null Beeld Johan Jacobs
Beeld Johan Jacobs

De 7 HoofdzondenNatali Broods

Natali Broods: ‘Ik heb één keer geprobeerd om te spijbelen, maar na een poos zei ik: ‘Zullen we niet gewoon teruggaan?’’

Blijft er nog iemand over die aan mooi mompelen doet? Aan klein fluisteren? In treinen en in kantoren, in cafés en in de straten: overal heeft de bulderende, met zelfvertrouwen gedopeerde stem gewonnen. Geen noise cancelling koptelefoon schijnt nog te beschermen tegen het nieuwe statussymbool – luid zijn. Maar dan ontmoet ik Natali Broods (46), en stel ik verheugd vast dat ze helder praat, maar stil, bevreemdend stil, als iemand die niet wil storen. De actrice – net nog leende ze haar talent aan ‘Assisen’ op Play4 en ‘Arcadia’ op Eén – praat me bij over haar 7 Hoofdzonden, maar doet dat zonder haar woorden te laten opstijgen: ze mogen gewoon als dunne nevel tussen ons in blijven hangen, hier, aan dit tafeltje. Dát is erotiek.

Jeroen Maris

TRAAGHEID

HUMO Voor Compagnie DE HOE, het theatergezelschap waarvan je deel uitmaakt, studeer je momenteel een rol in het Frans in.

NATALI BROODS «Dat is blokken-blokken-blokken. Een klus, ja, maar wel een heel fijne.»

HUMO Ben je een goede student?

BROODS «Niet echt, want ik ben snel afgeleid. Ik heb echt rust nodig om dingen in mijn hoofd te stampen. Als ik nog maar dénk dat mijn twee zoontjes straks wel weer luid zullen spelen of ruziën, ben ik verloren – het hoeft niet eens daadwerkelijk te gebeuren. Maar: dat staat het plezier niet in de weg. Ik blijf het heel prettig vinden om mezelf zo’n kloeke tekst op te lepelen. Op de goeie momenten, wanneer de stilte heerst en het gewoon de tekst en ik is, wordt dat studeren haast een intieme handeling.

»­Peter ­Van ­den ­Eede, stichtend lid van ons gezelschap, studeert zelfs lange, complexe teksten heel vlot in – het is een kunstje dat hij beheerst. Mij kost het dus meer moeite, maar ik heb dat nooit erg gevonden. Ik merkte het op de middelbare school al: er waren klasgenoten die losjes konden navigeren op hun talent en hun intelligentie, maar ik moest wérken. En dat is me goed van pas gekomen in mijn latere leven, want voor mij is het altijd een evidentie geweest dat iets bereiken een inspanning vergt. Discipline is niet iets wat ik mezelf moet opleggen. (Denkt na) Het is ook gewoon wie ik fundamenteel ben: een vrouw die haar best doet. Er zit geen wilde bohémienne in mij die het werk van vandaag vrolijk naar morgen schuift. Ik heb in mijn middelbareschooltijd één keer geprobeerd om te spijbelen. Samen met een vriendin hing ik doelloos rond in het park, maar eigenlijk kón ik dat niet. Ik kon de dingen – wat van me verwacht werd, wat ik hoorde te doen – niet loslaten. En dus was ik degene die na een poos zei: ‘Zullen we niet gewoon teruggaan?’ Ik heb ook nooit het verlangen gevoeld om een ongeleid projectiel te worden.»

HUMO Vond je het jammer dat je jezelf niet de nonchalance van het getalenteerde zondagskind kon veroorloven?

BROODS (beslist) «Neen. Want mijn talent lag gewoon ergens anders. Toen ik begon te acteren, voelde ik dat dáár mijn bestemming lag. Het vervulde me, en mensen zeiden me dat ik er nog goed in was ook. Dat werd mijn terrein om me te onderscheiden.

»Ik leer nu alleen nog móóie dingen uit het hoofd – die theater­teksten. Dat is wel een cruciaal verschil met vroeger. Bij wiskunde bijvoorbeeld voelde ik het vaak knetteren in mijn hoofd. Kortsluiting! Mijn zus, die er wel goed in was, probeerde me dan geduldig de principes uit te leggen, maar na mijn zoveelste ‘Waarom?’ en ‘Hoezo?’ zei ze weleens: ‘Omdat het gewoon zo is. Omdat dat de regels zijn.’ Daar kwam dan een nog grotere ­kortsluiting van: als het om een set van regels ging, dan konden er toch net zo goed ándere regels gelden? Dan kon ik toch ook mijn ­eigen wiskunde ontwikkelen?»

HUMO En? Kun je nu, als 46-jarige, zeggen dat je je eigen wiskunde ontwikkeld hebt?

BROODS «Dat bleek toch niet nodig. Zo’n eigen wis­kunde bedenken, met regels die niemand anders volgt: dat zou ook nogal eenzaam zijn, hè (lacht). Maar je bedoelt het natuurlijk figuurlijk: ben ik erin geslaagd om mijn ­eigen reisweg uit te stippelen? Ben ik kunnen worden wie ik wilde worden, zonder me in een korset te wurmen dat anderen me hebben aangereikt? (Denkt na) Ik geloof van wel. Ik blijf het wel een bevreemdende gedachte vinden dat we allemaal op dezelfde wereld wonen, maar dat we die wereld elk op onze eigen manier zien. Dat iets wat voor mij veel betekenis heeft voor jou heel klein kan zijn. Dat ik gelukkig kan worden van iets wat jou net droevig stemt. Dat we allemaal onze eigen logica hebben, onze eigen liefdes en voorkeuren, onze eigen ideeën – en dat sociale interactie dus onvermijdelijk ook botsing betekent. Ik heb geleerd dat het belangrijk is om een eigen plek te hebben, een haven waar ik tot rust kan komen, en waar gewoon mijn logica kan bestaan. En die heb ik gevonden: thuis. Dat wil niet zeggen dat ik ernaar verlang om me helemaal terug te trekken uit de wereld, hoor. Je moet je altijd blijven verhouden tot de samenleving, vind ik, tot het collectief. Tot je ­ouders, tot je gezin, tot je vrienden, tot de grote wereld.»

Lees ook:

‘Arcadia’ had de slechtste start uit de recente tv-geschiedenis, maar er zijn verzachtende omstandigheden

Lynn Van Royen uit ‘Arcadia’: ‘Als de ander wegvalt, wie ben je dan nog in je eentje? Op mezelf zijn, ik kende dat niet’

HUMO Ik ben soms jaloers op het zelfvertrouwen van mensen die aan het einde van een roltrap niet met­een beginnen te stappen, en zich niet bewust lijken te zijn van wie achter hen komt. Op mensen die geloven dat de wereld zich exclusief voor hén openvouwt.

BROODS «Dat probeer ik dus niet te doen. Ik wil er graag zijn voor anderen, en met een minimum aan empathie door het leven schuiven. Nu goed, dat lukt natuurlijk niet altijd. Er zijn ook dagen waarop ik zo nukkig en in mezelf gekeerd ben dat ik iedereen het liefst voorbij wil lopen. En dat ik een kleine kettingbotsing veroorzaak boven aan de roltrap (lacht).»

HUMO Er is al een poos veel te doen om zelfemancipatie: je moet voor jezelf opkomen, je grenzen durven te stellen, de beste vriend van jezelf zijn. Je eigen geluk hoort de poolster te zijn. Die intrinsiek goeie evolutie lijkt me soms wel door te schieten richting egoïsme.

BROODS (knikt) «Ik begrijp wat je bedoelt: je grenzen aanduiden is goed, maar soms is het ook een excuus om je niet in de ander te moeten inleven. Zoals ik al zei: je kunt je als mens niet isoleren. Je moet je verhouden tot het grotere geheel. Maar ik begrijp wel dat dat almaar zwaarder wordt. Er is zoveel, hè: je carrière hoort bloeiend te zijn, je gezinsleven glorieus, je sociaal leven opwindend – en op de sociale media hoor je van dat alles een prachtige, nooit eindigende film te maken. Ik kan wel begrijpen dat je daardoor niet altijd even ontvankelijk bent voor de noden van anderen.»

‘Seks is bij mij afhankelijk van de temperatuur: ik word mistroostig van koude. Maar zodra de zon er is, haal ik mijn achterstand ruimschoots in.’ Beeld Johan Jacobs
‘Seks is bij mij afhankelijk van de temperatuur: ik word mistroostig van koude. Maar zodra de zon er is, haal ik mijn achterstand ruimschoots in.’Beeld Johan Jacobs

JALOEZIE

HUMO Er zijn in Vlaanderen veel rollen, maar nog veel meer acteurs. Vervloek je weleens een collega die met een mooie opdracht gaat ­lopen?

BROODS «In 1998 maakte ik mijn debuut in een film, ‘S.’. Ik kreeg met­een de hoofdrol. ­Guido ­Henderickx, de regisseur, wilde mij absoluut hebben – ook al was die rol in eerste instantie aan een ander meisje toegezegd. Ik heb dat toen aanvaard, omdat ik die mooie kans niet mocht laten schieten, en omdat ik wel wat zelfvertrouwen kon gebruiken. Ik had immers eerst aan het Conservatorium gestudeerd, maar daar zag ­Dora ­van ­der ­Groen het niet in mij. Daarna was ik naar de Studio Herman Teirlinck getrokken, maar die afwijzing zinderde wel nog wat na. Enfin, ik was dus heel blij met die rol, maar ik besefte toen al wel dat ik me later ook in de andere positie zou bevinden: die van de actrice die de rol níét krijgt. Dat de ­branche nu eenmaal zo werkt, net als alles in het leven: je geeft en je neemt, en onvermijdelijk verlies je af en toe iets. Wanneer ik naast een rol vis die ik heel graag wil, kan ik even ambetant zijn, ja, wat nijdig lopen somberen. Maar dat uitzweten van een teleurstelling duurt gelukkig nooit lang.

»Ik heb me ook al enkele keren flink pijn gedaan in de liefde. Dat kon heftig zijn, maar ik ben blij dat ik er niet in ben blijven hangen. Je laat ontgoocheling en rancune beter niet samenzweren. Want dat is één van de belangrijkste inzichten die ik al heb opgedaan: jaloezie is een volkomen nutteloos gevoel. Het brengt me niets bij om naar anderen te kijken en op te lijsten wat zij ­hebben en ik niet. Ik zal het toch moeten doen met dit lichaam, met deze hersenen, met deze emotionele huishouding. Het voelt ook heel bevrijdend om dat te aanvaarden.»

HUMO Hoe ouder je wordt, hoe kleiner het verlangen wordt om iemand anders te zijn?

BROODS «Voor mij geldt dat alleszins, ja. Maar het hangt natuurlijk af van hoe een leven loopt. Ik kan op steeds meer dingen terugkijken die goed zijn gegaan: dat is een fundamenteel comfort.»

HOOGMOED

BROODS «Ik tel mijn zegeningen, dus. En soms overvalt me het prettige gevoel dat ik op de top van de alp sta. Dan ben ik blij met wat ik voor de camera en in het theater voor elkaar krijg, dan ben ik trots op mijn gezin, en op wie ik ben. Maar vervolgens ook van die alp springen, in de overtuiging dat ik gewichtloos door het luchtruim kan zweven? Neen, ik ben te veel een piekeraar om ooit echt arrogant te worden.»

HUMO Beschik je over een basis­optimisme? Over het geloof dat het altijd wel goed zal komen met je?

BROODS «Ja. Door andere mensen te ontmoeten en het leven te leven, ben ik gaan beseffen dat ik ongelooflijk blij mag zijn met de manier waarop ik ben opgegroeid. Er is me thuis een prachtig cadeau gedaan: dat basisvertrouwen, het geloof dat de dingen heus wel goed zullen komen. Want dat is wat er in de liefde van mijn ouders zat: de onuitgesproken belofte dat ik op alle vlakken – financieel, in m’n werk, in de liefde – m’n weg wel zou vinden.

»Ik probeer nu om dat aan m’n eigen kinderen door te geven. Want een mens heeft dat emotionele fundament – ‘Ik mag hier zijn, ik mag bestaan’ – zo nódig. En krijg je dat niet mee van bij je geboorte, dan wordt het een leven lang zwoegen om dat rechtgezet te krijgen. Want er komt nog zoveel op je af: massieve obstakels, ­linke hobbels. Je zult gekwetst worden, je zult je eenzaam voelen, je zult in de steek gelaten worden – je zult van het leven de trappen krijgen die iedereen krijgt. En als je dan nooit dat basisvertrouwen hebt gekregen, als je als kind niet voelde dat je gedragen werd, dan zul je verloren lopen.

»Ik geloof dus dat ik altijd wel op mijn poot­jes terecht zal komen, dat mijn schouders het leven kunnen dragen. Maar tegelijk waak ik er wel voor dat dat ­zelfvertrouwen geen arrogantie wordt: ik ben verre van onkwetsbaar.»

HEBZUCHT

HUMO Hebben al die jaren van nijver werken ervoor gezorgd dat je nu baadt in weelde?

BROODS «Zeker. Kom, we bestellen nog een fles Dom Perignon (lacht). Neen, ernstig: ik mag niet klagen over mijn financiële situatie. In het begin van mijn carrière was dat wel anders. Het gebeurde dat ik in de supermarkt geen fles shampoo kocht, dat ik noodgedwongen dacht: dat zal pas volgende week kunnen. En eigenlijk ben ik blij dat ik dat heb meegemaakt. Het heeft me het besef opgeleverd dat geld – en dus: comfort – geen evidentie is.»

HUMO Ben je goed met geld?

BROODS «Dat dan weer helemaal niet. Mijn ouders zijn middenstanders, maar dat gen lijken ze vooral doorgegeven te hebben aan mijn zus: zij is uitstekend in boekhouden en financiële zaken. Ik niet.»

HUMO Waar trek jij je portemonnee graag voor open?

BROODS «Voor schoonheid. En dan zeker als het om de binnenkant van mijn huis gaat: ik heb veel liever géén lamp dan een lelijk exemplaar. En het is waar: wie mooie dingen wil, moet geld hebben. Maar ik vind sparen voor zo’n lamp – het anticiperen, het verlangen – heel fijn. Mijn vriend en ik hebben elkaar ooit voor onze verjaardag een prachtige designstoel cadeau gedaan. Wel, ik geniet nog elke dag van die stoel. Dan zit ik te kijken, en denk ik: wat een móói, elegant ding is dat toch. Wat goed dat net die stoel in mijn huis staat! Terwijl ik me elke dag rot zou ergeren als daar een lelijke stoel zou staan. Dus ja, daar geef ik met plezier geld aan uit: aan blijvende schoonheid…»

‘Ik heb één keer geprobeerd om te spijbelen. Met een vriendin hing ik doelloos rond in het park, maar eigenlijk kón ik dat niet, de dingen loslaten. Dus zei ik na een poos: ‘Zullen we niet gewoon teruggaan?’’ Beeld Johan Jacobs
‘Ik heb één keer geprobeerd om te spijbelen. Met een vriendin hing ik doelloos rond in het park, maar eigenlijk kón ik dat niet, de dingen loslaten. Dus zei ik na een poos: ‘Zullen we niet gewoon teruggaan?’’Beeld Johan Jacobs

GULZIGHEID

BROODS «…aan iets wat meer betekent dan kort, snel plezier. Ik ben dus niet iemand die de roes opzoekt. Of toch: ik hou van alcohol, van de rust en het zachte knetteren dat met het eerste en het tweede glas komt. Maar voor drugs is mijn drempelvrees te groot. Ik zou het zo erg vinden als iets met me aan de haal zou gaan, en ik dingen zou verliezen. Je zou kunnen zeggen dat ik gulzig ben naar veiligheid. Ik ben niet het type dat de vinger opsteekt wanneer er proefpersonen gezocht worden om een coronavaccin te testen. En nog veel meer dan andere mensen heb ik een veilige omgeving nodig. Ook in mijn werk: acteren gaat over jezelf blootgeven, en dat lukt alleen als je iedereen rond je kunt vertrouwen. Ik heb heel veel geluk gehad op dat vlak: ik heb mezelf altijd in zo’n beschermde omgeving kunnen ontwikkelen. Ik heb mijn talent kunnen laten bloeien tussen mensen die dat talent líéten bloeien.»

HUMO Je zegt dat je gulzig bent naar veiligheid, maar na de middelbare school trok je wel een jaar naar Hongarije, in je eentje.

BROODS «Dat was nog heel anders dan nú een ­jaartje in het buitenland ­studeren. Want dankzij het internet neem je alles en iedereen mee. Toen ik naar Hongarije ging, was het nog maar vijf jaar geleden dat in Berlijn de Muur was gevallen. Ik schreef brieven naar mijn vrienden, en op mijn verjaardag moest ik zelf vanuit een telefooncel naar mijn ouders bellen om mijn gelukwensen te krijgen. Het was een hele onderneming, eentje waar ik wat bang voor was. Maar ik wilde toen absoluut even uit m’n comfortzone, en uitzoeken of ik op mezelf kon vertrouwen. (Glimlacht) Het is een heel bepalende ervaring geweest. Ik denk er graag aan terug.»

HUMO Later heb je nóg iets gedaan waarvoor je je hang naar veiligheid moest los­laten.

BROODS «Ah? Wat dan?»

HUMO Moeder worden!

BROODS «O, ik ben heel blij dat je dat zo labelt. Er bestaat daar een grote denkfout over: omdat haast iedereen het doet, zich voortplanten, zou het de meest conformistische keuze zijn, de meest evidente ook. Maar dat klopt niet! Er is niets wat alles zo op losse schroeven zet, wat je zo op je eigen kwetsbaarheid wijst, als een kind krijgen.

»Ik vond zwanger zijn haast iets… sacraals. Hoe dat lichaam zich ontwikkelt, zonder dat je er zeggenschap over hebt! Er kwam ook angst bij kijken. Want wat zou ik doorgeven? Je wilt dat je kinderen je schoonheid meekrijgen, hè, en niet je lelijkheid.»

HUMO Je bent nu 46. Ben je ingehoudener geworden, of net tomelozer?

BROODS «Ik probeer om pragmatisch om te gaan met de dagen. Ik moet mijn tijd nu bewust indelen, en ervoor zorgen dat werk, gezin, vrienden en sporten daarin passen. Dat klinkt saai en geregeld, maar er zit ook een groot voordeel aan: ik ben soms aangenaam verbaasd over hoeveel je gedaan kunt krijgen als je je agenda bewust beheert. En hoe dingen een grote waarde kunnen krijgen als er weinig tijd is: van dat ene uurtje sporten kan ik dan écht genieten. Wanneer je jong en vitaal bent, ben je je nog niet bewust van de betekenis van tijd, en je bent ook nog zo hard aan het zoeken. Er ligt een oceaan voor je, en je rolt eens met de ogen wanneer mensen je op het hart drukken dat je ervan moet genieten. Maar het is wel wáár. Pak het vast, doe het!

»Nu, ouder worden wordt altijd gedefinieerd in termen van verlies. Je doet steeds minder vaak iets voor de eerste keer, je speelt je argeloosheid kwijt, je merkt dat je niet alles zult afgestreept krijgen op je grote wensen­lijst… Maar ik vind het ­interessant om net het omgekeerde te doen, en mijn winst te tellen. Al die mooie dingen die ik al heb kunnen doen, al het geluk dat van mijn gezin en mijn vrienden komt. En weet je wat ik recent ontdekt heb? Dat je ook als veertiger nog nieuwe vrienden kunt maken! (Glundert) Echt, ik heb sinds kort een nieuwe vriendin. Dat is toch een opwindende gedachte: dat er uit de grote, anonieme massa nog mensen kunnen stappen met wie je je met­een heel erg verbonden voelt. En onder­tussen vier ik ook nog ­altijd de grote vriendschappen die ik al sinds m’n 12de meedraag. Dat is ook een groot comfort, hè: mensen die je fundamenteel kénnen. Als je elkaar in de puberteit hebt zien opgroeien, kun je de ander niets meer wijsmaken. Je hebt gezien hoe die ander geworden is tot wie hij of zij is: je bent een bevoorrechte getuige van elkaars leven. Dat is iets heel kostbaars.»

WOEDE

BROODS «Mijn vriend zegt me vaak dat ik four seasons in one day ben. En boosheid hoort daar weleens bij. Ik kan heel lang dingen verdragen, en dan gaat het plots allemaal kolken. Dan kun je beter weggaan, want ik gooi alles eruit. (Met enige gêne) Ook letterlijk: ik heb mezelf het speelgoed van de kinderen al door de woonkamer zien keilen, terwijl ik hun net leer dat ze absoluut níét met speelgoed mogen gooien.

»Ik herinner me een moment waarop de tweeling nog heel klein was, en mijn jongens op een namiddag niet wilden slapen. Maar ik had zó op die twee gestolen uurtjes gerekend! Ik lag te huilen met die twee wakkere jongens op mij, en door het schokken van mijn middenrif moesten ze heel erg lachen – want dat gaf hun een plezierig gevoel. Dat vind ik nog altijd een prachtig beeld: mijn frustratie was hun ­geluk.

»Maar goed, ik kan dus in één dag heel veel ­ver­schillende dingen voelen. Soms komt een grote, weldadige blijdschap me overvallen, maar net zo goed ben ik een uur later plots heel somber. Mijn gemoed is wispelturig én bodemloos (lacht). Gelijkmoedigheid ken ik niet. Wat wel goed is: ik kan even de bodem aantikken, maar dan klim ik weer naar het licht. De grote depressie is me vreemd.

»Eén van mijn twee zonen heeft dat ongelijkmoedige ook. Ik herken mezelf erin: hij kan soms zonder reden zitten mokken, het even nukkig met de hele wereld oneens zijn. Ik probeer mijn kinderen te leren dat dat mag. Dat niemand anders jou moet dicteren hoe je je voelt. Als ik huil, zeg ik ook eerlijk dat ik moe ben, en dat ik het even moeilijk vind om moeder te zijn.»

HUMO In interviews omschrijf je Jan, je vriend, altijd als de stabiele kracht in het gezin.

BROODS «Misschien moet ik dat toch wat nuanceren, want zo lijkt het alsof het in marmer gehouwen is: hij de rustige vastheid, ik de onberekenbare emotie. Terwijl je mensen natuurlijk niet zo kunt vastpinnen. We zijn beiden, afhankelijk van het moment en de situatie, een combinatie van ratio en gevoel. Maar in het algemeen kun je wel zeggen dat Jan vooral voor stabiliteit zorgt, en ik voor, euh, wat roerigheid.»

HUMO Komt de schoonheid in de liefde voor jou vooral voort uit conflict?

BROODS «Neen, uit harmonie. Ik begrijp dat het aantrekkelijk is, een relatie die gebaseerd is op een voortdurende spanning. Elkaar aantrekken en dan weer afstoten, heftig ruziemaken en het even heftig weer bijleggen. Natúúrlijk is dat aantrekkelijk, want het gaat over de grote gevoelens, over in lichterlaaie staan. Maar het kan je ook volkomen slopen. Ik heb het zelf enkele keren meegemaakt voor ik ­Jan kende. Die intensiteit was mooi, maar ik heb ervoor gezorgd dat de zoektocht naar conflict geen patroon is geworden in mijn leven. Mijn job helpt me daar prima bij: met alles wat excessief is, met wat niet in één vuist te ballen valt, mag ik omgaan in mijn werk.»

ONKUISHEID

HUMO Blijft het verlangen naar het lichaam van de ander een stuwende kracht in zo’n lange, stabiele relatie?

BROODS «Wat een keurige manier om te vragen of ik nog genoeg seks heb (lacht)! Ik kan je geruststellen: dat blijft. Veel hangt bij mij wel af van de temperatuur. Letterlijk, bedoel ik: ik word mistroostig van koude. In de winter heb ik een kacheltje nodig. Maar zodra de zon er is, zodra de zomer zich aankondigt… Dan haal ik de achterstand ruimschoots en gulzig in (lacht).

»Heb jij ‘Normal People’ gezien, de serie gebaseerd op het boek van ­Sally ­Rooney? Ik ben zo blij met die reeks, want er zit veel seks in, maar het is seks zoals seks is. In fictie is vrijen veel te lang onrealistisch voorgesteld. Komaan, hoelang hebben we gespeeld dat seks iets is waarbij je je ondergoed aanhoudt? Of iets wat vlekkeloos en ­snelsnel gebeurt? Ik vind het een goeie zaak dat mijn zonen met een veel waarachtiger beeld van erotiek zullen opgroeien.»

HUMO Voor je relatie met Jan was er een, euh, wazige periode.

BROODS «Ja, ik heb mijn tijd wel gehad. Op alle vlakken: ik was nog niet op zoek naar stabiliteit, en wilde vooral dat alle mogelijkheden open bleven. De avond begon na de voorstelling waarin ik gespeeld had. Dat gevoel van: komaan, wat gaat er gebeuren? Ik ben blij dat ik dat heb meegemaakt. De morsigheid van het nachtleven, de verslavende onvoorspelbaarheid… Maar langzaamaan veranderde de wereld rond me. Iedereen zocht rust en stabiliteit, en kreeg kinderen. Ik ben nog een tijdje doorgegaan met dat wat wildere leven, maar uiteindelijk vond ik bij Jan waar ik fundamenteel nood aan had: een thuis.»

HUMO Jullie zijn nu tien jaar samen. Ben je béter geworden in de liefde?

BROODS «Goh, wat een moeilijke vraag! (Peinzend) Ik denk niet dat ik het zo mag omschrijven. Liefhebben is geen spier die je traint. Het maakt me alleszins gelukkig dat we samen al zover gekomen zijn, dat we elkaar niet hebben willen loslaten. Maar of dat volstaat om grote lessen over de liefde te doceren, bijvoorbeeld aan onze kinderen? De kern is toch: een beet­je klungelen, en hopen dat het succesvol klungelen is.»

Arcadia
Eén, zondag 23 april, 20.35

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234