Wesley Sonck, Boma-imitator en ‘Kampioenen’-kenner: ‘Ik weet absurd veel’

Terwijl ze er op zaterdagavonden nog maar eens alle twaalfenzestig reeksen van ‘F.C. De Kampioenen’ doorjagen (minstens 600.000 kijkers per aflevering, en het kost geen cent: tel uit uw winst), vergast de VRT u de komende vier donderdagen ook nog eens op een ongetwijfeld buitengewoon leerzame docureeks over de bonte geschiedenis van deze blijvend succesvolle en volgens sommigen dan ook erg grappige tv-klucht. Aan het woord komen, naast makers en acteurs, ook enkele bekende fans. Hallo, Wesley?

WESLEY SONCK «Ik ben een megafan van het eerste uur. 12 moet ik geweest zijn toen ik in mijn sponzen broekje naar ‘De nieuwe truitjes’ heb zitten kijken, de allereerste aflevering, en ik was meteen mee. Mijn held Jacques Vermeire had er een grote rol in: dat alleen maakte ‘F.C. De Kampioenen’ voor mij iets om naar uit te kijken.»

HUMO Een jeugdzonde, het kan iedereen overkomen.

SONCK «Ja, maar ik ben ‘De Kampioenen’ altijd goed blijven vinden! Net als veel voetballers, trouwens. Onder meer bij de nationale ploeg toen ik er nog speelde – Jan Vertonghen heeft ook altijd veel gekeken. En je weet misschien dat ik ook deel uitmaak van een ‘Kampioenen’-whatsappgroepje met onder meer Guga Baúl en Niels Destadsbader, waarin we af en toe weetjes uitwisselen. RINO, heet ons groepje, kort voor Regionaal Instituut voor Nijverheidsopleiding.»

HUMO Euhm…

SONCK «DDT heeft daar schoolgelopen, hè? Enfin, bij de VRT zijn ze dat van dat whatsappgroepje te weten gekomen. En omdat ik toch veel op de VRT ben om het voetbal te becommentariëren, hadden ze me gevraagd of ik niet wilde meewerken. ‘Ja maar,’ zeg ik, ‘ik ben geen kénner-kenner, hè?’ Ze zijn me dan een aantal vragen beginnen te stellen over ‘De Kampioenen’, en wat bleek? Ik weet er toch wel héél veel van af. Absurd veel, zelfs. Ja, wat wil je: toen de kinderen nog kleiner waren en we gingen op reis, dan moesten en zouden ze voor het slapengaan altijd nog een aflevering zien. En mijn broer en ik communiceren soms een hele avond lang met niks dan oneliners uit ‘De Kampioenen’. Als iemand iemand anders voorstelt als de voorzitter van ’t dees en ’t geen, dan gaat dat al direct (met Balthasar Boma-tongval): ‘Ah, the forezitter! The president! Allez, de big boss van heel ’t spel’.»

HUMO Waar heb je ’t in ‘Voor altijd kampioen!’ zoal over gehad?

SONCK «Het ging vaak over de voetbalfases in ‘F.C. De Kampioenen’. Die heb ik dan ook altijd heel grappig gevonden: de meeste van die mannen kunnen duidelijk niet sjotten, en de spelfases stroken totaal niet met de realiteit. Je ziet bijvoorbeeld iemand met de neus van zijn schoen een bal wegtrappen – een punter – maar de curve die die bal vervolgens krijgt, stemt daar niet mee overeen! Zodra je erop begint te letten, wordt dat echt hilarisch.»

HUMO Hebben de makers van ‘F.C. De Kampioenen’ jou eigenlijk nooit gevraagd voor een gastrolletje, als nieuwe sterspits of zo?

SONCK «Nee, toch niet. Waarschijnlijk kon ik te goed voetballen (lacht).»

Voor altijd kampioen!
Eén, donderdag 23 september, 21.30