FILM★★★1/2☆
Jurassic World
Ze kunnen nog bijten!
Dé vraag die bij het betreden van de zaal als een goed gebakken Styracosaurus-filet tussen onze snijtanden lag, was deze: zouden de dino’s ons, tweeëntwintig jaar na Spielbergs ‘Jurassic Park’, de allereerste film die overtuigend aantoonde dat er met digitale effecten echt wonderen konden worden verricht, nog kunnen verbluffen?
Zou de aanblik van de T. rex onze kaken na twee sequels en een waanzinnige dinomania die tot vandaag aanhoudt (zelf hebben we een rubberen guymortiesaurus op ons schrijftafeltje staan) nog kunnen doen openklappen?
Het antwoord is... o-rrrrroaaaarrrrrr-ja!
De heikele kwestie die de nieuwe uitbaters van het dinopark op Isla Nublar in het begin van de film aansnijden (‘Met welke nieuwe attractie moeten we uitpakken opdat de toeristen zouden blijven toestromen? De kinderen kijken tegenwoordig naar dino’s zoals ze naar een olifant in een dierentuin kijken!’), was allicht krék hetzelfde dilemma waar de scenaristen van ‘Jurassic World’ voor stonden: hoe in vredessaurusnaam kunnen we nog indruk maken op het publiek? Hoe vaak kun je een boosaardige dinosaurus door een omheining laten breken zonder dat het een sleur wordt?
Wel, geloof ons maar: ze hebben een manier gevonden. Zoals die onbetrouwbare Dr. Wong (het enige overblijvende personage uit de originele ‘Jurassic Park’) de genen van de indominus rex heeft verrijkt met het DNA van boomkikkers en reptielen, teneinde ‘iets te kweken dat groter en cooler is en meer tanden heeft’, zo zijn de scenaristen van ‘Jurassic World’ op de proppen gekomen met een heleboel geweldige vondsten. Die maken dat nummertje vier – waarvan de plot heel simpel valt samen te vatten: er breekt er weer eentje door de omheining – toch weer een stevig op z’n poten staand spektakel is geworden. Zo beschikt het eigenlijke park – dat in de vorige afleveringen nog in aanbouw was – nu over een heus luxehotel, een monorail die je heel dicht bij de dieren brengt, een gyrobal waarmee je langs de triceratopsen kunt rollen, en een kinderboerderij waar de ukken op gezadelde dino’s mogen rondrijden: Plopsaland heeft er een geduchte concurrent bij.
Er is ook een geweldige booswicht: Vincent D’Onofrio speelt een schimmige figuur die de dino’s liefst zo snel mogelijk als levende wapens in de oorlog in het Midden-Oosten wil inzetten (‘Drones kunnen geen tunnels of grotten doorzoeken!’). Nog meer geinige vondsten: de show van de mosasaurus, de raptors met de stalen mondmaskers, het luchtalarm, en de knipoogjes naar de ‘Alien’-franchise en ‘The Birds’. We telden ook enkele heerlijk gory sterfgevallen: ‘Het kan zich camoufleren!’ roept commandant Hamada uit, voordat hij grondig wordt verpletterd door een goed gecamoufleerde dinopoot. En wanneer hoofdfiguur Owen Grady (de verdienstelijke Chris Pratt) de laag overscherende pteranodons de volle lading staat te geven, doet hij dat wijdbeens naast de ingang van een IMAX-bioscoop: één van de vele charmante details die laten vermoeden dat de makers (regisseur Colin Trevorrow tekende in 2012 voor het grappige ‘Safety Not Guaranteed’) op de set ongelooflijk veel fun moeten hebben gehad. Waar ‘Jurassic World’ staat in de ‘Jurassic’-voedselketen? Aan de top. Rrroaaarrr!
Bekijk de trailer: