televisie★★☆☆☆
‘La Casa de Papel’: ‘Misschien moet iemand een plan bedenken om Alex Pina uit de gebouwen van Netflix te bevrijden’
Van Alex Pina, de bedenker van ‘La Casa de Papel’, mocht zijn reeks stoppen na twee seizoenen. Een geslaagde overval, misdadigers die gingen rentenieren in de tropen, dat was het plan.
Maar zoals een crimineel die verslaafd is aan de adrenaline, kon Netflix na het verrassende en fenomenale succes - ‘Casa’ is de populairste niet-Engelstalige reeks ter wereld - geen vaarwel zeggen. Pina kreeg toegang tot de kluis om een vervolg te maken, en hij deed dat op de eenvoudigste manier: door in het derde seizoen op de resetknop te duwen. Met als resultaat een tweede overval - doelwit: de goudvoorraad van de nationale bank -, een nieuw briljant plan dat is opgebouwd uit tientallen kleinere plannetjes, en een vers kat-en-muisspel met de politie en de geheime dienst.
Op het einde van dat derde seizoen leek het voor ‘El Profesor’ en zijn team wel de verkeerde kant uit te gaan: Lissabon, ex-politieagent en nu volbloed crimineel, was opgepakt, de neergeschoten Nairobi vocht voor haar leven, en de overvallers hadden een aanval van de politie moeten afslaan door een tank op te blazen. Gelukkig zorgden de taferelen van agenten die als levende toortsen uit die tank kwamen er wel niet voor dat de Spaanse publieke opinie zich tegen de overvallers keerde, en bleven honderden aanhangers in rode overalls hen voor het gebouw als helden toejuichen.
Om alles nog erger te maken liep de relatie tussen Tokio en Rio op de klippen, terwijl het team net aan de overval was begonnen om Rio uit de klauwen van de vermaledijde Spaanse staat te bevrijden. Maar dat is typisch ‘La Casa de Papel’: het is, al van bij het begin, een reeks waarbij je vaak nagelbijtend zit toe te kijken hoe het plan van ‘El Profesor’ zich ontvouwt, maar waarbij je even vaak met je ogen zit te rollen als het verhaal een totaal onlogische wending neemt of de overvallers, Tokio voorop, zich zo kinderachtig gedragen dat je je afvraagt waarom het meesterbrein zijn handlangers niet wat strenger heeft gescreend.
In de eerste twee seizoenen haalde de pret om de vindingrijkheid van ‘El Profesor’ nog de bovenhand, maar sinds reeks drie en zeker in het nieuwe vierde seizoen helt de balans over richting ergernis. Omdat het concept en het plan minder verrassen, vallen de gaten meer op, en merk je hoeveel van de afleveringen eigenlijk uit vulsel bestaat. Sommige flashbacks lijken ditmaal weinig meer dan een manier om Berlin, een populair personage dat al in seizoen 2 gestorven is, alsnog wat schermtijd te geven. En waarom Arturo, de baas van de nationale munt uit de eerste twee seizoenen, nog altijd in de serie met Denver loopt te discussiëren, is een raadsel, tenzij de acteur in kwestie belastend materiaal over Pina in een lade heeft zitten.
Het helpt ook niet dat de actiescènes in ‘La Casa de Papel’ steeds harder zijn geworden, en de overvallers meedogenlozer, wat het idee uit het begin van de reeks dat ze een soort moderne Robin Hoods zijn, deel van ‘La resistencia’, verder ondergraaft. Eigenlijk kunnen de makers je pas helemaal op het einde van het vierde seizoen nog eens echt bij je nekvel grijpen, met een tweeluik waarin ‘El Profesor zich van zijn meest vindingrijke kant laat zien. Al eindigt ook dat op een teleurstelling, als blijkt dat ‘La Casa de Papel’ er na deze jaargang evenmin een punt achter zal zetten. Misschien moet iemand toch eens een plan bedenken om Alex Pina uit de gebouwen van Netflix te bevrijden.