Wouter Deboot Beeld Joris Casaer
Wouter DebootBeeld Joris Casaer

kijktip

‘Met de wind mee’ met Wouter Deboot: ‘In Vlaanderen moet ik altijd weer wennen aan een ritme dat ik niet aankan’

Aan een Gentse koffiebar begint een zwarte fiets te bokken tegen z’n hangslot: pedalen in het gareel, stuur richting einder, voorband gulzig tegen het asfalt gedrukt. Maar eerst is het de beurt aan zijn eigenaar. Al tien jaar snuffelt Wouter Deboot (40) aan de wereld tijdens duizenden kilometers lange fietstochten waarvan verslag wordt uitgebracht in kostbare ‘Iedereen beroemd’-items als ‘Dwars door Amerika’ en ‘Dwars door Oceanië’. Nu vertelt Deboot voor één keer gewoon over zichzelf, en over zijn eerste eigen Eén-programma ‘Met de wind mee’.

Vincent Van Peer

Dit artikel verscheen voor het eerst op 10 april 2023

Zoals wel vaker geldt, is het concept zo simpel dat het wel geniaal móét zijn. Elke ochtend haalt Wouter Deboot zijn windwijzer en zijn landkaart boven. Hij kijkt vanwaar de wind komt, zet zijn meetlat in de tegenovergestelde richting en fietst 100 kilometer op goed geluk die kant uit. Een maand lang, kriskras door Europa.

Ik tref Wouter in een Gentse koffiebar, een luttele twee uur slaap uit z’n ogen wrijvend na een turbulente nacht met zijn twee maanden oude dochter.

HUMO Hoe ben je hierheen gekomen?

WOUTER DEBOOT «Hoe denk je? (lacht) Maar na twee uur slaap valt zo’n fietsritje toch wat tegen. Mijn dochter is geboren op 30 januari, terwijl we net volop aan het verbouwen waren. Zo ziet mijn leven er nu uit: van de werf naar de wieg, van de wieg naar de werf. Als het even wat rustiger is, probeer ik twee keer per week een grote tocht van 75 kilometer te maken. Dat is véél geld uitgespaard, in vergelijking met het uurloon van een therapeut.»

HUMO Je hebt ooit gezegd dat je zonder fiets in de psychiatrie zou belanden.

DEBOOT (lacht) «Zonder twijfel. Je kunt met een kop vol zorgen vertrekken, twee uur later kom je fris en herboren weer thuis. Alle zeurende gedachten waaien gewoon weg. Ik geloof in de helende kracht van fysieke inspanningen.

»Als ik tijdens zo’n tocht een boer zijn veld zie bewerken, dan denk ik automatisch: die man is al zeker van vijf uur ’s ochtends bezig, en hij is nog lang niet klaar. Wat zou hij aan het planten zijn? Wat zou hij straks eten? Wacht zijn vrouw op hem? En húp, ik zit in een ander universum. Een boer die zijn veld bezaait, dat is voor mij létterlijk verstrooiing.

»Het zaadje voor ‘Met de wind mee’ is geplant tijdens corona. De vier muren kwamen op me af. Ik ben toen bij wijze van spreken in toertjes rond de kerktoren beginnen te fietsen (lachje). Iedereen die ik tegenkwam, sprak ik aan, in een poging om zo dicht mogelijk bij mijn oude leventje te komen. Want dáár haal ik energie uit: uit mensen, gesprekken. Tegelijk rijpte het besef dat je niet naar de andere kant van de wereld moet om spannende, oprechte verhalen te vinden. Om de hoek valt er net zoveel te rapen.»

HUMO Fietsen waar de wind je brengt: het is een concept dat veel fietsers als muziek in de oren zal klinken.

DEBOOT «Dat is het mentale duwtje dat je er ’s ochtends gratis bij krijgt. Zelfs als het regent of als je een monumentale kater hebt, weet je: vandaag heb ik de wind in de rug!»

HUMO Ben je vaak met een kater op de fiets gekropen, ja?

DEBOOT «Toch een paar keer. Zonder overdrijven: voorbij de Dolomieten gaat de gastvrijheid opeens maal vijf. In de Balkan begon elk gesprek met op z’n minst een aanzet tot het schenken van palinka, een sterkedrank van 40 – of met een beetje pech: 80 – procent alcohol. Eén van de standaardzinnen die ik in Google Translate had ingesteld, was: ‘Word je hier blind van?’ Die mannen stoken dat zelf, van appels of kweeperen uit hun tuin.

»Nu, ik was het aan mijn job verplicht om telkens opnieuw mijn zicht op het spel te zetten, want als ik zo’n gesloten Transsylvaniër tegenkwam, liep het elke keer stroef, tót de palinka werd bovengehaald.»

HUMO Ik zou de Balkan niet meteen aangestipt hebben als de plezierigste bestemming.

DEBOOT «Achter het warme onthaal zaten vaak donkere gedachten. Er is ginds veel gebeurd, hè. Veel gesprekken gaan over het verleden, over de gruwel van de burgeroorlog. Ik ben in een dorp geweest waar een bewoner van huis naar huis wees: ‘Elk gezin in dit dorp heeft in de oorlog minstens één familielid verloren.’ Je ziet er nog het oude, aan grut geschoten Joegoslavië, met gebombardeerde gebouwen die nog maar half rechtopstaan.

»Behalve langs de kusten is er in de Balkan níéts: geen treinstations, geen supermarkten, geen hotels. Maar je moet zelfs zo ver niet gaan om de totale leegte te vinden. In Frankrijk is er la diagonale du vide, ken je die?»

HUMO Désolé.

DEBOOT «Ik had er ook nog nooit van gehoord. De ‘diagonaal van de leegte’ is een dikke strook die ergens in de Franse Ardennen start en dwars door het midden van het land doorloopt tot aan de Pyreneeën. Op één grote stad na – Clermont-Ferrand – kom je er niets anders tegen dan aftandse gehuchten. Alle industrie ligt er plat, er is amper werk, maar ieder-een stond er wel altijd klaar om me te helpen. Dat was in Scandinavië, waar ik jaren geleden naar het noorderlicht ben gereden, wel even anders.»

HUMO Vlaanderen is ook vrij stug en gesloten. Denk je soms: ik ben op de verkeerde plaats geboren?

DEBOOT (twijfelt) «Soms. Maar ik wil ook niet te negatief zijn: ik blijf terugkomen, wat wil zeggen dat hier nog steeds dingen zijn die ik de moeite waard vind. Ik heb wel almaar meer tijd nodig om me aan te passen wanneer ik van een reis terugkeer. Ik moet hier altijd weer wennen aan een ritme dat ik eigen-lijk niet aankan.»

HUMO Je hebt nu iets om voor terug te keren: een gezin, met een zoon van 2 jaar en een dochter van 2 maanden.

DEBOOT «Ik heb er heel lang over gedaan om te beseffen dat ik ook gelukkig kon worden met een gezin. Vroeger was mijn drang om de wereld te zien veel groter. Toen ik een jongetje was, zei mijn moeder altijd: ‘Jij kunt geen berg zien zonder te moeten weten wat eráchter ligt.’ En dus was ik altijd aan het klimmen. Ik móést gaan kijken. En eigenlijk heb ik dat nog altijd.»

HUMO Op je schoolrapport kreeg je geregeld het advies om je rebelse karakter wat af te zwakken.

DEBOOT «Ik hield niet van het klaslokaal. Ik snakte naar een leerkracht die zei: ‘Kom allemaal mee naar buiten, we gaan kijken hoe het komt dat er blaadjes groeien aan een bloem die je dáár plant.’ Ik verzette me tegen het stroeve, het gestructureerde, het benauwende van het schoolsysteem. Ik ben nu bezig met de montage van het programma en met het boek over de reis, en dat vind ik het minst leuke deel van mijn job. Ik ben niet gemaakt om op een stoel te zitten: meegaan met de wind ligt me veel beter.

»Een groot deel van de aantrekkingskracht is dat ik tijdens mijn tochten zélf kan kiezen wanneer ik doortrap en wanneer ik de rem dichtknijp, waar ik voorbij vlam en waar ik wil blijven stilstaan. Dat is pure vrijheid.»

HUMO In een verzekeringskantoor vind je die inderdaad niet.

DEBOOT «Doodongelukkig zou ik daar worden. Dat weten ze ook bij de VRT. Ik heb lang als deel van een grote ploeg aan ‘Iedereen beroemd’ gewerkt, maar... Ik heb altijd mijn vlucht nodig, mijn zelfstandigheid.»

HUMO Wat zeul je eigenlijk allemaal mee als je een maand op de fiets zit?

DEBOOT «Dit is mijn vierde grote tocht, na het noorderlicht, Amerika en Oceanië, dus ik weet ondertussen perfect wat ik nodig heb. Het voornaamste: twee outfits, drie camera’s en een gigantische camerabatterij van zes of zeven kilo.»

HUMO Als je maar twee outfits bij hebt, hoe ziet je onderbroek er dan uit aan het einde van die dertig dagen?

DEBOOT «Ik zal je een groot plezier doen door dat niet te vertellen, maar ik denk wel dat het ding lichtjes radioactief was geworden. Ik heb ’t rechtstreeks in de vuilnisbak gekeild.»

‘Als je me ooit had gezegd dat ik op mijn 40ste een tweede kind, een derde boek en een eigen tv-programma zou hebben, had ik je gek verklaard. No fucking way: ik ben wel een avonturier, hè!’ Beeld © VRT
‘Als je me ooit had gezegd dat ik op mijn 40ste een tweede kind, een derde boek en een eigen tv-programma zou hebben, had ik je gek verklaard. No fucking way: ik ben wel een avonturier, hè!’Beeld © VRT

GRENSGEVALLEN

HUMO Als iemand komt aangewandeld, zie je dan automatisch: in deze mens schuilt een mooi gesprek?

DEBOOT «Niet per se. De vuist-regel is: als ik na vijf minuten geen zin heb om met mijn gesprekspartner op café te gaan, wordt het niks.

»Maar ik wil ook de stroefheid niet uit de weg gaan. Neem nu de ontmoeting met Médar, in het Vlaamse Lourdes in Oostakker: de eerste momenten waren wantrouwig en onwennig, maar ik heb ze bewust behouden in de montage, om te laten zien dat ik niet overal binnenkom met een uitbundig ‘Yo, de mannen!’. Uiteindelijk ontdooide hij en deed hij voor de eerste keer in z’n leven zijn verhaal: hij had als jongetje ontdekt dat hij homo was door naar de gesculpteerde beelden van Jezus te kijken, en had nu spijt omdat hij nooit iets tegen zijn ouders had verteld. Sindsdien gaat hij elke week naar Oostakker, uit wroeging.

»Nog ongemakkelijker was de ontmoeting met Ahmed, een Algerijn die al veertig jaar een kluizenaarsbestaan leidt in Frankrijk. Toen we samen een koffie dronken in het hokje waar hij woont, begon hij handtastelijk te worden. Ik heb hem zelfs een paar keer kordaat moeten wegduwen. Dat deed me denken aan wat veel vrouwen tegen me zeggen: ‘De tochten die jij onderneemt, zou ik als vrouw nooit kunnen doen.’ Dat is jammer genoeg een waarheid als een koe.»

HUMO In Kentucky liet je vallen dat je atheïst was. Je verbouwereerde gesprekspartner antwoordde: ‘Dat is zoals een zwarte in het hol van de Ku Klux Klan sturen.’ Heb je weleens voor je leven gevreesd?

DEBOOT «Soms kom ik op ongure plekken. Ik had verwacht dat ik in Nieuw-Zeeland het aards paradijs zou vinden, maar ten noorden van Auckland kwam ik terecht in de zogeheten ‘vuilnisbak van Nieuw-Zeeland’, een streek waar nooit een toerist komt. Ik vóélde het verval toen ik erdoor fietste. Al snel werd ik omsingeld door een motorbende: ‘What are you doing? Where are you going? That’s a nice camera you have there.’ Eén kerel was van kop tot teen getatoeëerd. Gelukkig bleken het gewoon traditionele Maori-schilderingen te zijn: de ene helft van zijn gezicht vertelde de geschiedenis van z’n vader, de andere die van z’n moeder. Ik ben die gast later nog tegengekomen op café.

»In de Australische outback moet je ook uitkijken. Vaak was ik blij dat ik mijn camera bij me had: ik hoopte dat die de indruk zou wekken dat ik voortdurend in contact stond met de buitenwereld. Je komt er immers veel -Crocodile Dundee-achtige types tegen, met gezichten als rauwe lappen leer die te lang in de zon hebben gelegen. Die mannen laten weleens subtiel de revolver in hun enkelholster zien, of het mes ter grootte van een machete dat ze tussen hun broeksriem hebben gepropt.»

HUMO In Europa voelde je je veiliger?

DEBOOT «Toen ik de Kroatische grens overstak in Velika Kladusa, een klein stadje in het noorden van Bosnië, heb ik ’m wel even geknepen. Het is een erg bosrijk gebied waarlangs veel vluchtelingen Kroatië proberen binnen te raken, maar om dat te beletten heeft de Kroatische politie de bossen volgehangen met infraroodcamera’s. Zodra die de minste beweging oppikken, rukt er een patrouille uit – óók als het slechts over een eenzame fietser gaat (lachje).

»Ze hebben me twee keer aangehouden. Ik moest me volledig uitkleden, al mijn bagage uitkieperen en alle filmpjes tonen die ik had gemaakt. Tot de agenten er genoeg van hadden en mij naakt achterlieten. Net toen ik de camera aanzette om mijn reactie te filmen, kwam een tweede patrouille voorbij: wéér hetzelfde liedje! Mijn dag was om zeep. Vooral omdat ik wist: als ze míj al op die manier behandelen, wat doen ze dan met een Pakistaan die voor de derde keer de grens probeert over te steken?»

HUMO Heb je de detentiecentra in Velika Kladusa bezocht?

DEBOOT «Ik heb dat even overwogen, maar ik dacht: Wouter, je bent bezig met een fietstocht, het is niet aan jou om de wereld wakker te schudden. Terwijl het eigenlijk wél in mij zit om dat te doen.»

HUMO Zou je graag ooit een programma maken dat zulke problemen aan de kaak stelt?

DEBOOT «Misschien wel. Ik koester ook een ongezonde interesse voor true crime: het lijkt me fascinerend om in het hoofd van een moordenaar te kruipen. Eigenlijk zou dat gewoon een extreme versie zijn van wat ik nu al doe: mensen proberen te begrijpen. Hoe zag zijn jeugd eruit, wat heeft hem getriggerd?

»Toen ik 16 à 17 jaar was, keek ik op zondagavond altijd naar ‘Schalkse ruiters’ en daarna naar ‘Heterdaad’. Plan A was om tv-maker te worden en gekke filmpjes te maken, zoals Bart De Pauw en Tom Lenaerts, en plan B was om te solliciteren bij de BOB (onderdeel van de vroegere rijkswacht, red.). Ik denk echt dat ik een goeie ondervrager was geweest.»

HUMO Heb je de Netflix-reeks ‘Mindhunter’ gezien, over de FBI-agenten die in de jaren 70 de schrikwekkendste misdadigers ondervroegen en de term ‘seriemoordenaar’ uitvonden?

DEBOOT «Zeker! Zo zou ik het ook gedaan hebben, dacht ik vaak (lacht). Zolang ik maar tot de kern van iemand kan doordringen. Ik kan heel moeilijk gesprekken voeren die nergens over gaan. Vroeger wel, toen noemden mijn maten me ‘de koning van de smalltalk’. Ik kon zelfs babbelen tegen een hond met een hoed op. Maar met het ouder worden is dat helemaal verdwenen: als het een halfuur nergens over gaat, heb ik het gehad.

»Alain Remue van de Cel Vermiste Personen heeft ooit gezegd: ‘Hoe beter ik mijn werk doe, hoe kleiner de kans dat er in de toekomst nog mensen verdwijnen.’ Dat vind ik een mooie motivatie.»

HUMO Wat hoop je dat jouw werk – mensen empathisch portretteren – teweegbrengt?

DEBOOT «Ik hoop voor meer begrip te zorgen. Dat mensen mijn programma’s zien en denken: het gaat zo slecht nog niet met de wereld.»

‘De eerste momenten met Médar waren onwennig, maar ik heb ze bewust behouden in de montage. Gewoon, om te tonen dat ik niet elk gesprek binnenval met een enthousiast ‘Yo, de mannen!’’ Beeld vrt
‘De eerste momenten met Médar waren onwennig, maar ik heb ze bewust behouden in de montage. Gewoon, om te tonen dat ik niet elk gesprek binnenval met een enthousiast ‘Yo, de mannen!’’Beeld vrt

GEEN TRUCJES

HUMO ‘Met de wind mee’ is je eerste grote programma. Je hebt er lang genoeg op moeten wachten.

DEBOOT «Is dat zo? (lachje) Tja, ik ben een diesel, ik neem graag mijn tijd. Ik heb het metier van tv-maker nu pas voor honderd procent in de vingers. En ik ben ook nog maar 40, hè! Ik heb het gevoel dat het leven nu pas echt begonnen is.»

HUMO Had je evengoed iets anders kunnen worden dan tv-maker?

DEBOOT «Natuurlijk! Ik heb zelfs nog journalistiek gestudeerd, al is ‘gestudeerd’ een groot woord voor wat ik heb uitgespookt (lacht).

»Als ik zestig jaar vroeger was geboren, dan was ik dorpsfacteur geworden. (Mijmert) Elke dag rondfietsen, in tientallen woonkamers komen, overal een koffie of een jenever krijgen... Volgens mij zou ik daar heel gelukkig van geworden zijn. Op mijn tochten merk ik ook vaak dat de mensen behoefte hebben aan iemand tegen wie ze hun verhaal kunnen doen. Ik krijg weleens de vraag waarom mensen zo openhartig zijn tegenover mij. Wel, dáárom. Het ligt niet aan mij en ik gebruik geen trucjes: het is gewoon de menselijke behoefte om eventjes een verbinding aan te gaan, om iets te vertellen wat op hun lever ligt.»

HUMO Je bent een verhalenjunk. Wanneer is die verslaving begonnen?

DEBOOT «Tijdens het EK voetbal van 2004 deed ik stage bij Sporza. Mijn taak bestond erin chauffeur te spelen en montages voor te bereiden voor de tv-analisten. Maar ik had geluk: ik werd toegewezen aan de grote Raymond Goethals. Hoe hij sprak, hoe hij bewoog, hoe hij altijd en overal werd achtervolgd door een rookpluimpje... Hij was een meesterverteller!

»Ik smúlde van zijn verhalen, als het groentje dat ik toen was. Ik was vooral -benieuwd naar zijn liefdesleven. -Raymond zei altijd: ‘Wa ge gère zie, da moet ge toows laute.’ Maar thuis, op de zeventiende verdieping van een appartementsgebouw in Molenbeek, had hij niks. Alleen een zetel en een tv omringd door videocassettes. Hij praatte niet graag over de liefde. Het enige wat ik tussen de regels door begreep, was dat hij in Brazilië, waar hij een tijdlang technisch directeur was geweest in Sao Paulo, een héél toffe tijd had beleefd (lacht).

»Dat was in juni. Een paar maanden later, in december, is hij overleden. De interessantste mens die ik tot dan toe had ontmoet.»

HUMO Je bleef niet voor de televisie werken.

DEBOOT «Nee, ik heb eerst nog met piano’s gezeuld. Ik deed installaties voor een pianobouwer: bescheiden exemplaren in gewone burgerhuizen, maar ook vleugelpiano’s voor rijke Japanners die wilden spelen met zicht op zee.

»Toen voelde ik me tóch even facteur: ik kon telkens een uurtje of twee in een huishouden rondfladderen, een stukje van een mensenleven betreden. Ik registreerde alles: wat aan de muur hing, welke boekjes op tafel lagen, de geur... Ik leerde babbelen met notarissen én met poetsvrouwen, met chirurgen én bouwvakkers.»

‘Als ik zestig jaar vroeger was geboren, dan was ik dorpsfacteur geworden. Elke dag rondfietsen, overal een koffie of een jenever krijgen... Ik denk dat ik daar erg gelukkig van zou worden.’ Beeld Joris Casaer
‘Als ik zestig jaar vroeger was geboren, dan was ik dorpsfacteur geworden. Elke dag rondfietsen, overal een koffie of een jenever krijgen... Ik denk dat ik daar erg gelukkig van zou worden.’Beeld Joris Casaer

EZELVERHAAL

HUMO Wanneer wist je welke richting je uit wilde met je -leven?

DEBOOT «Toen ik een reis maakte van Canada naar Chili. Op Vancouver Island, een eiland voor – je gelooft het nooit – de kust van Vancouver, heb ik de West Coast Trail bewandeld: een pad zonder bewegwijzering dat zich van vuurtoren naar vuurtoren slingert. Je wordt afgezet met een bootje, en vanaf dat moment ben je op jezelf aangewezen. Het enige wat je hebt, is een getijdenkaart, om te zien tot waar de zee komt. Meer dan een week lang moet je honderd procent zelfvoorzienend zijn. Je water filter je in riviertjes, je moet constant uitkijken voor beren en poema’s. Die hele trip was een soort eurekamoment: de interesse in mensen had ik al, maar dáár heb ik ook de zin voor avontuur ontdekt.

»Die zelfredzaamheid vond ik iets machtigs. Hier heb je altijd alles wat je nodig hebt, maar wat blijft er over als dat allemaal wegvalt, en je helemaal op jezelf bent aangewezen? (Stellig) Ik vind dat de jonge generatie best een opleiding civiele bescherming zou kunnen gebruiken – het leger is misschien wat overdreven. Er zijn 18-jarige gasten die nog geen ei kunnen bakken, of die niet weten hoe ze een band moeten vervangen! Ik weet niet of dat zo gezond is.»

HUMO Zo conservatief, Wouter.

DEBOOT «Je m’en fous. Discipline wordt beschouwd als een vreselijk ouderwets woord, terwijl er helemaal niks mis mee is. Zonder discipline wint Tadej Pogacar de Ronde van Vlaanderen niet, hè? Het leven is tegenwoordig soms té makkelijk. Ik moet nu denken aan het ezelverhaal.»

HUMO Het ezelverhaal?

DEBOOT «Welja, in Frankrijk heb ik overnacht bij een oude boswachter. Vóór ik naar bed ging, moest ik helpen om zijn ezel in de stal te sleuren. Ik snapte er niks van: dat beest was 35 jaar oud, en zo kreupel als wat. De oude boswachter legde uit dat het veel gemakkelijker was geweest om ’m gewoon een spuitje te geven. ‘Maar,’ vroeg hij, ‘doen we dat niet te véél in deze wereld?’ Daar legde hij de vinger op de wonde, vind ik. Wanneer het lastig wordt, grijpen we altijd snel naar een spuitje of een pilletje. Of hollen we naar een therapeut.»

HUMO Was je écht niet liever in de tijd van de dorpsfacteurs geboren?

DEBOOT «Nee, zo wil ik niet denken. Er zit zeker nostalgie in mij, een beetje melancholie ook, maar je zult me nooit horen zeggen dat vroeger alles beter was, of dat ‘de jeugd van tegenwoordig’ niet goed bezig zou zijn. Er ligt zoveel druk op die gasten. Het leven stopt nooit, want als ze thuiskomen, gaat alles online verder. Ik denk dat dat loodzwaar is. Net daarom zou het niet slecht zijn als ze tijdens hun ontwikkeling gedurende een tijdje verplicht moeten ontkoppelen: in hun plaats zou ik daar deugd van hebben.

»In Bolivia kwam ik ooit eens terecht bij een mens die één euro per dag verdiende, maar hij leefde wel met een -smile van oor tot oor. Dat heeft me de ogen geopend. Vóór die reis was ik nog nooit in contact gekomen met een andere cultuur: ik bleef rustig in mijn comfortzone, ik wist nergens van. Pas na mijn 30ste begon ik mezelf uit te dagen. En voor ik het wist, croste ik holderdebolder naar het noorderlicht.»

'Het leger is misschien overdreven, maar de jonge generatie zou best wat zelfredzaamheidstraining kunnen gebruiken.' Beeld Joris Casaer
'Het leger is misschien overdreven, maar de jonge generatie zou best wat zelfredzaamheidstraining kunnen gebruiken.'Beeld Joris Casaer

VAN DE GROND

HUMO Je dertiger jaren stonden volledig in het teken van je werk en je grote reizen.

DEBOOT (knikt) «Dat heeft ook gevolgen gehad voor mijn privéleven. Mijn vriendin en ik kennen elkaar sinds we allebei 18 waren, maar na zestien jaar – net vóór ik aan ‘Dwars door Amerika’ begon – zijn we uit elkaar gegaan. Gelukkig maar voor even: we hebben elkaar teruggevonden.»

HUMO Je bent voor háár volwassen geworden!

DEBOOT (lachje) «We zijn allebei zoekers. Alleen de kinderwens is er altijd geweest. Op mijn 20ste wist ik al dat ik vader móést worden.

»Maar helaas bleek dat niet zo makkelijk te zijn. Op een bepaald moment zei de dokter: ‘Jullie kunnen niet op een natuurlijke manier zwanger worden, het zal via ivf moeten gebeuren.’ Dat was slikken. Een vriend van me heeft zeventien ivf-pogingen ondernomen, zonder enig succes. Maar bij ons bleek het wel te werken: we hebben nu twee supergezonde kinderen. En als ik mijn zoon zo bezig zie, lijkt hij als twee druppels water op mij. Daar komt nog ambras van (lacht). Ik vermoed dat we vaak samen zullen moeten gaan fietsen, om uit te waaien.»

HUMO Heeft het vaderschap je veranderd?

DEBOOT «Tijdens mijn tocht door Europa ben ik een paar keer geschrokken van de heftigheid waarmee ik op bepaalde situaties reageerde. Wanneer het over kinderen ging, betrapte ik mezelf erop dat ik niet doorvroeg, omdat ik het niet meer aankon.

»Mijn vrouw vond ook dat ik er langer over deed dan anders om afscheid te nemen. Terwijl het eigenlijk mijn kortste reis ooit was! Tja, ik zit thuis met een manneke dat oud genoeg is om zijn papa te missen. Als ik naar huis bel, voel ik dat hij denkt: papa, waar zit jij? Dus of ik nog tochten van drie of vier maanden zal doen? Ik denk het niet.»

HUMO Praat ik met een avonturier op rust?

DEBOOT «Op rust niet, nee. Maar ik moet wel even bekomen van deze reis. Als je me ooit had gezegd dat ik op mijn 40ste een tweede kind, een derde boek en een eigen tv-programma zou hebben, dan had ik je gek verklaard. No fucking way: ‘Ik ben wel een avonturier, hè!’ Maar ’t is toch gebeurd. Dat is het mooie aan het leven, toch?»

HUMO Opgepast, psychologisch vraagje: waar fiets je eigenlijk van wég, Wouter?

DEBOOT «Het kan soms te druk worden, in mijn hoofd én in de wereld. Het maakt me rustig om dan terug te keren naar iets primitiefs.»

HUMO Vanwaar komt je obsessie met de fiets eigenlijk? Per slot van rekening is het ook maar een hoop ijzer met twee wielen eronder.

DEBOOT «Wandelen is voor mij te traag. Op de fiets openbaart de wereld zich voor je in exact het juiste tempo. Fietsen is ook spannender, uitdagender. Ik ga graag af en toe naar point zero: een berg opklimmen, écht afzien, helemaal dood de top bereiken, en weten dat je er alleen maar staat omdat je jezelf hebt overtroffen. Traag fietsen kan ik niet, dus wanneer ik in het zadel zit, moet het altijd een beetje pijn doen. En dan beland je al snel in een zone waarin je een paar centimeter van de grond gaat. Dán vliegen alle zorgen in je kop vanzelf weg.»

HUMO Van wie heb je je eerste fiets cadeau gekregen?

DEBOOT «Van mijn opa. Een Comati, met een Italiaans vlagje erbij. Ik dacht: amai, zo chic! Achteraf bleek Comati gewoon de afkorting te zijn van de fietsenwinkel: Cools Marcel, Tielt (lacht).

»Fietsen zit in ons DNA: mijn vader reed ook elke dag met de fiets naar het werk, door weer en wind. En mijn grootvader is nog een verdienstelijke coureur geweest, tot zijn moeder stierf: toen moest hij gaan werken. Ik herinner me hem als een zalige mens. Hij maakte plakboeken, schreef verslagen met de hand, hield een dagboek bij... Ik denk dat er heel veel van mijn opa in mij zit. Maar ik zal het nooit zeker weten, hij is gestorven toen ik 12 was. Hij was samen met zijn beste maat op weg naar een wielerronde, met de fiets uiteraard. Plots kreeg hij een hartaderbreuk, en was het voorbij. Gestorven op de fiets: zo moest het zijn.»

HUMO (Hoort een kwaaie fietsbel rinkelen in de fietsenstalling) Ik denk dat je ’m maar beter eens gaat losmaken.

DEBOOT «Goed idee. Het is mooi weer, ik denk dat ik maar eens een toertje maak.»

‘Met de wind mee’, Eén, donderdag 13 april, 20.50

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234