televisie★★☆☆☆
Soms vang je een glimp op van wat voor een goede serie ‘Jupiter’s Legacy’ op Netflix had kunnen zijn
Is er nog ruimte naast Bat-, Super- en Spiderman? ‘Jupiter’s Legacy’ levert superhelden volgens het boekje, inclusief legging, cape en messiascomplex.
Het vermenselijken van onze helden is ingewikkeld. De oude Grieken en Romeinen waren er goed in: hun goden waren een toonbeeld van feilbaarheid, en stonden daarmee dicht bij de mensen. Een stuk interessanter dan Jezus, die maar zelden leek te twijfelen over goed en fout, en die met zijn hemelvaart (donderdag weer een vrije dag, hoera!) definitief bewees dat Zijn menswording slechts een wassen neus was geweest. Onze moderne superhelden, die we kennen uit talloze stripreeksen, films en televisieseries, lijken in het beste geval meer op de voorchristelijke goden: in principe goedwillend, maar ze worden regelmatig uitgedaagd door hun menselijke verlangens, pijnen en zwakheden. In ‘Jupiter’s Legacy’ is dat gelukkig ook het geval.
De meeste leken zullen op superheldengebied slechts de universa van Marvel en DC kennen. Als het aan Netflix ligt, komt daar met ‘Jupiter’s Legacy’ nog een derde franchise bij, gebaseerd op de stripboeken van Mark Millar. Zijn verhalen draaien om The Union, een groep krachtpatsers die in het interbellum hun bovenmenselijke krachten verwierf, en nu als een soort patres familias aan het hoofd staan van een hele bubs oppermachtige nazaten. Die tweede generatie zorgt voor interessante conflicten, want waar hun ouders hun krachten op latere leeftijd ontvingen en daardoor doordrongen zijn van de zware verantwoordelijkheid die op hun schouders rust, stellen hun kinderen vraagtekens bij de gouden lepel in hun mond. Deze wrijving biedt genoeg mogelijkheden om thema’s als het kapitalisme, de Amerikaanse droom en het heldendom zelf aan de kaak te stellen.
Helaas slaagt deze Netflix-adaptatie daar maar ten dele in. Hoe interessant het basisgegeven ook mag zijn, vanaf de eerste aflevering is ‘Jupiter’s Legacy’ flets op alle fronten. Weinig memorabele personages voeren slecht in beeld gebrachte gevechten uit met een inzet die net niet helder genoeg is. Tussendoor wordt er een heleboel gepraat, terwijl de acteurs vooral op hun fysieke capaciteiten geselecteerd zijn – het gesuggereerde koningsdrama dat zich ontvouwt kunnen ze simpelweg niet dragen. En als de dialogen en verhaallijnen dan ook nog dunnetjes en gemakzuchtig uitgewerkt zijn, wordt het wel een erg lange zit. Godzijdank valt er hier en daar nog wat te lachen. In de geestige scènes vang je soms een glimp op van wat ‘Jupiter’s Legacy’ had kunnen zijn, maar waarschijnlijk nooit zal worden.