null Beeld

FILM★★★★☆

The Wolf of Wall Street

Een Scorsese grand cru.

Erik Stockman

‘Shame on you!’ ‘Walgelijk!’ Toen Martin Scorsese en Leonardo DiCaprio vorige week in het Samuel Goldwyn Theatre in Los Angeles ‘The Wolf of Wall Street’ persoonlijk kwamen voorstellen aan enkele honderden leden van de Academy of Motion Picture Arts and Sciences – de club die straks beslist over de Oscarnominaties en vervolgens de winnaars mag aanduiden – kregen de twee heren tot hun eigen verbijstering ongezien op hun wammes: ‘Een drie uur durende marteling!’ ‘Moreel ziekelijk!’ Voor het merendeel van de eerbiedwaardige Academy members (overwegend puriteinse zeventigers en tachtigers die Clark Gable nog persoonlijk hebben gekend) bleek de spiernaakte DiCaprio die in de allereerste scène vol overgave een flinke dosis coke via een rietje in de aars van een hoertje zit te blazen, gewoonweg too much (we zien die oudjes al zitten: asgrauw uitslaand, de beide handen voor de opengezakte mond geslagen en net niet in zwijm vallend). Voor Marty en Leo zijn de kansen op Oscarwinst sinds die dramatisch verlopen screening in één klap praktisch helemaal geëvaporeerd, maar wat voor die knijperige Amerikaanse pilaarbijters een degoutant, schandelijk en zedenbedervend spektakel zonder weerga was, is voor ons, en straks hopelijk ook voor u, één groot tripperig feest, een onvergetelijk bacchanaal vol brandy, drugs en rock-’n-rollebollende meiden. Een orgie van puur filmisch plezier ook, met Scorsese als bedonderde ceremoniemeester en DiCaprio als stuwer van de fun: hier met dat rietje! Zodra je DiCaprio’s hitsige gelaatstrekken boven die blote derrière ziet uittorenen, ben je vertrokken voor een drie uur durende rollercoasterrit door de hoogdagen en de ondergang van a man you’ll love to hate:Jordan Belfort, een Amerikaanse effectenmakelaar – de film is gebaseerd op zijn autobiografie – die op het eind van de jaren tachtig aan de slag ging in Wall Street en onmiddellijk verslaafd raakte aan de financiële razernij op de handelsvloer. In de jaren negentig wist Belfort via allerlei malafide verkooptechnieken een gigantisch fortuin te vergaren en ontpopte hij zich tot een constant feestende, zuipende, pillenslikkende en zwaar rondneukende genotzoeker die Gordon Gekko op een koorknaap doet lijken: de Caligula van Long Island. U vond de levensstijl van de gangsters uit ‘Casino’ en ‘Goodfellas’ al behoorlijk tuchteloos? Wacht tot u Jordan en zijn kompanen in actie hebt gezien: hoertjes à gogo! Drugs à volonté! Seks in glazen liften! Dwerggooiwedstrijden op kantoor! Triootjes op het bureau! Orgieën in de toiletten! Yeeeeeee-haa! Meer zedelijke Amerikaanse cineasten zouden de ergste zwijnerijen wellicht hebben weggeknipt, maar Scorsese en DiCaprio hebben zeer goed begrepen dat je Belforts excessieve leventje niet halfslachtig kunt verfilmen: ze gaan in toon en stijl zélf resoluut all the way.

Voor het eerst sinds ‘Casino’ trekt Scorsese echt nog eens alle registers open: magistrale tracking shots, slow motion, freeze-frames, een fantastische, door Robbie Robertson samengestelde soundtrack die de beelden van nog wat extra kilowatt energie voorziet, en als zalig toetje een vracht knipoogjes naar onder meer ‘The Graduate’, Tod Brownings ‘Freaks’ en zelfs ‘The Equalizer’. En ook DiCaprio, die na zijn ingesnoerde vertolking als Gatsby waarschijnlijk nood had aan een ferme uitspatting, ontketent iets in zichzelf dat we nog niet eerder hebben gezien: zo valt Leo te bezichtigen met een kaars in z’n achterste, en u moet ook eens letten op zijn van pure decadentie vertrokken gelaat wanneer hij op het punt staat een dwerg te werpen (‘25.000 dollar voor wie hem recht in de roos gooit!’). Af en toe ontaardt de film zelfs in pure slapstick, zoals wanneer DiCaprio compleet gedrogeerd naar zijn Lamborghini probeert te rollen: nooit eerder hebben we zó hard met een film van Scorsese geschaterd.

De minpuntjes? In hun enthousiasme laten Marty en Leo enkele scènes iets te lang aanslepen, maar goed: elk feestje kent weleens een dipje. Het pleit ook voor de beide heren dat ze op het eind niet afkomen met een kleffe zedenles (de echte Belfort heeft overigens geen spatje wroeging), maar dat wil nog niet zeggen dat ze het buitensporige gedrag van hun protagonist zitten te verheerlijken. Wie een beetje afstand neemt, zal merken dat er onder het feestgedruis een sombere beschouwing over de menselijke natuur en over de misdadige hebzucht van de financiële wereld schuilgaat: uiteindelijk zijn het mannen als Belfort die met hun compleet immorele ‘Wie kan ons wat maken!’-mentaliteit aan de basis liggen van de crisis. In de boeien met hen, maar in afwachting toont Marty dat het gewoonweg geweldig is om even in hun ongereguleerde, niet door overheidsinterventies gehinderde losbandige gezelschap te vertoeven. Liever swingen met de duivel dan knielen voor de Heer: that’s the spirit!

Trailer:

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234