null Beeld © VRT
Beeld © VRT

televisie★★★½☆

In ‘Wereldrecord’ toonde Tom Boonen dat ‘de kantjes eraf rijden’ ook een levenkunst kan zijn

Jeroen Maris

In de derde reeks van ‘Wereldrecord’, het programma waarin Maarten Vangramberen zich als een nijvere studax de wetenschap achter bijzondere sportexploten laat doceren, hoeft het niet meer per se over wereldrecords te gaan. ‘Iconische sportprestaties’ volstaan, en die verbreding van de levensader doet het programma goed. Op die manier kan Vangramberen zich immers ook vastbijten in gedenkwaardigs uit pakweg het voetbal, het boksen en het tennis. En het wielrennen: in deze aflevering reisde hij naar 2005, naar Tom Boonen – de kampioen-to-be won toen voor het eerst Parijs-Roubaix, op een bepaald indrukwekkende manier.

Als altijd liet Vangramberen zich ook praktijklessen welgevallen. Die begonnen bij de vraag hoe een mens zich veilig en comfortabel in de buik van een peloton nestelt – belangrijk in de eerste honderd kilometer van Parijs-Roubaix, waarin geen enkele kassei groeit. Echt boeiend werd het zodra Vangramberen zo’n secteur pavé onder z’n wielen geschoven kreeg, en de wetenschap volle monden mocht meepraten. Het ging over trillingen, over vermogen, over de juiste motor (als in: gewicht en postuur van de wielrenner, niet: het tweede verblijf van Renaat Schotte). En over de fiets, natuurlijk. Kurt Roose, al meer dan twee decennia materiaalman bij Quick-Step, toonde de fietsen van de wielerploeg die een heel jaar op stal staan, en alléén voor Parijs-Roubaix gebruikt worden. Dat de dikte van de tubes en de spanning erop van cruciaal belang zijn in de kasseiklassieker verbaasde niet, maar wél dat die fietsbandjes jaren liggen te chambreren in een zogeheten rijpingskamer – tot ze de juiste hardheid hebben, en aan hun Parijs-Roubaix mogen beginnen.

Vangramberen liet telkens de juiste wetenschapper of ervaringsdeskundige aan het juiste draadje trekken, maar de ware ster van deze aflevering was toch Tom Boonen, die zich zeventien jaar na zijn eerste overwinning in Parijs-Roubaix nog steeds van een weldadig klinkend Kempisch bedient, en ook nog altijd het onderkoelde understatement afwisselt met lachende bon mots.

Nadat Claus Claeyswe see what you did there, papa en mama – van de onderzoeksgroep trillingen en geluid van de KU Leuven Vangramberen met de nodige academische precisie het verschil tussen een ritje op asfalt en eentje op kasseien had geduid, kwam Boonen de wetenschap door poëzie vervangen: ‘Ge moet u voorstellen da ge in nen bak lijm fietst,’ vatte hij het dokkeren over kasseien samen. En toen later ook de ideale stuurbehandeling wetenschappelijk geduid werd – níét het rood uit je knokkels knijpen, wel het stuur losjes laten dansen – vulde Boonen aan met een meer prozaïsche tip: ‘Het geheim is: zo weinig mogelijk op de kasseien rijden. Waar het kon, zocht ik gras en gootjes op.’ De kantjes eraf rijden: een levenskunst.

In het begin van de aflevering had Boonen al de beelden van zijn markante overwinning – de eerste van vier zeges in die prachtige kasseiklassieker – mogen herbekijken, en één en ander laconiek samengevat als ‘een foutloos koerske’. In dat prettige pingpong tussen doorgedreven wetenschappelijke analyse en relativerende nuchterheid van de hoofdrolspeler zelf lag de grote sterkte van deze aflevering. Voorzichtig ontsluieren, niet brutaal ontkleden: dat is wat Vangramberen in ‘Wereldrecord’ met de mythe doet.

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234