FILM★★1/2☆☆
The Sea of Trees
Cannes kan de boom in.
De nieuwe van Gus Van Sant werd na de persvoorstelling op het filmfestival van Cannes door de critici massaal in de vernieling gejouwd. Bende botmuilen. Nu behoort ‘The Sea of Trees’ zeker niet tot Van Sants beste werk, verre van zelfs, maar een misbaksel? Neen. ’t Is een film die uit de toon valt, op de grond smakt, en vervolgens toch zijn eigen wonderlijke plek vindt. Matthew McConaughey speelt een weduwnaar die naar Aokigahara trekt, het beruchte Japanse zelfmoordbos aan de voet van de berg Fuji (tik op Google ‘the perfect place to die’ in, en u struikelt over de lugubere boomstronken).
In het bos kruist de Amerikaan het pad van een bloedende Japanner (Ken Watanabe) die twijfels heeft gekregen en vergeefs de uitgang zoekt. De ontmoeting tussen de twee mannen gaat geregeld over de melige schreef – met flashbacks, offscreenstemmen en een al te proper einde. Vreemd dat de maker van ‘Elephant’ zijn toevlucht neemt tot dit soort goedkope lapmiddelen. Maar Van Sant en zijn cameraman Kasper Tuxen weten bij vlagen wél de sinistere schoonheid van dat geheimzinnige woud te vangen, en voor het overige hadden we kunnen zweren dat we in sommige scènes onder het loofdak poëzie hoorden ruisen.