kijktip'C'mon C'mon'
Journalistenkweller Joaquin Phoenix: ‘Jullie job is lastiger dan ik dacht!’
Joaquin Phoenix (47) schittert na de veelgeprezen superschurkenfilm ‘Joker’ in een ontroerende, zwart-witte indieprent over het vaderschap. ‘C’mon C’mon’ van regisseur Mike Mills wisselt het verhaal van Johnny, een kinderloze Amerikaan die zich over zijn jonge neef ontfermt, af met gesprekken met kinderen over hun angsten, verlangens en dromen.
– Je staat bij journalisten bekend als een lastpak, omdat je je interviews vaak vroegtijdig en vloekend stopzet. Nu ben jij zelf de vragensteller in ‘C’mon C’mon’.
JOAQUIN PHOENIX «Ik moet zeggen: jullie job is stukken lastiger dan ik dacht. Ik was bloednerveus voor de gesprekken met de kindjes in willekeurige lagere scholen. Ik zei voor elk interview dat ze iedere vraag mochten skippen, maar dat was niet nodig: ze vonden het heerlijk om gehoord te worden. Die gesprekken hebben we zonder script gevoerd, het was magisch.»
– De 12-jarige Woody Norman speelt Jessie. Hoe was het om zijn oom te spelen?
PHOENIX «Ik moest mijn acteerproces op z’n kop zetten. Ik stuw normaal gezien elke scène voort, maar ik moest nu ruimte laten voor Woody. Da’s ook wat een echte vader hoort te doen: luisteren naar je kind en dan afwegen hoe je het kunt steunen.»
– Je was 8 toen jij je eerste rol speelde en 14 toen je doorbrak met ‘Parenthood’ in 1989. Heb je Norman advies gegeven?
PHOENIX «Nee, dat heeft hij niet nodig. Ik heb net ontzettend veel van hém geleerd. Ik vind het na al die jaren moeilijk om niet in oude gewoontes terug te vallen. Maar Woody acteert op instinct, zoals ik dat ooit heb gedaan, zo’n veertig jaar geleden.»
– Mike Mills baseerde ‘C’mon C’mon’ op zijn relatie met zijn zoon. Zag jij iets van je zoontje River in Jessie?
PHOENIX «Ugh, ik ben het flink beu om altijd een reden te moeten geven voor elke rol die ik aanvaard. Ik strompel van het ene project naar het andere, ik heb weinig zeggenschap over mijn eigen creatieve proces. Ik hou werk en privé ook het liefst gescheiden. Al moet ik toegeven: ik heb mijn peuter al naar ‘C’mon C’mon’ laten kijken. Ik ben niet zeker of dat zo verantwoord van me was (lachje).»
‘C’mon C’mon’ is nu te zien in de bioscoop.