FILM★★★☆☆
The Shape of Water (★★★☆☆)
Liefde van het zuiverste water.
Enkele wetenschappers stoten in de diepten van het Amazonewoud op een amfibie-achtig wezen dat, zoals vooral het vrouwelijke expeditielid mag ondervinden, zowel gevaar als tederheid uitstraalt. Neen, dit is niet de synopsis van ‘The Shape of Water’, maar van ‘Creature of the Black Lagoon’, de extreem genietbare horrorprent uit 1954 die de inspiratiebron vormde voor de nieuwe, met dertien Oscarnominaties bekroonde fantasyprent van Guillermo del Toro. Del Toro koos voor een andere invalshoek: het wezen bevindt zich niet langer in de Amazone maar in een tank in een onderzoekscentrum in de Verenigde Staten. Het werd daarheen gebracht door Richard Strickland (Michael Shannon in zijn zoveelste booswichtenrol), een overheidsagent die gelooft in de superioriteit van Amerika en van de blanke man, en die verder over de indrukwekkende gave beschikt om rechtstaand te plassen terwijl hij zijn beide handen op zijn heupen houdt (don’t try this at home!). En zoals de versie uit ’54 al knetterde van de erotische spanning, zo komt het in ‘The Shape of Water’ tot een merkwaardige vrijerij tussen het geïsoleerde wezen en de al even eenzame schoonmaakster van het labo, prachtig vertolkt door Sally Hawkins. Nooit eerder heeft del Toro zó uitdrukkelijk op het hart gemikt, maar het zijn in eerste instantie de netvliezen die hij streelt. De decors zijn wondermooi belicht, Stricklands Cadillac de Ville is een juweeltje, en zoals we dat van hem gewend zijn, pakt del Toro nu en dan uit met magnifieke tableaus (het wezen in de bioscoopzaal!).
En toch heeft ‘The Shape of Water’ ons minder beroerd dan die andere grote Oscarkandidaat, ‘Three Billboards Outside Ebbing, Missouri’. Af en toe hadden we wat moeite om helemaal méé te gaan in het verhaal: het is mooi om het minnevuur tussen het monster en de poetsvrouw te zien oplaaien, maar op het moment dat ze in een reeks kluchtig aandoende scènes hun liefde daadwerkelijk beginnen te consumeren, dachten we toch even: hmmm. En er is nog iets. Zoals hij het sprookjesverhaal van ‘Pan’s Labyrinth’ (2006) situeerde tegen de achtergrond van het fascisme, zo plaatst del Toro ‘The Shape of Water’ binnen de politieke context van de Koude Oorlog – een move die niet altijd even goed uitpakt. Soms zit je te kijken naar een diepromantische fantasyfilm, zoals wanneer Elisa met behulp van enkele hardgekookte eieren contact probeert te leggen met het wezen terwijl ze vinylplaten van Benny Goodman draait. In tal van andere scènes laat del Toro de plot dan weer iets te veel uitwaaieren naar Elisa’s zwarte collega (Octavia Spencer) en naar haar homoseksuele buurman (Richard Jenkins). Uiteraard siert het del Toro dat hij aandacht schenkt aan de outcasts van de maatschappij, maar dat prekerige doet naar ons gevoel een beetje afbreuk aan de magie. Het punt is: del Toro is een geweldige fantasyregisseur, maar zijn films zijn altijd weer nét iets minder fantasierijk dan verhoopt. Conclusie: ‘The Shape of Water’ is een mooie film, maar op 4 maart – de Oscaruitreiking – duimen wij voor de dame met de drie billboards.
Bekijk hier de trailer.