek kun je toch niet anders dan met geprikkelde nieuwsgierigheid voor het scherm gaan zitten?
Algauw blijkt dat de Amerikanen het vlees en de botten van de orginele Deense film bijna integraal hebben overgenomen: opnieuw bevinden we ons in een alarmcentrale waar een met headphones uitgeruste agent (Gyllenhaal) allerlei noodoproepen zit te beantwoorden: ‘911. Dit is operator 625. Wat is het adres van uw noodgeval?’ Een hulpkreet van een arrogant rijkeluiszoontje dat in zijn auto werd beroofd door een prostituée valt bij de grinnikende Joe op een koude steen, maar wanneer er een telefoontje binnenloopt van een angstige dame die zich tegen haar wil in een voortsnellende auto bevindt, beseft hij onmiddellijk - check Gyllenhaals plotsklaps gefocuste blik - de ernst van de situatie. En net zoals in ‘Der skyldige’ begint vervolgens een race tegen de klok waarbij Joe vanop zijn stoel in de meldkamer op basis van luttele aanwijzingen de identiteit van de vrouw, de locatie van de auto en de ware toedracht van de situatie tracht te achterhalen.
De enige uitgesproken veramerikanisering die Pizzolatto heeft doorgevoerd, is dat de actie van Kopenhagen werd verplaatst naar de door hevige bosbranden geteisterde omgeving van Los Angeles, wat Fuqua de gelegenheid biedt om in het begin van de film uit te pakken met een machtig shot van een gouden vuurgloed boven de skyline van de metropool. De rest van de film speelt zich bijna helemaal af tussen de vier muren van de meldkamer, maar geen nood: door een efficiënt gebruik van closeups van Gyllenhaal, shots van flikkerende computerschermen en een dynamische beeldmontage lukt het Fuqua, een geweldige vakman, om zijn versie voor een stukje spannender, energieker en gezwinder te maken dan de ietwat slepende originele film.
Voor de in elke scène zittende Gyllenhaal is de rol van Joe natuurlijk een droomkans om zijn brede bereik te demonstreren: hij mag een mentaal aan de grond zittende, door innerlijke demonen gekwelde flik vertolken die én een ontvoeringszaak dient op te lossen, én in een pijnlijke echtscheiding zit verwikkeld, én morgen vanwege een pijnlijk incident voor de rechtbank moet verschijnen, én die tot overmaat van ellende lijdt aan astma en tussen de telefoontjes door geregeld een puffertje aan zijn lippen moet zetten. In de scènes waarin de overkokende Joe zijn collega’s afsnauwt toont Gyllenhaal zijn klasse, maar tijdens zijn Grote Slotscène - Joe’s onvermijdelijke biecht en loutering - bezondigt hij zich aan - ach, het overkwam Marlon Brando ook weleens - pijnlijke overacting.
Slotsom? Al bij al verschilt ‘The Guilty’ niet zoveel van ‘Der skyldige’. Over het origineel schreven wij indertijd dat de film zeker in de tweede helft meer wegheeft van een klef psychologisch drama dan van een strakke telefoonthriller. Idem dito voor de Netflixversie.