Film★★½☆☆
Naast bloedspetters bevat ‘Fear Street Part 1: 1994’ op Netflix vooral een mislukt retrosfeertje en overdreven sentiment
Het eerste deel van de ‘Fear Street’-slashertrilogie die dezer dagen op Netflix verschijnt (‘Fear Street Part Two: 1978’ komt uit op 9 juli en ‘Part Three: 1666’ op 16 juli) speelt zich af in het gezegende en ook wel – beeldt u zich nu even het geluid in van het lemmet van een mes dat met één flinke stoot doorheen vel, weefsel en botten dringt - erg bloederige jaar 1994. De belaagde jongeren uit ‘Fear Street’ kunnen ‘Scream’ dus nog niet hebben gezien, want die film dateert uit 1996. Maar het is zo klaar als een klontje dat de makers van ‘Fear Street’ Wes Cravens horrorclassic wél tot in de kleinste details bekeken, bestudeerd en ontleed: de openingsscène waarin Maya Hawke, de dochter van Ethan Hawke en Uma Thurman, na sluitingstijd in een winkelcentrum wordt neergestoken door een gemaskerde killer, refereert bijvoorbeeld zonder veel gêne aan de historische scène waarin Drew Barrymore, indertijd één van de grootste namen uit ‘Scream’, al na vijf minuten létterlijk uit het verhaal wordt gesneden.
Wat ‘Scream’ indertijd zo verfrissend, uniek en geestig maakte, is dat de personages er zich aldoor hyperbewust van waren dat ze zich in clichésituaties uit het horrorgenre bevonden: ‘Nooit zeggen: ‘Ik ben zo terug!’ Want de persoon die dat zegt, komt nooit terug!’ Ook tussen de tieners uit ‘Fear Street’ zit een nerd die net als Randy uit ‘Scream’ zijn horrorclassics door en door kent en er zijn vrienden dan ook terecht op wijst dat het géén goed idee is om in de hospitaalgangen, die er overigens wel héél donker en verlaten bijliggen, op te splitsen – uiteraard vergeefs.
Het probleem is dat het zelfironische spelletje in ‘Fear Street’ speelsheid en inventiviteit mist, met als gevolg dat wij de hele tijd Wes Craven vanuit zijn graf hoorden roepen: ‘Dit heb ik al eerder gedaan, en béter!’ Nog een tegenvaller: in hun pogingen om de setting van hun film in een waas van nostalgie te hullen, een truc die ook werd gehanteerd in de recente verfilming van ‘It’ en in de horrorserie ‘Stranger Things’, zijn de makers nogal lui en gemakzuchtig te werk gegaan. Laten we het zo zeggen: het is niet omdat je af en toe wat jaren 90-speelgoed in het beeldkader laat verschijnen, en het is niet omdat je om de haverklap 10 seconden uit een jaren 90-hit laat horen, van ‘I’m Only Happy When It Rains’ tot ‘Firestarter’, dat je de vibe van een era terugbrengt.
Nu en dan valt de film zelfs helemaal op z’n gat. Net zoals in ‘It’ proberen de tieners uit ‘Fear Street’ – stuk voor stuk irritante ettertjes – samen te achterhalen welk kwaad er precies in hun stadje huist, en hoe ze het kunnen stoppen. Helaas: de speurtocht naar het patroon in de moorden, die klaarblijkelijk begonnen in het jaar 1666, krijgt hier z’n beslag in een behoorlijk potsierlijke scène waarin de tieners slechts enkele krantenknipsels hoeven samen te leggen, waarna de oplossing van het raadsel hen prompt te binnen valt. Duh.
De bij tieners immens populaire ‘Fear Street’-boeken van R.L. Stine raakten indertijd massaal een snaar omdat ze horrorfictie combineerden met het coming-of-agegenre: in de verhalen liepen evenveel geesten, heksen en moordenaars rond als onzekere pubers die kampten met verliefdheid, puistjes en andere alledaagse groeipijnen. Laat het nu net díé combinatie zijn die in de verfilming averechts uitvalt. We weten allemaal dat tienerhormonen zó gevaarlijk kunnen knetteren dat ze niet langer te controleren vallen, maar dat die twee meisjes uit ‘Fear Street’ rustig de tijd nemen om in hun slipjes hun liefde aan elkaar te verklaren (‘Bij jou ben ik mezelf’) terwijl er een seriemoordenaar op de deur staat te bonken, vonden we toch een tíkkeltje ongeloofwaardig.
Of deel 1 van ‘Fear Street’, naast een mislukt retrosfeertje en een hoop overdreven sentiment, ook goeie schrikwekkende momenten bevat? Wel, persoonlijk vonden wij die killer met dat schedelmasker lang niet zo angstaanjagend als Pennywise de clown uit ‘It’, maar dat neemt niet weg dat sommige moorden over een lekker hoog gore-gehalte beschikken. Wij zullen de komende dagen in de supermarkt in ieder geval geen volkorenbrood meer door de broodsnijmachine kunnen jagen zonder aan dat ene versneden hoofd te denken.