televisie★★★☆☆
We vroegen ons af of de ingrepen van Kamal Kharmach vooral de meubelzaak van Samy moesten behartigen, of het programma ‘Andermans zaken’
In de eerste aflevering van deze tweede jaargang ‘Andermans zaken’ viel meermaals het woord ‘zitoplossing’. Daarmee werd een zetel bedoeld. Nederlands onderhevig aan economische belangen hoort bovenal wendbaar te zijn.
Zelf kon ik me evenwel niet snel indenken dat ik, de volgende keer dat ik me met beide voeten en tot de nek in een meubelzaak bevind, zonder externe aansporing tegen de zaakvoerder zou gewagen van ‘een zitoplossing’, want daartoe hoort volgens mij nog altijd eerst sprake te zijn van een zitprobleem. Ik denk dan aan een prangend geval van aambeien, dat in zijn hardnekkigheid gespecialiseerd meubilair vereist. In zulke gevallen lijkt medische hulp me echter eerder aangewezen dan een andere stoel.
Samy, de zaakvoerder die in deze aflevering zitoplossingen trachtte te slijten aan een mettertijd ongezond uitgedunde klandizie, bevond zich dan weer tot de nek in het familiebedrijf dat zijn ouders 43 jaar eerder hadden opgericht. Het concept des huizes, waarbij zitbanken met de hand vervaardigd werden op maat van de krent van de klant, had volgens de boekhouding echter aantoonbaar aan populariteit ingeboet, wat om het verschijnen van Kamal Kharmach vroeg. In ‘Andermans zaken’ is Kharmach immers meer ondernemer dan komiek, als hij al niet heelhuids docent bedrijfseconomie is, en in die hoedanigheid voor een klas ijverige studenten staat die vooralsnog onder afstandsonderwijs uitkomen.
Al bij Kharmachs aantreden werd duidelijk dat deze casus grotendeels zou neerkomen op familiebemiddeling, want bovenal leek de nakende financiële nalatigheid van het bedrijf me het gevolg van een inhuizige generatieclash. Vader Jean-Pierre, die ook op z’n 75ste nog eigenhandig zitoplossingen voortbracht in het atelier, zag weinig heil in modernisering. Hoewel er op dagelijkse basis amper klanten over de vloer kwamen, bleef hij toch werkende: de ongevraagde en dus onbetaalde specimina die voortkwamen uit die noeste arbeid, werden dan maar ogenblikkelijk gebombardeerd tot toonzaalmodel. Toen Samy die aderlating probeerde aan te kaarten bij zijn ouders, leidde dat voor de camera tot een zoveelste vruchteloze discussie. ‘Ik heb geen dromen meer,’ somberde Samy, gevraagd naar zijn persoonlijke droomscenario. In plaats daarvan blikte hij afwezig een niet eens zo verre verte in, waar mogelijk het Staatsblad al lonkte aan de einder.
Toen Kharmach – plots had hij een kostuumvest aan – met de familie de cijfers overliep, constateerde hij dat de meubelzaak in wezen eerder een peperdure hobby behelsde dan iets van mercantiele inslag. De omwenteling die hij in het vooruitzicht stelde, leek me evenwel vooral neer te komen op een imagowijziging. De toonzaal werd onder handen genomen, en Samy, die toch in de wieg gelegd was om zitoplossingen aan de man te brengen, werd om mij niet geheel duidelijke redenen plots in de rol geduwd van begeesterend spreker, ofschoon zijn dysfasie en eveneens aangeboren nervositeit hem daarbij zichtbaar in de weg zaten. Ik kon niet anders dan me afvragen of die ingreep nu vooral Samy’s bedrijf moest behartigen, of het programma ‘Andermans zaken’. Tijdens een opgelegde presentatie voor drie interieurarchitecten werd de situatie Samy plots te machtig, en begon hij te duizelen. ‘Snel, een zitoplossing!’ riep ik empathisch, maar een cola deed het ’m ook al. ‘Je bent je angsten onder ogen gekomen,’ zei Kharmach aan het eind. Ik wist niet eens dat dat een doelstelling was van dit programma.