FILM★★★1/2☆
The Fault in Our Stars (★★★1/2☆)
Een tearjerker, maar een verdomd doeltreffende.
Het is verleidelijk om iets neerbuigends te zeggen over deze verfilming van de bestseller van John Green (iets in de trant van ‘Dit is erger dan ‘Love Story’!’ of ‘Voor bakvissen only!’), maar we kúnnen niet. Daarvoor waren we – ook al zijn we voor de rest echt wel van ijzer en staal! – net iets te fel aangedaan; daarvoor klinkt de hartenklop in dit drama nét iets te oprecht; daarvoor gingen die koude rillingen in onze botten nét iets te diep.
Hazel (Shailene Woodley) heeft kanker: het begon in de schildklier, en nu zijn er uitzaaiingen naar de longen, waardoor ze voortdurend – als een transitpassagier met een macabere rolkoffer – een gigantische zuurstoffles op wieltjes achter zich aan moet slepen. In de praatgroep, geleid door een grappige Jezusfreak die herstellende is van teelbalkanker, ontmoet ze Gus (Ansel Elgort), een goedgemutste jongen van 18 die rondstapt op een metalen beenprothese en zichzelf grinnikend een halve cyborg noemt.
En terminaal of niet, de buikvlinders laten zich niet kisten – ineens is ook Hazel één van die meisjes die om de vijf seconden op hun schermpje kijken of ze een berichtje van hun hartenlapje hebben ontvangen. De makers begeven zich met deze tienerromance in de schaduw van de Knekelman op spiegelglad ijs: met een plot als deze heb je immers 99 procent kans dat je eindigt met een ondraaglijk kleffe terminalekankerfilm.
Maar ‘The Fault in Our Stars’ behoort tot die 1 procent die (via het klaverblad aan de wervelkolom) de binnenweg naar het hart vindt. En dat is niet alleen de verdienste van de twee puike jonge hoofdacteurs (grappig: Woodley en Elgort speelden in ‘Divergent’ nog broer en zus), maar ook van de occasioneel mooie dialogen: ‘You’re not gonna die,’ zo probeert Hazel haar nieuwe vriend op een bepaald moment moed in te pompen, en het zinnetje dat ze hierop laat volgen, vonden wij op de één of andere manier erg poëtisch klinken: ‘I think you just have a touch of cancer.’
Visueel stelt ‘The Fault in Our Stars’ niet veel voor, Josh Boone is niet de nieuwe Steven Spielberg, maar hey, jezelf als regisseur volledig ondergeschikt maken aan het verhaal en de acteurs is soms een kunst op zich. En toegegeven: de kus in het Anne Frank-huis (applaudisserende omstanders inbegrepen), de overnadrukkelijke voice-over en de sentimentele songs zullen de meer gesofistikeerde cinefielen in het publiek beslist doen gruwelen.
Maar dit is geen film voor hen – dit is een film voor onbevlekte meisjes met donkerblauw gelakte nagels en glimmende roze lippen; voor jongelui die nog ontroerd kunnen raken door een gitaar die op het juiste moment wordt beroerd; voor tieners die op het ‘Ik ben verliefd!’-moment (al duizend keer gehoord in de cinema, maar hier klinkt het nog eens écht) in het donker naar de hand van hun liefje tasten en de vingers krachtig ineen laten strengelen.
‘The Fault in Our Stars’ behoort in eerste instantie hén toe – wat niet wegneemt dat ook wij, overmand als we waren door de emoties, tijdens de screening af en toe ons hoofd op de schouder van onze buurman lieten zinken (Sorry, Roel).
Bekijk de trailer: