OpinieOscars 2020
Is Joker eigenlijk wel een goede film?
Het is zover – de Oscars worden bijna uitgereikt, vannacht is het zover. 2019 is een sterk filmjaar gebleken – de genomineerden voor Beste Film komen bijna louter van bewezen topregisseurs als Sam Mendes, Quentin Tarantino en Martin Scorsese of van ‘nieuwe smaken’ die zich definitief bewijzen als de Nieuwe Groten – Greta Gerwig bijvoorbeeld, en zeker Boon Jong Ho, die met zijn Parasite een onwerkelijk succes boekt dat maar blijft duren. De film komt zelfs opnieuw uit – in zwartwit ditmaal. De wereldpremière daarvan vond plaats op het afgelopen filmfestival van Rotterdam, waar de schrijver van dit stuk met eigen ogen zag hoe de Koreaanse knuffelregisseur als een rockster werd onthaald. Zeer indrukwekkend.
Maar, hoe goed het filmjaar 2019 ook was – en dat was het zeker, met grote auteurscinema op de voorpagina’s van de cultuurbijlagen en tegelijk megasuccessen als Avengers: Endgame – de huidige Oscarrace is eigenlijk maar een saai beestje. Het gaat tussen 1917 en Parasite, zo lijkt het. Quentin Tarantino’s Once Upon A Time in Hollywood is een alomgewaardeerde ode aan de sixties – ook ik vind het een van zijn beste films. Maar iedereen lijkt genoegen te nemen met een ‘zekere’ bijrol-Oscar voor Brad Pitt. Zelfde gaat op voor The Irishman – Netflix stopte bijna 200 miljoen in Scorsese’s memento mori voor het genre dat hij zelf groot maakte, en dat toch allemaal om eindelijk eens een Netflix-Oscar te pakken. Maar niemand lijkt daar meer naar te talen, ook Netflix voert geen campagne. Zelfde gaat op voor hun andere twee ijzers in het vuur – Marriage Story en The Two Popes. Netflix heeft zich neergelegd bij de strijd tussen Boon Jong Ho en Sam Mendes, zo lijkt het. Vreemd.
Nog vreemder wordt het echter als je je realiseert dat de misschien wel meest succesvolle en iconische film van 2019 voor hartstikke veel Oscars is genomineerd – en dat ook daar geen enkele hype rondom gecreëerd wordt. Ik heb het natuurlijk over Todd Philips’ Joker. Een film die wel én niet in de trend van hoog succesvolle comicbookfilms past. Dat Joaquin Phoenix voor zijn nu al legendarische tour de force een Oscar gaat pakken – ja, dat is iedereen wel duidelijk. En terecht. Zelfs glansrollen van DiCaprio, Adam Driver en Antonio Banderas zijn niet genoeg om zijn kansen ook maar aan het wankelen te brengen. Wat Phoenix in Joker doet is, eindelijk, een echt gruizig laagje psychose op het comicbookgenre aanbrengen. Scorsese, die het internet brak door te stellen dat stripverfilmingen geen cinema zijn, kan juist tevreden zijn, zou je zeggen – hier wordt een stripfiguur gebruikt om de wereld een spiegel voor te houden.
Maar – is dat eigenlijk wel zo? Na vijf keer Joker te hebben gezien, ben ik er eigenlijk nog steeds niet uit of Joker wel een goede film is. En of hij wel zo veel verschilt van het formulewerk dat DC (of Marvel) standaard uitbrengt. De film speelt zoals iedereen wel weet opzichtig leentjebuur bij de cinema van (heb je hem weer) Scorsese in de seventies en vroege eighties. Robert De Niro speelt in Joker een soort variant op zijn eigen rol in King Of Comedy en wat is Phoenix als Arthur Fleck anders dan een wel heel psychotisch neefje van Travis Bickle? Toch is dit waar het schoentje voor mij is gaan wringen. Want, ondanks het constant hameren op tegenslag, armoede en oneerlijkheid, is Joker bovenal een film die is vormgegeven als een achtbaanrit. Elke scene kent een spanningsopbouw die uitkomt op een eruptie, of een extra looping in de attractie – Arthur Fleck wordt niet alleen van een reclamebord ontdaan, hij wordt ook in elkaar gemept. Hij is niet alleen een zielig geval, hij is ook misbruikt. Nergens staan de makers je toe zelf iets in te vullen over zijn lot en leven. Het volume staat constant op elf. Ook het gegeven dat de film zich al dan niet alleen maar in het hoofd van Arthur afspeelt, wordt nog extra duidelijk gemaakt. Dat zijn zogenaamde vriendin hem niet herkent, wordt met flashbacks én muziek dubbel onderstreept.
Joker is daarmee een film die eigenlijk niks heeft uit te staan met bijvoorbeeld Taxi Driver. In die film is de stad ook smerig, maar zijn de mensen om Travis Bickle heen in wezen goed. Hoe hij zo diep op de bodem van de put is gekomen, is aan de kijker om te beslissen. ‘I am Gods lonely man’, zoals hij het zelf zegt. Dat maakt hem mythisch, dat maakt hem diep als Shakespeare of Homerus. Joaquin Phoenixs performance is extreem indrukwekkend, en de Oscar komt hem toe, maar uiteindelijk heeft zijn Arthur Fleck net zo veel diepgang als Mickey Mouse. Het Gotham in deze film is geen smerig NYC in de seventies – het is Disneyland, vormgegeven als een vuilnisbelt. En de studio en de makers weten dit – daarom is de Oscar voor Phoenix genoeg voor hen. Ze mengen zich niet voor Beste Film of Regie. Omdat ze de lakmoesproef van de extra kritiek die daarbij komt kijken, niet zouden weerstaan. Denk ik.
Maar daarmee is nog niet de vraag beantwoord of Joker een goede film is. En na veel vijven en zessen denk ik dat het antwoord daarop 100% ‘ja’ is. Ondanks alle bezwaren hierboven. Het kwartje viel toen ik “Welcome To The Jungle” van Guns ’n Roses op de radio hoorde passeren. Joker is als Appetite for Destruction, de legendarische eerste elpee van GnR. Die plaat bestond uit gelijke delen Rolling Stones en Sex Pistols met een ‘gevaarlijk’ hedonistisch sausje erover. Als je het gaat afpulken, blijft er niet veel over – het is vooral het werk van een groep die snel groot wilde worden, die snapte wat zou werken. Veel heftige songs dus, zoals Joker veel heftige scenes kent. Maar ook een ballad – Sweet Child O Mine is niet voor niks de grootste hit van die plaat. Want zonder melodrama is er geen gigantisch publiek, scoor je geen miljard dollar aan de box office. Dus is de ruggengraat van Joker niet zozeer zijn outcast-van-de-samenleving zijn, maar zijn in- en intrieste relatie met zijn moeder. Waarin geen enkel cliché gespaard wordt – ze slapen in een bed, hij wast haar, zij blijkt hem als kind aan een radiator te hebben gebonden - en dit alles vertelt met de subtiliteit van een mokerslag. Toch werkt het:Joker zit tjokvol memorabele scenes, en alle vijf keer dat ik hem keek, veerde ik op van opwinding. Het is een goede film, maar geen meesterwerk.
En dat is de sleutel tot het succes van Parasite – een film die ondanks het feit dat hij Koreaans is, en een arthouse-achtergrond kent, voor iedere kijker van A tot Z hét verhaal van de huidige wereld schetst: arm en rijk, hoog en laag kennen elkaar niet meer, en het wederzijdse onbegrip begint verwoestende vormen aan te nemen. Phoenix verdient zijn Oscar, maar ik hoop dat Parasite geëerd wordt met Beste Film en Regisseur. De cinema en de hartstochtelijke verdedigers daarvan (hoi Marty!) verdienen het.