winnaar ronde van vlaanderen
Tadej Pogacar: ‘De Ronde van Vlaanderen is de geweldigste koers die ik ooit gereden heb’
Na Parijs-Nice en twee keer de Tour mag Tadej Pogacar (24) ook de Ronde van Vlaanderen op zijn palmares schrijven. ‘De beste renner ter wereld’ treedt zo stilaan in de voetsporen van Eddy Merckx en maakte met zijn winst zijn grote droom werkelijkheid: ‘Ik ben meer gedreven om dit jaar de Ronde van Vlaanderen te winnen dan de Tour.’
Dit artikel verscheen voor het eerst op 6 maart 2023.
Tadej Pogacar (24) heeft met Parijs-Nice al zijn tweede rittenkoers van het nog jonge seizoen beet na de Ronde van Andalusië. De man heeft duidelijk honger. Honger naar de klassiekers. Met een nooit geziene gulzigheid wil de beste renner ter wereld zijn rijk gevulde palmares nog meer glans geven. En dé grote droom heet: de Ronde van Vlaanderen. ‘Het is de geweldigste koers die ik ooit gereden heb.’
Als we klaarzitten om Tadej Pogacar te spreken via Zoom, vangen we nog enkele flarden op van het gesprek dat hij met zijn perschef voert. Ze hebben het over Urska Zigart, Pogacars verloofde die zelf koerst. In Humo vertelde ze twee jaar geleden nog hoe ze verliefd werd op die ‘aardige, verlegen jongen’. En zo oogt hij nog steeds, bij momenten heeft hij het zelfs moeilijk om in de camera te kijken. Maar in zijn woorden voel je de daadkracht. Die etaleert hij trouwens ook als hij met de benen spreekt: waar de Sloveen dit jaar aan de start verschijnt, haalt hij geweldig uit. Al in zijn eerste wedstrijd van het seizoen, de Spaanse eendagskoers Jaén Paraiso Interior, reed hij de tegenstand naar huis met een solo van 36 kilometer. Ook in de koersen daarna blééf hij winnen. En vernederde hij telkens de tegenstand – alsof hij op een rooftocht is, als revanche voor de verloren Tour de France en Ronde van Vlaanderen van vorig jaar.
HUMO Een lange solo lijkt meer en meer je handelsmerk te worden. Is zo’n aanval goed doordacht, of gebeurt alles puur op instinct?
POGACAR «Goh, toen ik vorig jaar in de Strade Bianche demareerde op de Monte Sante Marie, deed ik dat in de eerste plaats om de koers hard te maken. Ik had gedacht, of gehoopt, dat iemand mijn wiel zou kunnen houden. Niet dus. In het peloton bleven ze naar elkaar kijken. Dus ik dacht bij mezelf: dan rij ik maar door tot de finish (lacht).»
HUMO Een solo van 50 kilometer boezemt je geen angst in?
POGACAR «Nee, net het omgekeerde. Ik vind dat je in de koers moed moet hebben als je wil winnen. Maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik tijdens die 50 kilometer geregeld heb gedacht: hoe dom kun je zijn om van zover aan te vallen? Maar hé, het heeft gewerkt: dankzij mijn impulsieve actie heb ik gewonnen. Ik koester het moment, ik vond het een ongelofelijke overwinning.»
Lees ook:
Johan Museeuw: ‘Mijn favorieten om de Ronde te winnen? Pogacar is voor mij het grootste talent van allemaal’
HUMO Hou je van het onvoorspelbare van het wielrennen? Van improviseren?
POGACAR «Wielrennen ís onvoorspelbaar, en dat zal altijd zo zijn. Je kunt vooraf praten over koerstactiek zoveel je wil, maar voor hetzelfde geld kom je tijdens de race zelfs niet in de buurt van het scenario dat je in gedachten had. In de koers moet je je heel snel kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. Je moet vooral voelen waar opportuniteiten liggen, om dan op het moment zelf, in een milliseconde, te beslissen om aan te vallen.»
HUMO Nochtans lijkt het erop dat ploegleiders tegenwoordig alles onder controle willen houden: data is het sleutelwoord.
POGACAR «Ja, maar er is één ding dat niet te controleren valt: het instinct van een renner! Daarop moet je nog meer vertrouwen dan op wattages. Kijk, renners zijn ook maar mensen die een spel spelen en elkaar de hele tijd aanvallen – soms op een ongelofelijk domme manier. Maar zelfs dat kan werken, want de sterkste wint niet altijd. Dus, hoeveel data er ook voorhanden zijn, je kunt niet alles controleren. Gelukkig maar.»
HUMO Slaag je er steeds in het als een spel te zien? Want iedereen verwacht van jou dat je elke koers wint waaraan je deelneemt.
POGACAR «Jazeker. En in dat spel moet je ook durven te verliezen. Want als je niet probeert aan te vallen, lukt het nooit.
»Ik heb geluk dat ik deel uitmaak van een generatie renners die niks liever doet dan al heel vroeg de koers open te breken. Really, I love it! Er wordt niet meer gewacht tot aan de finish. Het loont ook om zo aanvallend te koersen, want zo krijgen je prestaties extra glans. Je toont aan je tegenstanders en de hele wereld: ik kan koersen. En als het foutloopt, kun je daar ook weer lessen uit trekken. Die ervaring komt later sowieso nog van pas.»
HUMO Is er een verwantschap tussen jou en renners als Van der Poel, Alaphilippe, Van Aert en Pidcock, die ook allemaal willen koersen met open vizier?
POGACAR «Ja, er is veel onderling respect. Ik ben echt dankbaar dat zij er ook niks voor voelen om afwachtend te koersen. Ik geniet ervan om het tegen hen op te nemen.»
HUMO Daarom zeg je vooraf altijd: ‘Ik hoop dat de allerbeste renners aan de start zullen staan’.
POGACAR «Als de beste renners het in hun beste vorm tegen elkaar opnemen, krijg je de eerlijkste uitslag – tenzij iemand pech heeft, natuurlijk. Ik denk nooit: gelukkig dat die of die er niet bij is. Integendeel: ik wil ze allemaal in blakende conditie aan de start zien staan. Zo is het interessanter, ook voor de fans.»
HUMO Waarom hou je zo van man-tegen-mangevechten?
POGACAR «Door de adrenaline die vrijkomt tijdens het koersen. In het heetst van de strijd de beste proberen te zijn, geeft me een geweldig gevoel. En als er dan iemand beter is, motiveert me dat: dan wil ik er alles aan doen om hem de volgende keer te verslaan. Ik wil ook telkens aan mezelf bewijzen dat ik progressie maak, dat ik beter koers dan het jaar voordien.»
CRAZY VLAANDEREN
HUMO Na de Tour zei je: ‘Ik was blij dat ik verloor: ik had een realitycheck nodig.’ Waarom?
POGACAR «Omdat mijn mindset niet juist zat. Ik won de Tour al twee keer, en toen ik vorige zomer in de eerste week al de gele trui had, was ik zo zelfverzekerd dat ik dacht dat ik ook nu de eindoverwinning al op zak had. Maar in wielrennen is één slechte dag genoeg om alles te verliezen, en zo gebeurde het ook. Daarom was het goed dat ik met mijn voeten op de grond werd gezet, en dat ik tweede werd. Het doet me nadenken over wat ik fout heb gedaan en waar we als ploeg tekortschoten (zwijgt even). Het maakt me hongerig om de Tour dit jaar opnieuw te winnen.»
HUMO Honger: daar draait het om?
POGACAR (knikt) «Ik móét honger hebben: om elke dag hard te trainen, om in de koers tot het gaatje te kunnen gaan, om te winnen, om de beste te willen zijn.
»Het gevoel dat je krijgt als je weet dat je zult winnen: dat is het allermooiste van deze sport, en daar gaat niks boven. Voor mij toch.»
HUMO De Franse renner Guillaume Martin schreef in zijn boek ‘Het peloton en ik’: ‘Wanneer ik een rugnummer opspeld, verander ik in een beest. Terwijl ik in het gewone leven eigenlijk kalm en rustig ben’. Herken je dat?
POGACAR «Bij Guillaume bedoel je? (lacht) Ik volg hem in zekere zin. Je reageert heel anders als je een hartslag van 200 hebt. Het is heel moeilijk om op zo’n moment je emoties te controleren. Je staat onder gigantische druk en de adrenaline giert door je lijf. En ja, dan ben je niet meer dezelfde als in het gewone leven. Maar een beest? Nee, dat zou ik van mezelf niet zeggen. Eigenlijk wil ik op de fiets zoveel mogelijk genieten.»
HUMO Je lijkt ook altijd rond te fietsen met een glimlach. Zelfs toen je de Tour verloor, reed je de Col du Granon schijnbaar op met een gelukzaligheid over je.
POGACAR «Verliezen hoort bij het leven. En al zeker bij het wielrennen. Ik voelde me die dag niet al te best, dus ik had er vrede mee dat ik verloor. Ik ben ook maar een mens.»
HUMO Ben je ook hongerig om de Ronde van Vlaanderen te winnen? Vorig jaar was je de beste renner in koers, maar eindigde je als vierde.
POGACAR «Ja, ik ben meer gedreven om dit jaar de Ronde van Vlaanderen te winnen dan de Tour.»
HUMO Echt? Waarom?
POGACAR «Omdat het voor mij moeilijker is om de Ronde van Vlaanderen te winnen, die uitdaging is veel groter dan een nieuwe Tourzege. Ik weet dat het heel zwaar zal zijn, maar ik móét het proberen. Meer nog: ik zal blijven proberen tot ik hem gewonnen heb.»
HUMO Nooit zagen we een renner zo de Oude Kwaremont opstuiven als jij vorig jaar.
POGACAR «Ik had een goeie dag, ja. Maar de Ronde was vooral een ongelofelijke ervaring. Ik was zo onder de indruk van de sfeer en het publiek dat ik bij de start gewoon van mijn fiets viel en mijn SRM (fietscomputer op het stuur met hartslag- en wattagegegevens, red.) verloor. Die dag reed ik pas echt op gevoel. Ik wist niet hoe hard ik reed, of hoe ver het nog was van de finish. Het was de geweldigste koers die ik ooit in mijn leven heb gereden.»
HUMO Dat verbaast me.
POGACAR «Ja, maar het was een volledig nieuwe ervaring voor mij. In principe is de Ronde ook mijn wereld niet. Ik focus normaal gezien op ellenlange alpencols, niet op hellingen met kasseien. Om dan met een renner als Mathieu van der Poel te strijden om de overwinning: ik had nooit gedacht dat zo’n koers binnen mijn mogelijkheden zou liggen.»
HUMO Je bent te bescheiden.
POGACAR «Nee, ik meen het écht. What a race!»
HUMO Heb je de sprint al teruggezien? Je liet je insluiten, waardoor je niet voluit je kans kon gaan.
POGACAR «Ik heb de beelden onmiddellijk na de finish gezien, sindsdien niet meer. Niet nodig: ze zinderen nog na. Ik ben er niet trots op. Ik wist dat het moeilijk zou worden om Van der Poel te kloppen, en ik was vooral veel te nerveus: daarom wachtte ik zo lang om aan mijn sprint te beginnen. Ik kon me nadien echt voor het hoofd slaan dat ik die fout maakte. Och ja, die hele dag was just crazy.»
HET ZWARTE GAT
HUMO Je houdt je bezig met tal van liefdadigheidsprojecten. We zagen onlangs ook een foto van je skivakantie, waar je na een sprong door de lucht zoefde. En je drinkt naar verluidt graag eens een goed glas bier. Moet je af en toe kunnen ontsnappen aan het wielrennen?
POGACAR «Mijn leven draait niet enkel om wielrennen. Maar nee, ik heb niet het gevoel dat ik eraan moet ontsnappen: ik hou er gewoon van andere dingen te doen. Ik moet een balans zien te vinden, een voor mezelf zo normaal mogelijk leven leiden. En dat lukt.»
HUMO In een interview met de wielersite CyclingTips zei je onlangs: ‘Ik zal het niet erg vinden als mijn benen over twee jaar niet meer zo goed zijn.’ Best opmerkelijk.
POGACAR «Ik hoop uiteraard dat dat niet het geval zal zijn. Maar op een dag zullen mijn prestaties onherroepelijk achteruitgaan. Wielrennen is een veeleisende sport: we koersen veel en hard, en dat is niet gezond. Over enkele jaren zal mijn lichaam uitgeput zijn. Ik wil klaar zijn voor het moment dat ik niet meer zal meekunnen. En dan wil ik iets anders doen met mijn leven.»
HUMO Dat je daar nu al mee bezig bent, op het hoogtepunt van je carrière.
POGACAR «Ik heb van jongs af aan veel renners zien veranderen toen hun prestaties wat minder werden. Ze waren niet meer dezelfde persoon. Ze waren niet meer gelukkig met hun leven. Dat wil ik zelf niet meemaken. Daarom bereid ik me voor op de dag dat ik niet meer goed zal zijn.»
HUMO Is dat ook de reden dat je zo gulzig bent om klassiekers te rijden? Want geef toe: de beste voorbereiding op de Tour is dat niet.
POGACAR «Ja, maar het draait niet allemaal om de Tour. Oké, het is de grootste wedstrijd ter wereld, maar ik won ’m ook al twee keer. En zoals ik al zei: je weet nooit wat er gebeurt, een carrière kan snel gedaan zijn. Daarom wil ik zoveel mogelijk koersen: om zoveel mogelijk te bereiken vooraleer ik de bladzijde van de koers omsla.»
HUMO Tot slot: waar heb je geleerd om zo snel over de kasseien te rijden?
POGACAR «Geen idee: we hebben nauwelijks kasseistroken in Slovenië. Maar ik hou ervan: je moet hard duwen, en toch die juiste balans vinden. Ik ben misschien niet bij de besten.»
HUMO Komaan!
POGACAR «Oké, het lukt me wel (lacht). Ik vind ze euh, interesting, maar tegelijkertijd ook pijnlijk.»
HUMO Waarop wacht je om ook Parijs-Roubaix te rijden? In de Tour blonk je uit in de rit naar Wallers-Arenberg.
POGACAR «Nog zo’n geweldige koers! Ik ben gewoon bang dat mijn handen gebroken zullen zijn na een hele dag over die kasseistroken te dokkeren (lacht). Maar het zal er zeker eens van komen. Welke renner wil daar niet ooit eens rijden?»