bruce willis top 10
‘Yippie ka yee, motherfucker!’: dit zijn de allerbeste rollen van Bruce Willis
Nieuwe rollen zal ieders favoriete actiester niet meer aannemen, maar gelukkig is het bestaande arsenaal aan Bruce Willis-films groot genoeg om tot in de eeuwigheid van te genieten. Uit ‘s mans indrukwekkende filmografie hebben wij voor u tien onvergetelijke rollen geselecteerd.
‘MOONLIGHTING’ (1985)
Midden de jaren 80 verscheen er in het televisielandschap, dat in die tijd werd gedomineerd door soaps als ‘Dallas’ en ‘Dynasty’, een frisse serie die wereldwijd door miljoenen kijkers werd ervaren als een verademing: ‘Moonlighting’, een spannende én komische reeks over een gezwinde privé-detective en een voormalig topmodel die samen het op het rand van het bankroet staande Blue Moon Detective Agency nieuw leven proberen in te blazen. ‘Moonlighting’ was oorspronkelijk bedoeld als de grote comeback van de jaren-70-vedette Cybill Shepherd, maar het was - tot afgrijzen van Shepherd! - haar volslagen onbekende mannelijke tegenspeler die dankzij zijn perfecte komische timing en zijn magnetische présence binnen de korste keren uitgroeide tot publiekslieveling: we hebben het natuurlijk over de toen 30-jarige, uit 3000 kandidaten geselecteerde, nog over al zijn haar beschikkende Bruce. Toen de eerste aflevering van ‘Moonlighting’ op antenne ging was Willis een nobody; na afloop van het vijfde en laatste seizoen was hij een superster.
‘DIE HARD’ (1988)
Dat het niet boterde tussen Willis en Shepherd, kwam onder meer doordat de in Hollywood steeds meer gevraagde Willis de set geregeld diende te verlaten voor zijn filmproducties. In 1987 liet hij in Blake Edwards’ ‘Blind Date’ zijn onberispelijke komische kant zien, om een jaar later definitief door te breken met zijn rol van de op blote voeten rondrennende agent John McClane in de formidabele kaskraker ‘Die Hard’. Zó zien we Bruce het liefst: als een taaie, onverzettelijke kerel die het afvuren van staalharde ‘Wie doet me wat’-blikken afwisselt met het lanceren van scherpe witzen. Met ‘Die Hard’ grondvestte Willis zijn naam als actieheld, een reputatie die hij de jaren daarna verder uitbouwde in ‘Die Hard 2', ‘The Last Boy Scout’, ‘Striking Distance’, ‘Die Hard: With A Vengeance’ en ‘Armageddon’. Op het hoogtepunt van zijn roem behoorde Willis samen met Stallone en Schwarzenegger tot De Grote Drie van het actiegenre: daar waar Arnie de man was van het gekke Oostenrijkse accent en de spitse oneliners, en daar waar we Stallone kenden als de mompelende vechtmachine met het ratelende machinegeweer, was Willis de specialist van de scherpe dialogen en de koele zelfspot - in Robert Altmans ‘The Player’ was hij zelfs niet te beroerd om een karikatuur van zichzelf neer te zetten. En dan nu allemaal samen: ‘Yippie ka yee, motherfucker!’
‘PULP FICTION’ (1994)
Zijn beste vertolking ooit zette Willis wat ons betreft neer in het onverwoestbare meesterwerk van Quentin Tarantino. Voor de rol van Butch Coolidge had Tarantino eigenlijk Matt Dillon op het oog, maar toen Harvey Keitel hem op een barbecue voorstelde aan Willis, veranderde de cineast van mening. Willis van zijn kant was een grote bewonderaar van ‘Reservoir Dogs’ en wilde absoluut samenwerken met Tarantino, ook al was hij aanvankelijk ietwat ontgoocheld dat hij niet de rol van Vincent Vega kreeg aangeboden. De vertolking van Bruce raakt je, net als de héle film, als een shot adrenaline in het hart: hij is gewoonweg geweldig als Butch, de voortvluchtige bokser die het horloge van zijn vader probeert terug te halen en die samen met gangster Marcellus Wallace uiteindelijk verzeilt in de kelder van twee sadisten die hun slachtoffers graag in de kont naaien. Het beeld van Butch die op het eind z’n chopper start is er één voor de eeuwigheid: ‘Zed’s dead, baby. Zed’s dead.’
‘12 MONKEYS’ (1995)
In zijn hoogdagen was Willis één van de bestbetaalde acteurs van Hollywood, maar nu en dan was hij bereid om voor een schijntje van zijn normale salaris mee te spelen in films van regisseurs die hij bewonderde. In Terry Gilliams sombere virusclassic ‘12 Monkeys’ bijvoorbeeld vertolkte hij Cole, een tijdreiziger die vanuit een dystopische toekomst terug naar het jaar 1991 wordt gezonden om de oorsprong te vinden van een epidemie die de mensheid in de toekomst praktisch helemaal zal uitroeien. Voor de start van de opnamen overhandigde Gilliam aan Willis een lijstje met ‘typische Bruce Willis acteerclichés’ die hij absoluut níet mocht gebruiken, zoals zijn staalharde wie-doet-me-wat-blik. Het hielp: als de verwarde, uitgeputte en gedesoriënteerde Cole zette Willis een schitterende vertolking neer die héél ver afstond van zijn kinetische actierollen.
‘THE SIXTH SENSE’ (1999)
Zijn fans zullen het misschien niet graag horen, maar ondanks zijn vele kwaliteiten stond Willis in Hollywood gekend als een lastpak die vaak voor een giftige sfeer zorgde. In 1997 bakte hij het op de set van de peperdure Disneyproductie ‘The Broadway Brawler’ zelfs zó bruin dat de opnamen halfweg definitief moesten worden gestaakt. Ten einde een rechtszaak te vermijden, ging Willis vervolgens akkoord om voor rekening van The Walt Disney Company voor een lager loon drie films te draaien, waaronder een horrorprent van ene M. Night Shyamalan - and the rest is history. Ook al is het vooral de beroemde twist die in ons geheugen staat gegrift, en ook al is het Haley Joel Osment die met zijn ‘I see dead people’ de show steelt, het is Willis die met zijn verrassend ingetogen vertolking aan ‘The Sixth Sense’ een onder het vel kruipende gravitas verleent.
‘UNBREAKABLE’ (2000)
Tijdens de opnamen van ‘The Sixth Sense’ kwam Shyamalan op het idee voor een film over een man die ontdekt dat hij een superheld is, en voor de cineast leed het geen twijfel dat die man zou worden vertolkt door Willis. Hoewel het magistrale ‘Unbreakable’ dus in zekere zin tot het superheldengenre behoort, zullen de fans van Iron Man en Captain America maar weinig genoegen halen uit de tergend traag openbloeiende, in een sombere atmosfeer badende wordingsgeschiedenis van David Dunn, de onkwetsbare veiligheidsagent met de regenponcho. O ja, in de aanloop naar de opnamen van ‘Unbreakable’ nam Willis een historische beslissing: hij schoor wat restte van zijn haar eraf, en ging resoluut voor de kale knikker-look.
‘SIN CITY’ (2005)
Het volledig tussen green screens opgenomen, op drie graphic novels van Frank Miller gebaseerde ‘Sin City’ is een onversneden klassieker - een in hypnotiserend zwartwit opgenomen, rauw, bloederig en toch onwaarschijnlijk opwindend meesterwerk waarmee regisseur Robert Rodriguez bewees dat je met behulp van green screens - alle decors kwamen uit de computer - ware kunst kunt maken. Al kreeg hij natuurlijk ook wel hulp van zijn acteurs (Mickey Rourke! Clive Owen! Willis!), die allen staan te acteren alsof ze rondlopen in een hardboiled misdaadverhaal van Raymond Chandler. Héérlijk gewoon om Willis in z’n lange regenjas en z’n opwaaiende das als de vermoeide flik Hartigan door de groezelige straten van de regenachtige metropool Sin City te zien ronddwalen: ‘It’s nothing. Merely a flesh wound. On your feet, old man!’
‘MOONRISE KINGDOM’ (2012)
Nadat hij eerder onder meer Bill Murray, George Clooney en Jeff Goldblum al had opgenomen in zijn universum, liet regisseur Wes Anderson in 2012 ook Willis toetreden tot zijn wonderbaarlijke wereld. Als de droefgeestige Captain Sharp maakte Willis van de gelegenheid gebruik om, na jaren en jaren van commerciële flops en miskleunen (‘Cop Out’, ‘Surrogates’, ‘The Cold Light of Day’), eindelijk nog eens te laten zien wat voor een prachtige acteur er in hem schuilgaat. En dát ondanks de ridicuulste outfit die hij ooit in een film heeft gedragen: die witte sokjes!
‘LOOPER’ (2012)
Een huurmoordenaar die de opdracht krijgt om zijn oudere ik te vermoorden: ziedaar de fantastische premisse van ‘Looper’, een weergaloze sciencefictionfilm van ‘The Last Jedi’-regisseur Rian Johnson. Willis speelt een man die door een misdaadkartel met behulp van een teletijdmachine geboeid en gekneveld terug naar het verleden wordt gezonden, waar zijn 30 jaar jongere ik (Joseph Gordon-Levitt) klaarstaat om hem af te knallen. Het daaropvolgende duel tussen de jonge en de oude Joe gaat naar een adembenemend hoogtepunt wanneer de twee hoofdacteurs, die griezelig op elkaar lijken, mekaar in een restaurant angstvallig zitten te beloeren: sublieme cinema.
‘BREACH’ (2020)
Vanaf het jaar 2018 verscheen Willis minder en minder in blockbusters en meer en meer in lamlendige B-filmpjes die meestal uitsluitend in de krochten van de streamingplatformen uitkwamen. ‘Reprisal’, ‘Airstrike’, ‘Hard Kill’, ‘Cosmic Sin’, ‘Midnight in the switchgrass’, ‘Out of Death’, ‘Apex’, ‘Deadlock’, ‘Breach’: de lijst van stinkerds is lang, treurig en eindeloos. Tot voor kort was het nooit echt duidelijk waarom Willis zich verlaagde tot het maken van al die misbaksels: kreeg hij geen serieuze aanbiedingen meer? Deed hij het voor de poen? Streefde hij naar een surrealistische carrière zoals die van Nicolas Cage? Nu we weten dat hij al geruime tijd lijdt aan afasie, een taalstoornis die het spraakvermogen aantast, kennen we eindelijk de reden waarom hij de laatste jaren alleen nog maar rollen aanvaardde die hoogstens twee of drie dagen opnametijd in beslag namen: het was voor Bruce gewoonweg te zwaar geworden om zich te engageren voor lange, intense, fysiek slopende filmproducties. Had het ons verteld, Bruce! Had ons een berichtje gestuurd! Dan zouden wij indertijd misschien wat minder de draak hebben gestoken met jouw vertolking in ‘Breach’, een sciencefictionfilm die zó-waanzinnig-slecht-is-dat-ie-weer-onvergetelijk-wordt. Nu voelen we ons een beetje als Chris Rock die tijdens de Oscaruitreiking zijn ‘G.I. Jane’-grapje maakte zonder te weten dat Jada Pinkett Smith aan de ziekte Alopecia areata lijdt. Mea culpa, Bruce, mea maxima culpa. En nu? Bruce is noodgedwongen met pensioen gegaan, maar zoals gezegd zullen er de komende maanden nog een vracht films met hem uitkomen. En dus blijven wij de hoop koesteren dat we Bruce nog één keer écht gaan zien schitteren - wie weet? In afwachting zetten we onze handen als een toeter aan onze mond en roepen we nog één keer uit volle borst: ‘Yippie ka yee, motherfucker!’