film★★★★☆
‘Sound Of Metal’ op Prime: heavy metal was zijn leven, zijn bloed en zijn drug. Maar toen werd Ruben doof
De eerste scènes duwen uw hoofd tegen een huizenhoge, oorverdovende wall of sound. Snerpende dissonante gitaarklanken, zwaar in de trommelvliezen pulserende reverb. Hypergefocust zit de drummer – gebleachte haardos, volgetatoeëerde borst - klaar achter zijn met trommelvellen overspannen kanonstukken; de bassdrumes, de snaredrums en de cimbalen voorlopig nog roerloos wachtend op de verschrikkelijke ranseling die hen zometeen te beurt zal vallen.
De donderende orkaan is op komst. Nog één keer tuchtigt de gitariste haar snaren, en dan is het eindelijk zijn beurt. Hij tikt zijn drumstokken tegen elkaar – ták, ták, ták – en dan: de Ontploffing! Terwijl de gitariste iets onverstaanbaars in de microfoon brult, geeft de drummer onder stroboscopische lichtflitsen van jetje, en samen met hem komen we terecht in de trance van de... SOUND OF METAL!!!
Wat een wrede ironie, wat een sadistische speling van het lot, is het toch dat uitgerekend hij, Ruben, de drummer die lééft in de muziek, ineens zijn gehoor begint te verliezen. Wanneer Ruben vlak voor een optreden van zijn heavy metalgroep Backgammon nog enkele elpees op een tafeltje staat uit te stallen, gebeurt het: alle omgevingsgeluiden zakken ineens weg in een zee van dofheid, alleen een akelige pieptoon blijft scherp hoorbaar. Alsof iemand hem onder water duwt. Hij grijpt naar zijn rechteroor, knijpt zijn neus dicht en probeert zijn oren weer open te ploppen – niets helpt. Zelfs het vertrouwde gepruttel van het koffiezetapparaat in zijn camper lijkt ineens van héél ver te komen. ‘Je moet iets begrijpen hier,’ zegt de dokter na enkele tests. Het gehoor dat hij heeft verloren, zal nooit meer terugkeren, en waar het nu om gaat, is dat hij die resterende tien procent van zijn hoorvermogen moet proberen te redden. Voor Ruben, voor wie heavy metal zijn leven, zijn bloed en zijn drug is, is het alsof de apocalyps zich voltrekt.
Wanneer Ruben zich op aanraden van zijn manager terugtrekt in een afgelegen dovengemeenschap, waar hij moet leren om op te houden met spartelen en zich in die oceaan van stilte te laten zakken, dreigt ‘Sound of Metal’ heel even te verwateren tot een sentimentele ziekte-van de-week-film. U kent dat wel: de hoofdfiguur vindt loutering, stijgt boven zichzelf uit, en op het eind zal Ruben ondanks zijn doofheid net als Ludwig van Beethoven een machtige symfonie componeren die hem wereldberoemd maakt. Niet dus. Twee factoren houden het verhaal ver weg van het sentiment en tillen ‘Sound of Metal’ naar de top. Om te beginnen de regie van debuterend cineast Darius Marder, die met een hoge graad van bikkelhard realisme weergeeft in wat voor angstaanjagende toestand de hoofdfiguur zich bevindt. En ook: de carrièredefiniërende vertolking van Riz Ahmed (‘The Night Of’), die met een indrukwekkende intensiteit gestalte geeft aan Rubens paniek, kwaadheid en aan suïcidale wanhoop grenzende radeloosheid (‘Ik heb een pistool in mijn mond nodig’). Maar het prachtigste personage is misschien wel Joe (de schitterende acteur Paul Raci groeide op bij dove ouders), de man die Ruben in de dovengemeenschap probeert uit te leggen dat doofheid geen handicap is, niet iets is dat je moet proberen te herstellen; zijn ontroerende ‘Die plek, het koninkrijk van God’-monoloog is er eentje om in te lijsten.
Het allermooiste, meest muisstilmakende moment doet zich voor in de 114de minuut – het moment dat Ruben stopt met spartelen. Ták, ták, ták: kijk naar ‘Sound of Metal’, laat Ruben uw hartsnaren beroeren, en enjoy the silence.