FILM★★☆☆☆
‘Love Actually’
'Love actually is all around, liefde is echt overal,' horen we Hugh Grant met zijn meest zoetgevooisde stem offscreen verklaren, terwijl we beelden zien van koppeltjes die mekaar in de aankomsthal van de luchthaven van Heathrow in de armen vallen en mekaar zoenen en knuffelen. Boerenbedrog. Liefde is een met een houwitser gewapende demon die je onverhoeds bespringt, je koelbloedig neermaait, en je voor de rest van je leven zwaargewond achterlaat. Love is a dog from hell, maar dát wordt natuurlijk wijselijk verzwegen in dit zwaar gekonfijte feelgoodfest over een tiental koppeltjes - naast Grant herkent u onder meer Alan Rickman, Colin Firth, Laura Linney, Liam Neeson, Emma Thompson en Keira Knightley - die tijdens de kerstperiode allemaal met de liefde vechten zoals wij vroeger op de speelplaats met ingebeelde indianen vochten: ondanks de serieuze gezichten en de occasionele traantjes raakt niemand écht gewond. De dialogen liggen als suiker op de tong, alle scènes zitten glad en keurig in mekaar, en op het eind staan alle personages alweer vrolijk te lachen en te zoenen en te knuffelen. Alleen de onnavolgbare Bill Nighy (zie hem ook schitteren in 'Still Crazy' en 'Underworld'), die de rol vertolkt van een oudere rockster die dik tegen zijn zin een slijmerige kerstsingle dient op te nemen, zorgt met zijn heerlijk cynische oneliners ('Shagging Britney Spears was rubbish') voor een paar écht geestige scènes. Nighy is het enige lichtpunt - een aangenaam storende flikkerende neonlamp - in deze voor het overige perfect afgelijnde, aalgladde prent die de winteravonden nóg donkerder kleurt.