tv-tipErik Scherder onderzoekt
Is gedeelde smart echt halve smart? Deze Nederlandse ‘Lieven Scheire’ neemt tegelwijsheden onder de loep
In zijn nieuwe tv-programma onderzoekt hersenprofessor Erik Scherder of tegelwijsheden echt kloppen. De popularisering van de wetenschap vindt hij ingewikkeld. ‘Collega's vinden het vaak te kort door de bocht wat ik doe.’
Drie breinen, nog wat plakjes en andere ondefinieerbare flubbers liggen in witte bakjes. Ze schudden een beetje omdat het karretje waarop ze staan onderweg is naar de snijzaal. Daar zal hersenprofessor Erik Scherder uitleggen waar de hippocampus zit, een deel van de hersenen dat gevoelig is voor chronische stress. De hersenen op het karretje hebben obscure kleuren, alsof ze de tand des tijds niet helemaal goed hebben doorstaan.
Met een luide lach legt Scherder uit: ‘Nee, ze zijn niet groen uitgeslagen. Ze zijn aangekleurd. Zo kun je precies zien waar de drie grote bloedvaten lopen.’
In zijn nieuwe programma Scherder onderzoekt wil de professor neuropsychologie ontdekken wat er klopt aan tegelwijsheden. Het programma is een combinatie van wetenschappelijke proeven en psychologie. In de eerste aflevering vraagt Scherder zich af of gedeelde smart echt halve smart is. Daarbij laat hij zien hoe eenzaamheid tot chronische stress kan leiden. Heel actueel nu zowel ouderen als jongeren vaak alleen zijn door de coronamaatregelen.
Scherder is zelf niet eenzaam, maar zijn drie kinderen heeft hij door de coronamaatregelen al maanden niet kunnen knuffelen. ‘Daarom was het interessant om te ontdekken of je eenzaamheid ook op afstand kunt bestrijden. En of telefonisch gedeelde smart ook halve smart is. Of dat bellen, waartoe we nu zijn veroordeeld, ook echt zin heeft.’
Hiervoor deed hij een straattest met vrijwilligers die hun hand in een bak ijswater houden. Ze moeten aangeven als het echt pijn gaat doen. Scherder neemt de tijd op. Daarna volgt dezelfde test opnieuw, maar mogen de vrijwilligers de hand van een geliefde vasthouden. Wat blijkt: ze houden het een stuk langer uit met hun hand in het ijswater. Maar wat als ze hun geliefde alleen aan de telefoon kunnen spreken?
Kritiek van collega’s
‘Dit is nu natuurlijk heel actueel,’ zegt Scherder. ‘Onze proef was superbescheiden, maar het bleek te werken. Ook telefonisch kun je smart delen. De geliefden waren wel geïnstrueerd om wat aardigs te zeggen en daaruit volgden heel grappige ontboezemingen. Een vrouw zei: ‘Goh Henk, wat lief. Dat heb je in jaren niet tegen me gezegd’.’
Scherder vond het geweldig om het programma te maken. Het moest toegankelijk zijn, maar wel met een serieuze wetenschappelijke basis. ‘Niet te diep, maar zeker geen flauwekul. Mijn bijdrage is relatief bescheiden, ik ga vooral op bezoek bij mensen die deskundig zijn op de verschillende onderwerpen die we behandelen.’ Die haken elke aflevering aan bij de actualiteit. De volgende aflevering heet ‘Kiezen doet verliezen’ en die komt vlak voor de verkiezingen in Nederland.
Hoewel licht verteerbaar, de proeven en onderzoeken in het programma zijn wel serieus. In het productieteam zitten ook wetenschappers die controleren of alles klopt en of de gebruikte onderzoeken valide zijn. Scherder vindt het best ingewikkeld om een goede balans te vinden tussen dingen begrijpelijk uitleggen en toch voldoende wetenschappelijk onderbouwen.
‘Het is best moeilijk om los te komen van de kritiek van collega’s. Die vinden het vaak te kort door de bocht wat ik doe. Maar als je niet bereid bent om die kritiek los te laten, dan lukt het niet. Van het team krijg ik nog steeds regelmatig te horen dat het juist veel te complex is wat ik wil uitleggen. Jargon of te veel details zijn taboe als je het voor een breed publiek begrijpelijk wil houden. Als het wél lukt om het brein eenvoudig uit te leggen, dan worden mensen enthousiast.’
Een fantastisch orgaan
Die kritiek van collega’s vindt Scherder best vervelend. ‘Ik ben daar gevoelig voor. Ik snap ook wel dat het complexe materie is, maar soms moet je offers brengen om ook mensen die er minder vanaf weten mee te krijgen. Ik vind het naar dat ik daarom soms gefileerd word. Maar ik vind het wel echt leuk om dit soort programma’s te maken en mensen iets te leren. Het is net als college geven, eigenlijk.’
Terug naar de hersenen op het karretje. In de snijzaal voelt Scherder zich zichtbaar in zijn element. In zijn handen houdt hij een brein, zo voorzichtig alsof hij een kostbaar Fabergé-ei vast heeft. ‘Elke keer als ik hier ben denk ik: hoe bijzonder is dit. Dat ik hier een mens in mijn handen heb, die hiermee heeft geleefd en gewerkt, liefgehad, gesport, geslapen. Wat een fantastisch orgaan.’
Hij laat zien dat diep in de walnootvorm van de hersenen de hippocampus ligt die belangrijk is voor het geheugen, maar ook stress kan controleren. ‘Als de hippocampus het niet zo goed doet, merk je dat in het geheugen, en omdat de stress niet verdwijnt.’ Van stress krijg je nog veel meer gruwelijke aandoeningen, legt Scherder uit. ‘Eenzaamheid kan leiden tot chronische stress, en dat kan leiden tot kwetsbaarheid van de hippocampus en van uw bloedvaten. Dus, let op mensen die eenzaam zijn.’
Opstaan en bewegen
Scherder wijst op de andere pandemie waaraan wereldwijd jaarlijks 5,3 miljoen mensen overlijden en die in 2012 officieel werd erkend door de WHO: Physical inactivity. ‘Het gaat om ziekten gerelateerd aan zitten. En daar hoor je nooit een kip over. En als er dan een miljoen mensen overlijden aan corona, wat natuurlijk verschrikkelijk is, dan staat het in alle kranten. Die twee pandemieën horen bij elkaar.’
‘Want door dat zitten is je afweersysteem in elkaar gestort en dan kun je ziektes krijgen als diabetes type 2, hart-en-vaatziekten en obesitas. Al zijn er natuurlijk ook andere oorzaken voor het feit dat mensen overgewicht hebben. Ook internationaal wordt geroepen dat de twee pandemieën een nauwe relatie met elkaar hebben.’
‘Erik Scherder onderzoekt: Gedeelde smart is halve smart’, vanavond om 20.25 op NPO 2.
(Trouw)