televisie★★★½☆
We kregen het Spaans benauwd bij het kijken naar ‘Besmet’ op Canvas , en dat terwijl we al in lockdown zitten
‘Besmet’ bood ons een inkijk in het Antwerpse Instituut voor Tropische Geneeskunde, dat op vlak van titulatuur eerlijk gezegd altijd al een onweerstaanbare aantrekkingskracht heeft uitgeoefend te mijnent, maar waarvan het personeel bij nader inzien toch minder verknocht was aan tropenhelmen dan ik me had ingebeeld. Eén teleurstelling kan er nog wel bij.
Het gebouw aan de Kronenburgstraat, waarin geleerden om den brode de ene exotische aandoening na de andere tussen objectglazen persen, wasemde anders wel genoeg geschiedenis uit: de dik honderd jaar die voorbijgegaan waren sinds de oprichting leek vooral vervat te zitten in de statigheid van het trappenhuis, hier bedachtzaam in beeld gebracht en hergebruikt als leidmotiefje.
Vooraf leek het vooral een gelukkig toeval dat de ploeg achter ‘Besmet’ net op tijd neergestreken was in het Tropisch Instituut om de opmars van het coronavirus, zoals gezien van binnenuit, geheel in beeld te brengen, maar gaandeweg werd duidelijk dat de werkelijkheid benarder was. Er zit namelijk àltijd wel een epidemie aan te komen, deelde Erika Vlieghe mee - ze sprak ons toe vanuit het jaar 2018, een jaar waarin ze nog een stuk veiliger was voor onbezonnen imitaties door Nathalie Meskens dan nu, en het virus du jour nog gewoon ebola heette. We zagen hoe het instituut onder Vlieghes hoede het transport inoefende van een mogelijk besmettelijke patiënt naar een militair hospitaal. ‘Je kunt je als land niet permitteren om niet voorbereid te zijn’, duidde ze. De plotse sprong in de montage die volgde, en die ons koudweg neerplofte in het jaar des heren 2020, was dodelijk.
De globalisering, die één en ander vergemakkelijkt heeft voor het coronavirus, heeft ook tot gevolg dat exoten als uitheemse muggen almaar makkelijker hun weg vinden naar Vlaanderen, dat volgens sommigen dan ook het beloofde land is. De klimaatopwarming helpt naar verluidt ook een handje. Daardoor kun je in deze wonderlijke nieuwe tijd ook pakweg in Kampenhout komen te sterven aan malaria, gezellig binnen in de beslotenheid van de eigen woonst. Vroeger moest je daar nog een dure vliegvakantie voor boeken bij Neckermann. Het overkwam één echtpaar ook echt: de flard uit ‘Het journaal’ die in de tweede aflevering zat over dat macabere feit, kwam me nog bekend voor. Dat de vrije markt mettertijd ons aller dood zal betekenen is niets nieuws, maar de myriade manieren waarop ze ons naar het leven staat blijft maar verrassingen opleveren. Niet lang na dat voorval belden medewerkers van het Tropisch Instituut al aan bij verkavelingen in de buurt, op zoek naar vreemde muggensoorten die het op een kweken hadden gezet in de regenton, en die zich mogelijkerwijs konden laten inzetten als malariamug. De onderzoekers vonden aan het eind ook echt enkele geïmporteerde tijgermuggen: van hun ontdekking kreeg ik het prompt Spaans benauwd, en dat terwijl ik al in lockdown zàt.
Swingen deed ‘Besmet’ niet altijd, en het wisselde, de globalisering achterna, ook te vrijelijk van bestemming om te allen tijde bevattelijk te blijven, maar aan het eind bleef ik wel altijd geïnformeerd achter, zij het allerminst gerustgesteld.