televisie★★½☆☆
Je bewijst ‘Assisen’ op Play4 geen dienst door lang stil te staan bij de vergelijking met ‘De twaalf’
Burgerparticipatie. Op het scherm, meer bepaald achter de schermen, wordt er al eeuwen noest gewerkt om de kloof met de gewone man te dempen. Ooit betekende dat: in een studiopubliek mogen zitten en klappen wanneer Jo met de Banjo het zei. Later, na de uitvinding van de gsm-mast, kon je in ‘Idool’ al sms’end een oetlul naar keuze vijf minuten langer sparen van de vergetelheid. Als laatste innovatie in dat rijtje is er nu de fictiereeks ‘Assisen’: een rechtbankdrama zoals er meer zijn, maar waarvan de uitkomst uitzonderlijk in handen ligt van het stemgerechtigde kijkerspubliek.
Tot voor kort liep ik met het idee rond dat creatievelingen, waaronder ik ook scenarioschrijvers reken, best altijd een beetje de drang voelen om hun scheppingsproces te vrijwaren van de willekeur van het publiek, maar daar ben ik bij dezen dus vanaf.
In ‘Assisen’ staat danseres Eveline (Violet Braeckman) terecht voor de moord op Samuel, de fel op Geert van Rampelberg gelijkende directeur van het gezelschap waar ze als prima ballerina de spitzen roerde. Samuel, voor zijn dood ook de mentor van Eveline, die tevens zijn minnares was, want wat wil je, had het gewaagd om haar in te ruilen voor een jongere danseres. Uit jaloezie zou Eveline Samuel daarna het hoekje om geholpen hebben na de première van zijn nieuwste voorstelling. Tot daar de akte van beschuldiging, want hoeveel je ervan geloofde, dat bepaalde je immers lekker zelf. ‘Beste jury, u bent de rechter’, sprak de voorzitter daaromtrent de kijker rechtstreeks toe - een spitsvondigheidje dat nog een paar keer terugkwam. Je moet oppassen met zulke beloftes, want nog voor het einde van de aflevering had ik die nieuwe beëdiging al een paar keer aangewend om aan te dringen op een milde vorm van dwangarbeid voor alle betrokkenen.
De aan veelvuldige flashbacks opgehangen rechtsgang rond Eveline, een gekrenkte vrouw die uit jaloezie aan het moorden geslagen zou zijn, deed denken aan het proces van Frie Palmers, waarrond destijds het voortreffelijke ‘De twaalf’ was opgebouwd. Je bewijst ‘Assisen’ geen dienst door lang stil te staan bij die vergelijking, merkte ik al snel. Ook Eveline is een onbetrouwbare verteller, maar anders dan in pakweg ‘De twaalf’ zet die onbetrouwbaarheid zich in ‘Assisen’ ook voort in de acteerprestaties, ofschoon er wel degelijk enkele bekwame acteurs in te kijk liepen, en al even vaak in de personages op zich. Zelfs nog voor hij aan zijn vroegtijdig einde kwam in de schaduw van Antwerpse Bourla, leek Samuel me bijvoorbeeld al geen lang leven beschoren: daarvoor was hij immers te tweedimensionaal, en volgens dokters is een tekort aan dimensies nu eenmaal de voornaamste doodsoorzaak onder personages van fictiereeksen. De schroomvalligheid waarmee Eveline ondertussen haar verdediging voerde in de rechtszaal, dreigde nu en dan om te slaan in onderkoeling: als ik zoiets zie, kan ik niet anders dan een Samaritaanse reflex onderdrukken om snel ergens een foliedeken op te duikelen.
Er was overigens wel meer loos binnen de compagnie van Samuel. Zo was er in de marge sprake van grensoverschrijdende feiten - de gedachte aan Jan Fabre lag voor de hand, als ze al niet de bedoeling was - en werd er tussendoor ook nog iemand gechanteerd voor extra subsidies. Je moet ze in Antwerpen op één of andere manier krijgen, neem ik aan. Inzake een definitief oordeel beroep ik me liever nog even op mijn zwijgrecht, maar laat ik niettemin zeggen dat het onwaarschijnlijk lijkt dat ik het finale beslissingsmoment, het moment suprême van ‘Assisen’, nog lijfelijk meemaak. Voor ik het vergeet: het publiek heeft natuurlijk al lang inspraak over wat ze op televisie zien. Dat heet: de afstandsbediening.
Nu op Humo:
De lotgenoten van Jeroen Meus: ‘Mijn man is er al negen jaar niet meer, maar er gaat geen dag voorbij waarop ik niet aan hem denk’
Al onze televisierecensies vind je hier