FILM★★★½☆
Ja hoor, de breedgerande hoed en de zwarte overjas van de beroemde commissaris Maigret zitten Gérard Depardieu als gegoten
Van Patrice Leconte, met Gérard Depardieu, Elizabeth Bourgine, André Wilms en Aurore Clément
Hercule Poirot bijt van afgunst in zijn eigen snor.
Gérard Depardieu als Maigret! In een film van Patrice Leconte, de maker van klassiekers als ‘Monsieur Hire’, ‘Le mari de la coiffeuse’ en de indertijd immens populaire vakantie- klucht ‘Les bronzés’! Wanneer die twee monstres sacrés van de Franse cinema zich wagen aan een verfilming van één van de detectiveverhalen van Georges Simenon, met name het in 1954 gepubliceerde ‘Maigret et la jeune morte’, dan rechten wij naturellement de rug en houden wij met bonzend hart de adem in. Om die adem al na een paar scènes opgelucht te laten ontsnappen: ja hoor, de breedgerande hoed en de zwarte overjas van de beroemde commissaris zitten Gérard als gegoten! Zijn onafscheidelijke pijp zit in ‘Maigret’ wel niet langer vastgeklemd tussen de kaken: in de openingsscènes leren we Maigret kennen als een neerslachtige man die geen enkel plezier meer schept uit tabak, of uit het vooruitzicht op een bord geperste eend met een glas Pommard. Maar iets in hem leeft op wanneer op de Square des Batignolles een dood meisje met meerdere steekwonden wordt aangetroffen. Op zoek naar informatie over de identiteit van dat ‘meisje van nergens’, zoals iemand haar noemt, doorkruist Maigret – met rustige tred en de handen immer half in de mouwen getrokken – alle lagen van de Parijse bevolking. Het ene moment praat de vermoeide commissaris in een filmstudio met een actrice die het slachtoffer heeft gekend, het volgende moment ondervraagt hij een conciërge van een flatgebouw terwijl je op de binnenplaats de duiven hoort koeren en uit een raam een baby hoort huilen. In de ene scène spreekt hij in een statige villa met de fine fleur van de Parijse bourgeoisie, in een andere beklimt de corpulente commissaris hijgend de trappen van een woontoren, waar hij in de kamer van het dode meisje zwijgend naar haar spulletjes tuurt – de rozenkrans in de lade, het bloemenjurkje in de kast.
Ja, ‘Maigret’ is een whodunit, maar de film voelt nog het meest aan als een dromerige zwerftocht door de caleidoscopische grootstad. Pakt Kenneth Branagh in zijn recente verfilming van ‘Death on the Nile’ met veel vertoon uit met luide muziek en digitale decors, dan stelt Leconte zich met zijn uitermate sobere regie volledig ten dienste van de acteurs. Terwijl we in de achtergrond de lichtjes zien knipperen van een elektronische stadskaart van Parijs, legt Maigret in het politiekantoor op de Quai des Orfèvres aan zijn mannen uit hoe een rechercheur soms opnieuw een kind moet worden dat bang is van het donker – een welhaast poëtisch monoloogje dat een gloeiend nevelspoor door de melancholische atmosfeer trekt.
Wanneer Maigret op het eind van de tocht de hoofdverdachten bij elkaar roept (‘We moeten enkele dingen uitklaren’) voelt de scène bijna aan als een noodzakelijk epiloogje – o ja, er moet nog een moordenaar worden gevat! Zoals Sean Connery de enige echte James Bond is, zo zal Jean Gabin wel altijd de ultieme Maigret blijven; maar ook Gérard heeft in het gebouw op de Quai des Orfèvres zijn eigen pijphouder verdiend.
Vanaf 23 februari in de bioscoop.