televisie★★★½☆
Loreen won het Eurovisiesongfestival, maar ook Gustaph boekte een overwinning
Loreen wint het Eurovisiesongfestival, voor de tweede keer in haar leven. Die zin stond na de halve finale van dinsdag al op mijn laptopscherm gebrand, en geen Finse cha cha cha, Italiaanse pathos of Israëlische acrobatie die nog op de backspacetoets kon drukken. Ook Gustaph niet, al zette hij met een schitterende zevende plaats alweer een prestatie neer die alle twijfel over onze inzending deed smelten als het progressief karakter van Vooruit onder het voorzitterschap van Conner Rousseau.
Nee, een banger als het winnende ‘Euphoria’ uit 2012 is ‘Tattoo’ absoluut niet, maar zelfs een behoorlijk mak nummer kon niet op tegen de ijzersterke performance die Loreen gisteren afleverde. Terwijl andere kandidaten het nodig vonden om het podium vol te stouwen met kruisraketten, trampolines - che cazzo era, Italië? - of blokfluitspelende mannen met dwerggroei, vestigde de Zweedse gewoon de aandacht op zichzelf. Ei zo na geplet tussen een uit de kluiten gewassen lichtgevend wafelijzer haalde Loreen indrukwekkend uit, tegelijk grimassend alsof ze écht door het pijnlijke hartentrauma ging dat ze bezong.
Met de Eurovisie-winst schrijft Loreen geschiedenis: ze wordt de tweede artiest ooit die de trofee tweemaal mee naar huis nam, en de eerste vrouw die dat doet. Maar alle lof hierboven buiten beschouwing gelaten voelt haar overwinning ook wel een beetje wrang: we hadden het allemaal al eens gezien in 2012, die ontzagwekkende natuurkracht van het fenomeen Loreen, met een gelijkaardige staging maar dan met een véél betere song. In dat opzicht was het op z'n minst origineler geweest was Finland, Loreens dichtste belager, met de eerste prijs gaan lopen. De gekke gifgroene kikker Käärijä, die de indruk gaf er de volledige jaarvoorraad coke van Måneskin te hebben doorgejaagd, maakte het bovendien nog veel spannender dan vooraf voorspeld door met de vingers in de poederneus het meeste televotingpunten binnen te rijven.
Ook ik had het hem gegund: lag ik na de halve finale van dinsdag nog schreeuwend in bed tijdens een nachtmerrie over Käärijä en die waanzinnige blik van ‘m, woelend op het ritme van de pulserende beat van ‘Cha Cha Cha’, zat ik gisteren op het puntje van mijn zetel te wachten tot die dolgedraaide Fin het podium besteeg. Ja, bijna riep ook ík, een bedeesde introvert van het zuiverste soort, net als de hele Liverpool Arena ‘CHA! CHA CHA! CHA CHA CHA CHA!’ door mijn woonkamer, tot ik tijdig besefte dat ik mijn stem moest sparen voor de omverwerping van het patriarchaat. Iets zegt me echter dat ik nog vaak de kans zal krijgen om ‘Cha Cha Cha’ mee te kwelen: dit nummer wordt een culthit.
Bewoog mij eveneens tot het opensperren van mijn keelgat: de bloedirritante palinggladde zomerpop van Polen, de elk jaar opzichtigere pinkwashing van Israël (‘Power of a unicoooooorn!’) en het gezang van Britse inzending Mae Muller, zo vals dat Nederlanders Dion en Mia er engelenstemmen bij leken te hebben. Maar verder viel de Eurovisie-editie van 2023 best te pruimen, dat is als je niet per ongeluk inschakelde tijdens de freakshow die de Moldavische inzending moest voorstellen of tijdens de Crazy Frog-opera van Kroatië. De show werd in tegenstelling tot de Italiaanse chaos van vorig jaar geleid met Britse bekwaamheid, en van de immer gescripte presentatie wilde je dankzij de ervaring van de presentatoren voor één keer zowaar géén bleek in je ogen gieten.
Lees ook:
De 7 Hoofdzonden van Gustaph: ‘IJdelheid is niets negatiefs, ik kleur mijn haar en gebruik botox’
Gustaph zette in de halve finale een optreden neer waar het plezier van afspatte, met een boodschap die helemaal past binnen de wereld van het Eurovisiesongfestival ★★★☆☆
Andy Peelman deed in ‘Andy op patrouille’ niet aan embedded journalism, of aan journalistiek tout court ★★½☆☆
En Gustaph, die maakte iedereen opnieuw trots. Het lijkt lang geleden dat de natie nog zó achter een kandidaat stond, en dat terwijl de VRT met die vreselijke woordspeling #hoedbezig toch z'n uiterste best had gedaan om Vlaanderen met een aversie op te zadelen. Al vlak voor zijn halve finale werd duidelijk dat Gustaph een Laura Tesoro in 2016-scenario tegemoetging: aanvankelijk belabberd scoren bij de bookmakers, om na de eerste repetitie iedereen met zijn aanstekelijk enthousiasme, ontwapenende authenticiteit en onvervalst vakmanschap in te pakken. Het leverde hem douze points van de vakjury’s van maar liefst drie landen op (Australië, Georgië en Griekenland), een resem drietjes en viertjes van andere landen, en een misschien wat teleurstellende 55 punten van de televotende wereld. Gustaph eindigde uiterst knap 7e, slechts één plaats lager dan het beste Vlaamse resultaat ooit van Tom Dice, maar zijn hartverwarmende remonte mag gerust een overwinning op de verzuring worden genoemd. En minstens even belangrijk: hij zong goéd, over zinnige dingen en toonde met voguedanser Pusscee West een waardevol stukje queer geschiedenis aan bijna 200 miljoen Europeanen.
Zouden we? Zullen we? Ja, for the sake of de liefde voor België en al z'n diversiteit, die in tijden van alarmerende verkiezingspeilingen alle steun kan gebruiken: #hoedgedaan, Gustaph.
Nu op Humo:
Op zoek naar al onze tv-recensies? Hier hebt u het volledige overzicht
Julie Van den Steen over haar zwangerschapsverlies: ‘Ik voelde me schuldig nadat ik bijna doodgebloed was, omdat ik de vader met een extra trauma had opgezadeld’
Weervrouw Jacotte Brokken: ‘Ik ben hoogbegaafd, maar het is een geluk dat ik een diploma heb behaald’