FILM★★★★☆
‘Top Gun: Maverick’ is een viering van onverwoestbare superster Tom Cruise
De originele ‘Top Gun’-film mocht dan een eindeloos lange militaire propagandaclip zijn, ongelooflijk maar waar: haar opvolger ‘Top Gun: Maverick’ is hypersonisch topentertainment.
Ongelofelijk maar waar: ‘Top Gun: Maverick’ rocks big time! Laten we wel wezen: de eerste ‘Top Gun’ (1986) was een vreselijke militaire propagandaclip over een stel uit puur testosteron opgetrokken gevechtspiloten die in hun glinsterende moordtuigen op beukende beats en pompende gitaren door de geluidsmuur breken. Hoewel: in de uit 1994 daterende romcom ‘Sleep With Me’ onthult Quentin Tarantino (in een monoloog die werd neergepend door Roger Avary!) met het hem kenmerkende enthousiasme dat ‘Top Gun’ eigenlijk een verdoken liefdesverhaal is waar de homo-erotische subtekst van afspat.
In de sequel ontfermt Maverick (achter die fonkelende Ray Ban-zonnebril herkennen we de nu bijna 60-jarige Tom Cruise), nu een vlieginstructeur in de Top Gun-eliteschool, zich als een bezorgde tweede vader over de stugge zoon (Miles Teller) van Goose, zijn verongelukte wingman om wie hij 35 jaar later nog steeds treurt. De door een oranje kleurenfilter gedraaide openingsscènes – een vliegdekschip, close-ups van opgestoken duimen, gloeiende straalmotoren, donderend geraas – laten het ergste vermoeden, maar zie: ineens valt onverhoopt een superieure knaller van een blockbuster uit de wolken die verrast, ontroert en – ga kijken in de IMAX-zaal! – overdondert.
Uiteraard brengt regisseur Joseph Kosinski (‘Tron: Legacy’, ‘Oblivion’) voor een groot stuk een nostalgische hommage aan ‘Top Gun’: op het moment dat de straaljagers op het vliegdekschip uit hun katapulten schieten, mogen de elektrische gitaren van Kenny Loggins’ ‘Danger Zone’ nog eens loosgaan, en halfweg de film mag Maverick, bij wie de leren vliegeniersjekker na al die jaren nog steeds perfect rond de schouders past, in de gouden gloed van de zonsondergang weer op z’n Kawasaki door het landschap zoeven met zijn lief achterop (al is het niet langer Kelly McGillis, maar Jennifer Connelly die haar armen om zijn middel slaat en haar hoofd dromerig in z’n nek legt). De met hypermoderne IMAX-camera’s gefilmde, zonder digitale effecten tot stand gekomen jachtvliegtuigscènes daarentegen ogen verbluffender dan om het even welke superheldenfilm, en zeg wat je wilt over Tom, maar ’s mans overgave dwingt ontzag af: hijzélf, en geen stuntman, laat hoog daarboven in de cockpit de monsterlijke G-krachten op zijn borstkas drukken.
De verschijning van de aan keelkanker lijdende, met één been in het graf staande Val Kilmer – prachtig hoe de scenaristen zijn ziekte in het verhaal hebben verwerkt – is dan weer één van de ontroerendste momenten van het filmjaar, al brengt de allerlaatste omhelzing tussen Maverick en Iceman wel weer de theorie van Tarantino in herinnering.
En zo groeit ‘Top Gun: Maverick’ uit tot een onversneden viering van het onverwoestbare supersterrendom van Tom Cruise, het CGI-loze ambachtelijke stuntwerk en de onklopbare bioscoopervaring. Supersonische spoiler: op het eind staan de bemanningsleden van het vliegdekschip met honderden tegelijk rond de pas triomfantelijk gelande Maverick te juichen, te dansen en te springen. En wij, wij sprongen mee.
Vanaf 25 mei in de bioscoop.
MEER FILMS VAN DE WEEK:
‘Clara Sola’ weet ondanks het interessante thema niet te beklijven (★★½☆☆)